HOME
ZOEKTIPS
LINKS en LITERATUUR
ORGELS
LAATSTE WIJZIGINGEN
OVER ONS
DONATIES


LAATST BIJGEWERKT OP 13-03-2024

Kayser Jules

 
Geboortejaar: 1879
Overlijdensjaar: 1963
Betrokken bij: Aldegundis (Maasbree)
Andreas (Velden)
Cornelius (Swartbroek)
Cosmas en Damianus (Afferden)
Dominicanessenklooster Bethanië (Voormalig) (Venlo)
Gertrudis (Oirlo)
H. Hart van Jezus (Venlo)
Hubertus (Bosscherveld)
Johannes de Doper (Merselo)
Klooster Mariaweide (Venlo)
Lambertus (Swolgen)
Lambertus (Reuver)
Lambertus (Helden)
Martinus (basiliek) (Venlo)
O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand (Roermond)
O.L. Vrouw van Zeven Smarten of Paterskerk (en oude kloostermuur) (Venray)
Petrus' Banden (Venray)
Voormalig Klooster Nazareth (Venlo)
 

Jules Kayser (1879-1963)

Johannes Henricus Julius Kayser werd op 2 oktober 1879 geboren te Venlo als zoon van de bekende architect Johan Kayser. Na de verhuizing van het gezin naar Maastricht volgde Kayser de HBS in deze stad. Daarna ging hij naar de Polytechnische School in Delft, waar hij in 1906 het diploma bouwkundig ingenieur behaalde. Vervolgens werkte hij enige jaren bij zijn vader op het kantoor en deed ervaring op bij architecten in Amsterdam en Berlijn. Hierna vestigde hij zich als zelfstandig architect in Venlo. In zijn geboortestad ontwierp Kayser zeer veel gebouwen, waarvan de brandweerkazerne (1916), het pand Bervoets (1919), Huize St. Jan (1927) en de Gemeente Spaarbank (1929) tot de bekendste behoren. Ook in de kerkenbouw verdiende Kayser zijn sporen, ondermeer met de H. Hartkerk te Venlo en de H. Hubertuskerk te Maastricht. Tevens maakte hij grote furore als restauratie-architect. De stijl van Kayser was sterk geïnspireerd op de Amsterdamse School, maar zonder ornamentiek, zodat zijn ontwerpen ook geïnspireerd lijken te zijn op de Nieuwe Zakelijkheid. Zijn meest gebruikte bouwmateriaal was baksteen, dat in combinatie met hoge zadeldaken aansloot op de werkwijze van Kropholler en Koldewey, die meer traditionalistisch werkten. Bouwde Kayser voor de oorlog vooral nieuw, na de oorlog lag het accent meer op restauratie. Dit was mede ingegeven door de verwoestingen rondom zijn woonplaats en zijn positie als stadsarchitect van Venlo. In deze functie bepleitte hij het handhaven van het oude stratenplan van de stad en restauratie van de toen bekende monumenten. In 1948 maakte hij het wederopbouwplan voor Venlo en bemoeide zich intensief met de uitvoering hiervan en met de stadsuitbreidingen in Blerick. Bovendien kreeg Kayser de opdracht tot diverse restauraties. De H. Martinuskerk te Venlo en de St. Petrus Bandenkerk te Venray, mitsgaders de kerken in Helden, Broekhuizen en Swolgen kregen vernieuwde delen en waar wenselijk ook een vergroting in dezelfde stijl. In Afferden was restauratie niet meer mogelijk en kreeg het dorp een nieuw gebouw. In Egchel ontwierp Kayser een noodkerk, die later als gemeenschapshuis kon worden gebruikt. Deze is nog steeds als kerk in gebruik. Vanaf 1945 fungeerde Kayser als deken van de BBC. In hetzelfde jaar werd hij tot voorzitter benoemd van de net opgerichte Academie van Bouwkunst in Maastricht. Tevens was hij voorzitter van de WGA van 1947 tot 1960. Hij bleef tot op hoge leeftijd doorwerken, zijn laatste ontwerpen stammen uit de jaren vijftig. Op 20 oktober 1963 overleed Kayser in Venlo.

(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart – Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 –Roermond – Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003)