HOME
ZOEKTIPS
LINKS en LITERATUUR
ORGELS
LAATSTE WIJZIGINGEN
OVER ONS
DONATIES


LAATST BIJGEWERKT OP 13-03-2024

Lambertus

Ga naar de site van de patroonheilige
Ga naar site van het gebouw c.q. de parochie
 
Parochie/kerkgemeente: Federatie Kana
Dekenaat/kerkverband: Thorn
Soort gebouw: Parochiekerk
Plaats: Haelen
Gemeente: Leudal
 
Adres: Kerkplein 13
Postcode: 6081 BA
Coördinaten: x: 194824,8, y: 360926,7
 
Kadastrale gegevens: Haelen A 5128
Bouwpastoor/bouwpredikant: J. W. Gerards
 
Architect(en):
 
Kunstenaar(s):
 
Huidig gebruik: R.K. Kerk

 Foto: juni 2009

Ruimtelijke context

De kerk staat op een historische kerkberg en heeft aan de voorzijde een open pleintje, dat bereikt kan worden via trappen. De kerk markeert het centrum van het dorp. Tegenover de kerk ligt het gemeentehuis met daarnaast een parkeer- annex marktplaats. Rechts en schuin tegenover de kerk, naast het gemeentehuis, liggen winkels. De toren is een landmark.

Type

Georiënteerde, bakstenen kruisbasiliek met klokkentoren in de as van het schip, een verlaagd transept en polygonaal gesloten koor. De kerk is gebouwd in romaniserende trant. De banken zijn axiaal opgesteld.

Bouwgeschiedenis

Voorgangsters

 Vooroorlogse kerk. Bron: De verwoeste kerken van Limburg

In de 13de eeuw was er waarschijnlijk sprake van een kerkje, aangezien de oude doopvont uit circa 1200 komt. Onbekend is, hoe deze kerk er uit heeft gezien. In de 18de eeuw had de kerk van Haelen een toren met speklagen en was het een kruiskerkje, met een Romaans schip, een verhoogd gotisch koor en gotische transeptarmen. In de toren was een inscriptie met als jaartal 1423, maar niet zeker is, of de toren dan gedagtekend mag worden. Tussen 1858 en 1861 werd tegen de toren een neogotische kruiskerk gebouwd naar ontwerp van P.J.H. Cuypers. In 1937 werd deze kerk vergroot met een sacristie naar ontwerp van architect Joseph Franssen uit Roermond. Op 15 november 1944 bliezen de zich terugtrekkende Duitse troepen de toren op. Daarbij liep ook de kerk zo’n grote schade, dat alles gesloopt moest worden. In 1946 werden de laatste restanten opgeruimd. Bij archeologisch onderzoek werden geen oudere resten gevonden.

Noodkerk

In de bijgebouwen van kasteel Aldenghoor, dat destijds als klooster in gebruik was van de fathers van Mill Hill, werd een noodkerk ingericht. Ondertussen werd het oude kerkhof opgeknapt en tevens verplaatst, zodat het op enige afstand van de kerk kwam te liggen. De paden werden verhard met puin van de oude kerk. Tegelijkertijd werd een noodkerk gebouwd, naar ontwerp van architect H.F.M. van Groenendael, die groter was dan die te Aldenghoor. Deze werd in 1948 in gebruik genomen. De noodkerk op een terrein genaamd ‘Hooghen Paeth’ (tegenwoordig hoek De Keverbergstraat en Van den Bongaertstraat). Het rechthoekige, op een boerderij gelijkende gebouw was voorzien van een zadeldak tussen twee tuitgevels. Aan één zijde stond dwars op het gebouw een uitbouw met een klokgevel, die als ingangspartij fungeerde. Na de ingebruikname van de huidige kerk werd voor de noodkerk een aantal bestemmingen bedacht, maar het gebouw bleek te veel aanpassingen nodig te hebben om te voldoen aan andersoortig gebruik. Na verkoop aan de gemeente werd de noodkerk in 1977 gesloopt.

Huidige kerk

De plannen voor nieuwbouw voor de kerk vorderden gestaag. Burgemeester P.J. Hoebes achtte het verstandig, de kerk ruim op te zetten, aangezien de Maascentrale in de directe omgeving werd gebouwd en hij daardoor extra inwoners verwachtte. In 1950 werd het eerste ontwerp van Van Groenendael getoond. Pas in 1953 werd het vele malen gewijzigde ontwerp goedgekeurd. Op 4 november 1953 werd de eerste spade in de grond gestoken. De eerste steenlegging vond plaats op Tweede Paasdag, 19 april 1954. De Vietnamese priester François Phan zegende de Lambertuskerk op 14 augustus 1955 in, waarna Mgr. Moors haar op 10 oktober 1959 consacreerde.

Veranderingen

In 1977 werd de doopvont op het koor geplaatst. De doopkapel is thans ingericht als Sint-Jozefkapel. De verlaagde vloer en het hekwerk zijn nog aanwezig. De transeptarmen zijn in gebruik als dagkapel en zangkapel. De berging in de toren is verbouwd tot toilet.

Exterieur

Noordzijde met doopkapel. Foto: juni 2009

De kerk is een kruisbasiliek met een toren aan de westzijde, een uitstekende Mariakapel aan de zuidzijde en een doopkapel aan de noordzijde. De grotendeels aan drie zijden ingebouwde, ongelede klokkentoren is evenals de rest van het gebouw grotendeels opgetrokken uit rode baksteen die in wild verband is verwerkt. Het onderste deel van de toren, waarin zich de rondbogige hoofdingang bevindt, is opgetrokken uit breuksteen. Boven de hoofdingang staan boven elkaar een groter en twee kleinere rondboogvensters. De klokkenzolder heeft aan elke zijde twee gekoppelde rondbogige galmgaten, Vlak onder de geprofileerde daklijst hangen wijzerplaten. De toren wordt bekroond door een met leien gedekte ingesnoerde naaldspits die voorzien is van een bol met daarop een kruis met weerhaan. Aan weerszijden van de toren staan de twee verdiepingen tellende zijportalen, elk met een klein bovenlicht. Boven het portaal is een rondboogvenster aangebracht, dat licht verschaft aan de zangtribune. Het dak is een zadeldak met overstekende bakgoten, de zijbeuken hebben een lezenaarsdak. De portalen zijn ten opzichte van het middenschip iets ingesnoerd. Derhalve zijn de zijgevels boven de daklijst uitgemetseld om het dak van het middenschip en de zijportalen op gelijke hoogte te krijgen. Tegen de noord- en zuidgevel staan respectievelijk de doop- en de devotiekapel. De octoganale doopkapel is voorzien van drie rondvensters. Het dak heeft de vorm van een naaldspits met daarop een in smeedijzer uitgevoerde voorstelling van de Geestesduif. De devotiekapel heeft een polygonale 3/8-sluiting. In de westgevel van de kapel zijn drie, in de oostgevel is een rondboogvenster aangebracht. De kapel heeft een polygonaal, met verbeterd Hollandse pannen in de kleuren blauw en rood, belegd schilddak. De zijbeuken hebben elk vijf rondboogvensters. De geprofileerde mergelstenen daklijst rust op een muizentandfries. De beuken zijn voorzien van lessenaardaken. De lichtbeuken hebben zes gekoppelde rondboogvensters aan elke zijde. Daarboven loopt een muizentandfries met een geprofileerde mergelstenen daklijst. Schip en viering zijn voorzien van een zadeldak. Middenschip en zijbeuken sluiten aan op de viering en de transeptarmen. De viering is evenals de portalen iets ingesnoerd ten opzichte van het schip en dus zijn ook hier uitmetselingen aan te treffen. De achtergevel van het schip is uitgevoerd als tuitgevel, die afgedekt is met natuurstenen platen. Op de schoorsteen, die de tuit vormt, is in baksteen een kruis gemetseld. De transeptarmen zijn lager dan het middenschip. De nokken van de schilddaken liggen ter hoogte van de daklijst van het schip. De kopse gevels van het transept zijn voorzien van drie vensters. Tegen de viering staat de halfronde, ingesnoerde absis met haar met een half kegeldak. In de absis staan zes rondboogvensters. Rondom de absis loopt de sacristie. De daken van absis en sacristie zijn met leien gedekt.

Absis. Foto: juni 2009

Interieur

 Zicht op het koor

 Zicht op de zangtribune

Vanuit het torenportaal geeft een dubbel houten cassettedeur met bovenlicht toegang tot de ruimte onder de zangtribune. De betonnen zangtribune rust in de zijmuren van het schip en wordt in het midden ondersteund door twee natuurstenen zuilen met daarop betonnen balken. Een grote rondboog vormt de verbinding tussen toren en tribune. Ter weerszijde van het hoofdportaal geven segmentbogige casettedeuren toegang tot de zijportalen. De vloeren van schip, zijbeuken, viering, transeptarmen en kapellen zijn uitgevoerd in zwarte tegels, waarin met witte tegels kruismotieven zijn aangebracht. De binnenwanden van de kerk zijn in schoon metselwerk uitgevoerd. Op een plint van rode baksteen is de rest van het opgaand muurwerk in gele baksteen uitgevoerd. De plafonds van schip, viering en transeptarmen bestaan uit betonnen moerbalken, waartussen betonnen troggewelfjes liggen. De doop- en devotiekapel hebben uit ijsselsteentjes gemetselde gewelven. Tussen schip en zijbeuken staat een arcade van ronde scheibogen. De bogen rusten op natuurstenen zuilen die voorzien zijn van basementen en gestileerde teerlingkapitelen. In de viering worden de transeptarmen van het schip gescheiden door een dubbele rondboog op een natuurstenen zuil met een teerlingkapiteel. In de oostgevels van de transeptarmen zijn rondboognissen uitgespaard, waarin de zijaltaren stonden. Enkel in het noordelijke transept staat nog een altaar. Het priesterkoor verheft zich zes treden boven het vloerniveau van het schip. Het koor is belegd met travertijnen platen. Het sacramentsaltaar staat op een drietredig supedaneum van zwarte natuursteen. De absis is van het schip gescheiden door een triomfboog, die in de muur is uitgemetseld. De absis is halfrond en is voorzien van een gemetseld half koepelgewelf.

(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart – Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 –Roermond – Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003).

Orgel

Het blijkens het “Aardrijkskundig woordenboek” van van der Aa in 1844 in deze kerk aanwezige orgel werd in 1907 vervangen door een nieuw orgel, dat echter in 1944 verloren ging; na herstel van de kerk  werd eerst in 1977 een nieuw pijp-orgel geplaatst door Verschueren Orgelbouw (Heythuyzen).

               Hoofdwerk                            Positief                                  Pedaal

                Prestant 8’                            Gedekt 8’                            Subbas 16’

                Gedekt 8’                              Roerfluit 4’

                Octaaf 4’                               Fluit 2’

                Mixtuur III-IV                        Cornet D II

                Trompet B/D 8’

Bron: G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht).

Afbeeldingen. Glas-in-lood, Peter Schoofs, 1955. Drie voorstellingen uit het lijden van H. Apollonia. Apollonia wordt geflankeerd door staande engelen met tang en palmtak (links) en vuurpot (rechts). In de devotiekapel.

Devotiealtaar, baksteen, travertijn, 1955. Bakstenen stipes met travertijnen mensa. In de devotiekapel.

Devotiealtaar, hardsteen, XXc. Op de sokkel is het wapen der geschoeide Karmelieten aangebracht. Op de sokkel is een mensa aangebracht waarop de tekst: TITUS BRANDSMA.

Doopvont, hardsteen, H.F.M. van Groenendael, 1949. Achthoekige vont met geelkoperen deksel. De vont staat op een hardstenen sokkel, die waarschijnlijk een restant is van een basement met een stuk schacht van een zuil uit de oude kerk. Op de vont zijn kruisjes gehakt.

Sacramentsaltaar, hardsteen, Rob Stultiëns, ca. 1955. Op de tombe zijn drie reliëfs aangebracht die v.l.n.r. voorstellen het offer van Kain en Abel, Christus en de Emmaüsgangers en het offer van Abraham.

Tabernakel, brons, witmetaal, email, Hub Levigne, 1955. Op de tabernakeldeuren is aan elke kant een reliëf aangebracht, voorstellende het Joodse paasmaal en de verrezen Christus. Op de zijkanten van het tabernakel staan emailen reliëfs met voorstellingen van twee vissen en de druiven en water. Onder de deuren staat het opschrift: I×ÈÕÓ. Op de omlijsting zijn blauwe emaillen knoppen gezet.

Wijwaterbekkens, terracotta. Op een bekken staat KRACHT met daarboven een kruis. Op het andere bekken staat ZUIVERING met daarboven een hart. Op de eigenlijke bekkens staan kruisjes.

Zijaltaar, travertijn, 1955. Op de stipes rust een mensa.

Steen, 1954. Inschrift als chronogram: LapIDe posIto / A Verstappen DeCano / JaCobo gerarDs pastore / ILstrI resUrgo DeCore (1954).

 
 
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus
Lambertus