HOME
ZOEKTIPS
LINKS en LITERATUUR
ORGELS
LAATSTE WIJZIGINGEN
OVER ONS
DONATIES


LAATST BIJGEWERKT OP 13-03-2024

Voormalig Klooster Nazareth

 
Soort gebouw: Voormalig klooster
Plaats: Venlo
Gemeente: Venlo
 
Adres: Straelseweg 325
Postcode: 5916 AA
 
Rijksmonumentennummer: 524758 Code 5916AA-00325-01
Kadastrale gegevens: Venlo A/6666; A/6668; A/6667; A/6669
 
Architect(en):
 
Kunstenaar(s):
 

Bron foto: http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:Klooster_Nazareth_Venlo.jpg

Redengevende Omschrijving Rijksdienst voor de Monumentenzorg

Inleiding

Huize Nazareth, 1901-1911, voormalig opvanghuis voor verwaarloosde kinderen en wezen. Gebouwd in traditionele bouwstijl met elementen van Neo-renaissance en Neo-gotiek, in opdracht van deken Mares en naar ontwerp van architect Henri Seelen te Venlo. Het oorspronkelijke bouwvolume van het weeshuis, parallel aan de Straelseweg, werd in 1909 uitgebreid met een zijvleugel en in 1911 met een kapel en een sacristie. In 1913 werd - eveneens door Henri Seelen - een recreatiezaal gebouwd, die inmiddels is gesloopt. In 1939 leverde architect Jules Kayser een ontwerp voor de uitbreiding van het weeshuis. Deze uitbreiding, alsmede de bakstenen erfscheidingen aan zowel voor- als de achterzijde, zijn UITGESLOTEN van bescherming. 

Omschrijving

Het in 1901 gerealiseerd hoofdvolume van voormalig weeshuis Huize Nazareth, heeft een in hoofdvorm rechthoekige PLATTEGROND met een risalerende entreepartij. Dit hoofdvolume bevindt zich in lengterichting ten opzichte van de Straelseweg. De uit 1909 daterende zijvleugel is aan de zuidwestzijde onder een rechte hoek aan het hoofdvolume gebouwd. De kapel is dwars tegen de achtergevel van het hoofdvolume gebouwd, in het verlengde van de centraal geplaatste entreepartij. Het hoofdvolume en de zijvleugel beschikken over twee BOUWLAGEN, een souterrainverdieping en een zolderverdieping. De kapel heeft eveneens een souterrain. ZADELDAK met muldenpannen op het uit 1901 daterende hoofdvolume. Het voordakvlak heeft een dubbele reeks dakkapellen, die niet meer compleet is. Deze dakkapellen zijn deels nog voorzien van een zinken pion en leien in schubdekking, her en der ook van bitumen shingles. De dakkapellen op het achterdakvlak zijn verdwenen. Afgeplatte MANSARDEKAP met leien en nieuwe verzinkte daklijst op de zijvleugel uit 1909. Per travee een dakkapel onder gewelfd schilddakje met leien in schubdekking, ook op de wangen van de kapellen. Een ZADELDAK met leien op de kapel. Houten VENSTERS en DEUREN, in diverse vormen en geledingen, overwegend geplaatst in rondboogvormige lijsten met vulstukken. Diverse venster- en deurkozijnen hebben nog de oorspronkelijke decoratieve blokornamenten. Huize Nazareth kenmerkt zich door een rijke BAKSTEENtoepassing. Een donkerrode bakstenen opstand met lichtrode en/of gele omlijstingen, gele bakstenen speklagen. Lichtrode of rood-gele vlechtingen in de vulstukken, variërend in vormgeving.  Hardstenen dorpels. Geglazuurde keramische waterlijsten. Metselwerk in kruisverband met gesneden voegwerk. Smeedwerk.  Het in 1901 gerealiseerde hoofdvolume parallel aan de Straelseweg heeft een symmeterisch ingedeelde VOORGEVEL. Risalerende middenpartij van drie vensterassen, aan weerszijden terugliggende gevelvlakken met zes vensterassen. Genoemde MIDDENPARTIJ heeft in de eerste laag een vooruitspringende entreepartij. Hierin, in een meervoudig trapsgewijs verspringende spitsbooglijst van lichtrode en gele baksteen, een spitsboogvormige dubbele, gesneden houten deur met glas-in-lood. Vijf hardstenen traptreden. Hardstenen latei, bovenlicht met vierpasmotief en glas-in-lood. De entreepartij wordt bekroond door een tuitgevel met hardstenen afdekking, schouderstukken, pionnen en pinakels. Vlechtingen in de top van de tuitgevel. Aan weerszijden van de entreepartij een rechthoekig houten T-venster met horizontale geleding van de glaspanelen, geplaatst in een rondboogvormige bakstenen lijst met tweekleurige bakstenen vlechtingen in de vulstukken en hardstenen dorpels. In de tweede laag van de middenpartij een reeks van drie soortgelijke houten T-vensters in rondbooglijsten. Elk venster heeft een houten rolluikkast, twee van deze kasten hebben nog de oorspronkelijke decoratieve loodslab. Eén van deze vensters heeft ten dele een niet-oorspronkelijk traliewerk. Boven de tweede laag een dubbele waterlijst, waartussen gestucte diamantkoppen en bolornamenten, alsmede het opschrift 'Nazareth'. De middenpartij loopt uit in een schoudergevel met pionnen op de schouderstukken. Achter deze schoudergevel een zadeldakje, dat dwars op de hoofdkap is ingestoken. In de schoudergevel een centraal geplaatste rondboogvormige nis, met een heiligenbeeld op een hardstenen sokkel. Aan weerszijden twee rechthoekige houten T-vensters in een meerkleurige bakstenen rondbooglijst en meerkleurig siermetselwerk in de vulstukken. De GEVELVLAKKEN aan weerszijden van de risalerende middenpartij tellen elk zes vensterassen en zijn symmetrisch ingedeeld. Geprofileerde plint, met geglazuurde rode bakstenen profiellijst. In elke vensteras een verticaal ingedeeld houten souterrainvenster met rollaag en twee rechthoekige houten T-vensters met horizontaal ingedeelde glaspanelen. De T-vensters zijn telkens geplaatst in een meerkleurige rondbooglijst met meerkleurig vlechtwerk in de vulstukken. Gevelbekroning in de vorm van een dubbele, lichtrode bakstenen frieslijst. Bakgoten met kleine consoles. Het gevelvlak ter linkerzijde van de middenpartij is, wat betreft de detaillering, in vergelijking met het rechter gevelvlak gaver bewaard gebleven.  Geveldeel links van hoofdvolume is identiek aan geveldeel rechts, maar de detaillering van dit geveldeel is relatief gaver bewaard gebleven. Het bouwvolume van de ZIJVLEUGEL risaleert ten opzichte van het hoofdvolume. De symmetrische korte gevel aan de straatzijde is symmetrisch ingedeeld en telt viervensterassen. In de geprofileerde plint vier getoogde houten souterrainvensters met traliewerk en strek. In beide bouwlagen vier rechthoekige houten kruiskozijnen met vierruits bovenlichten, horizontale geleding én kleine tweeruits geleding in het glaspaneel. Alle vensters zijn geplaatst in een rondboogvormige, geprofileerde bakstenen lijst met meerkleurige vlechtingen in de vulstukken. In de tweede bouwlaag heeft elk venster een houten rolluik met loodslab. Kroonlijst met decoratief lichtrood bakstenen fries.  Deze gevel wordt bekroond door een tuitgevel met schouderstukken. Hierin een rondboogvormig houten T-venster met verticaal ingedeeld bovenlicht en niet-oorspronkelijk traliewerk. Rode bakstenen balusters. Hardstenen topgevelafdekking met bolornamenten. Twee dakkapellen met rechthoekige houten T-vensters aan weerszijden van de tuitgevel, met een schilddakje ingestoken op het dakschild.  De lange, nagenoeg symmetrische ZIJGEVEL van deze vleugel telt zeven vensterassen, die twee- en driegewijs gepaard in de gevel zijn geplaatst. Elke as heeft een getoogd souterrainvenster onder een strek, voorzien van traliewerk en wordt bekroond door een dakkapel met rechthoekig houten T-venster en een schilddakje. Naast de kapel in de tweede as vanaf de straatzijde is een schoorsteen geplaatst. In beide bouwlagen heeft nagenoeg elke as een rechthoekig dubbel houten kruiskozijn met vierruitsindeling van de bovenlichten en decoratieve geleding in de glaspanelen: horizontaal, boven de dorpel tweeruits geleding per glaspaneel. In de tweede laag zijn twee vensternissen ten dele blind. Rondboogvormige vensterlijsten met in vormgeving en kleur variërende vulstukvlechtingen. Decoratieve lichtrode bakstenen frieslijst. Keramische waterlijsten, waarin hardstenen vensterdorpels. De korte ACHTERGEVEL van de zijvleugel telt slechts één travee. Geprofileerde plint met lichtrode bakstenen profiellijst. Trapbordes met zeven hardstenen traptreden, deels vernieuwd. Het hekwerk van het bordes is verdwenen. Getoogde souterrainvensters van uiteenlopende samenstelling met tralies en strekken. In de eerste bouwlaag een rechthoekige dubbele houten paneeldeur met zesruits bovenlichten. In de tweede laag een rechthoekig, dubbel houten kruiskozijn met vierruitsindeling van de bovenlichten en decoratieve geleding in de glaspanelen: horizontaal, boven de dorpel tweeruits geleding per glaspaneel. De gele bakstenen speklagen zijn verdwenen. De kozijnen zijn nog steeds geplaatst in rondbooglijsten, maar deze lijsten zijn sober en eenkleurig. Lichtrode bakstenen vlechtingen in de vulstukken. Eenvoudige, lichtrode bakstenen frieslijst met blokornamenten. Drie dakkapellen, één schoorsteen. Tegen de ZIJGEVEL van deze zijvleugel is over alle bouwlagen, inclusief de zolderverdieping, op rechthoekige grondslag een natte cel met een - niet oorspronkelijk - plat dak uitgebouwd. In beide korte gevelzijden een reeks van drie rechthoekige houten vensters met vierruits bovenlicht, horizontale geleding van het glaspaneel (eerste en tweede laag), alsmede een tweeruits geleding van het glaspaneel boven de vensterdorpel. In de lange gevelzijden per bouwlaag twee kleine rechthoekige houten vensters met horizontale geleding. Alle vensters zijn geplaatst in rondboogvormige lijsten met eenvoudig, lichtrood gekleurde vlechtingen in de vulstukken. Lichtrode bakstenen frieslijst. Getoogde souterrainvensters in de geprofileerde plint van de natte cel. In het resterende ZIJGEVELVLAK is, in de geprofileerde plint en in de oksel met de uitgebouwde natte cel een getoogde dubbele houten souterraindeur onder een strek geplaatst. Deze deur heeft glaspanelen met kleine roedenverdeling en is bereikbaar via een aantal bakstenen traptreden, waarnaast een decoratieve smeedwerk balustrade. Naast deze dubbele deur is in de plint nog een getoogd houten kruiskozijn onder een strek geplaatst. Daarboven, in beide bouwlagen en beide vensterassen een rechthoekig houten kruiskozijn met vierruits bovenlicht, horizontale geleding van het glaspaneel, alsmede een tweeruits geleding van het glaspaneel boven de vensterdorpel. Rondboogvormige vensterlijsten met lichtrode bakstenen vlechtingen. Eenvoudige lichtrode frieslijst met bloktanden. Op het dakschild boven de bakgoot een centraal geplaatste kapel met rechthoekig houten T-venster en houten fronton. De ACHTERGEVEL van het hoofdvolume tussen zijvleugel en kapel is aanzienlijk soberder dan de voorgevel. Een blinde geprofileerde plint met lichtrode bakstenen lijst. Zes vensterassen. In de eerste laag vijf, in de tweede laag zes rechthoekige houten T-vensters met horizontaal gelede glaspanelen. Vernieuwde venstervleugels. Rondboogvormige vensterlijsten met lichtrode bakstenen vlechtingen in de vulstukken. Eenvoudige lichtrode frieslijst met bloktanden. In de eerste laag, in de oksel met de sacristiegang, een rechthoekige dubbele houten deur met bovenlicht in een rondboogvormige lijst met lichtrode bakstenen vlechtingen in het vulstuk. Vijf hardstenen traptreden. In de oksel van de achtergevel van de kapel een blokvormig bakstenen volume van twee lagen onder een plat dak. In elke laag twee rechthoekige houten toiletvensters in een rondbooglijst met lichtrode bakstenen vlechtingen in het vulstuk. In het gevelvlak boven de sacristiegang een rechthoekige houten deur met bovenlicht in een getoogde omlijsting, die toegang geeft tot het platte dak boven de sacristiegang. Het platte dak van het blokvormige bakstenen bouwvolume van twee lagen is toegankelijk via een rechthoekige dubbele houten deur met bovenlicht in een getoogde omlijsting, die hoog in de tweede laag van de achtergevel van het hoofdvolume is geplaatst. Naast de kapel is een SACRISTIE van één laag met toeleidende SACRISTIEGANG gebouwd. De sacristiegang heeft drie gevelvlakken, geleed door lisenen, elk met twee houten spitsboogvensters met glas-in-lood in lichtrode bakstenen profiellijsten. In de plint van de sacristiegang per travee twee getoogde houten T-vensters met traliewerk.  In de iets verhoogde sacristie rondboogvormige, verticaal ingedeelde vensters (twee aan de lange gevelzijde, één in de korte gevelzijde) met verticaal geleed bovenlicht in lichtrode bakstenen omlijstingen. In de plint van de sacristie vijf licht getoogde houten souterrainvensters (lange zijde) en een getoogde dubbele houten souterraindeur met zesruits glaspanelen (korte zijde). Het platte dak van de sacristiegang en de sacristie worden aan het oog onttrokken door een opengewerkte bakstenen attieklijst. In het metselwerk van de kapel is in deze gevelzijde het oorspronkelijke gesneden voegwerk ten dele vervangen door platvol voegwerk.  De achterliggende KAPEL heeft een hoog schip met drie traveeën, onderling gescheiden door zich verjongende steunberen met hardstenen bovenafdekking. Per travee een spitsboogvenster met lichtrode bakstenen omlijsting, traceringen en glas-in-lood. Muizentandlijsten. Het schip wordt gedekt door een zadeldak met leien, aan elke lange dakzijde met dakkapellen, voorzien van verticaal ingedeelde houten vensters en schilddaken met pionnen. De tuitvormige scheimuur tussen schip en absis heeft een hardstenen afdekking en een nokkruis.  De absis is versmald ten opzichte van het schip, is vijfzijdig en heeft een lagere noklijn. Spitsboogvormige koorvensters met glas-in-lood, tussen de zich verjongende steunberen met hardstenen bovenafdekking. Dakkapellen identiek aan de kapellen op het schip. In de plint, per gevelvlak,  één licht getoogd houten souterrainvenster onder een strek. In het achterste gevelvlak van de absis een hardstenen gevelsteen met het opschrift "TER EERE van de HEILIGE JOZEF, 10-09-1911". De andere zijgevel van de kapel heeft dezelfde opbouw en indeling, maar ontbeert een sacristie en sacristiegang. In de oksel tussen absis en schip is een achtzijde ranke traptoren geplaatst. Hierin een rechthoekige houten buitendeur onder een hardstenen latei. Lichtrode bakstenen hoekprofielen in de traptoren. Spitsboogvormige trappenhuisvensters. Het schip van de kapel heeft aan deze zijde in de geprofileerde plint met profiellijst, per travee twee licht getoogde souterrainvensters met traliewerk.  In de oksel van kapel en ACHTERGEVEL van het hoofdvolume een over twee bouwlagen én de zolderverdieping uitbouwde natte cel annex TRAPTOREN, verhoogd met een zich verbredende, op friezen uitkragende vierkante opbouw met ingesnoerde spits. Deze toren heeft in de ene gevelzijde per laag twee rechthoekige houten venstertjes in een rondboogvormige omlijsting met lichtrode vlechtingen in de vulstukken; in de andere gevelzijde een getoogd deurkozijn met verticaal ingedeeld glas-in-lood-bovenlicht onder een strekboog en rechthoekige houten T-vensters, deels met kleine roedenverdeling in rondboogvormige omlijstingen met vulstukken. De aansluitende ACHTERGEVEL van het hoofdvolume is asymmetrisch ingedeeld. In drie assen zijn over twee bouwlagen rechthoekige houten T-vensters met bovenlichten en horizontaal gelede glaspanelen geplaatst. Rondboogvormige vensterlijsten met lichtrode bakstenen vlechtingen. Daarnaast in de eerste bouwlaag een rechthoekig houten kruiskozijn en in de tweede bouwlaag een dubbele reeks van drie rechthoekige, horizontaal ingedeelde stalen vensters. Op het achterdakvlak drie dakkapellen met fronton en verticaal ingedeeld vensterkozijn. Het INTERIEUR van het voormalige weeshuis is wat betreft de indeling grotendeels in tact bewaard gebleven. Uitsluitend de doorgangen tussen hoofdvolume en zijvleugel zijn gedicht. In het hoofdvolume bevonden zich overwegend de verblijfsruimten van de religieuzen, in de zijvleugel de slaapzalen (zolders) en de onderwijs- en werkruimten (beide bouwlagen en souterrain). In het souterrain van de kapel bevinden zich eveneens werkruimten én de sanitaire voorzieningen.  In dit interieur zijn onder meer de volgende onderdelen van belang. Het hoofdvolume uit 1901 beschikt achter de entreeparij over een portaal met terrazzo vloeren, gemarmerde lambriseringen en een reeks gepleisterde kruisribgewelven, steunend op bakstenen kolommen met composietkapitelen en gesneden voegen. In dit portaal de entree van de kapel. Aan weerzijden van deze entree een trappenhuis met rijk geornamenteerde smeedijzeren balustraden.  De zijvleugel beschikt nog over de oorspronkelijke trappenhuizen, de indeling van de slaapzalen en de schoollokalen is nog herkenbaar aanwezig. Authentieke deuren. Het interieur van de kapel is aanzienlijk versoberd en in een grijstint gesausd. Het betreft een éénbeukig schip. Zangkoor en schip tellen vier kruisribgewelven, het versmalde koor heeft een kruisribgewelf en een half stergewelf. Beeldconsoles zonder beelden. De bakstenen colonnetten zijn geel gesausd. Vernieuwde vloer. Ontruimde biechtstoelnis. Het zangkoor is afgesloten met een tussenwand. Koor met witmarmeren altaar. Authentieke glas-in-lood vensters in het koor, niet-oorspronkelijk figuratief glas-in-lood in het schip. 

Waardering

Het voormalige weeshuis Huize Nazareth is van algemeen belang vanwege het geheel van navolgende waarden. Huize Nazareth is van cultuurhistorisch belang als exponent van de op religieuze grondslag georganiseerde maatschappelijke zorg in het begin van de twintigste eeuw. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door de geornamenteerde rijke baksteenarchitectuur, de bouwstijl, de betrokkenheid van architect Henri Seelen en de kwaliteit van het interieur. Huize Nazareth werd gebouwd op ruime afstand van de stad, waardoor er een min of meer gesloten leefgemeenschap werd gecreëerd. Dit maakt de situering langs de Straelseweg van belang. Huize Nazareth is in hoge mate gaaf bewaard gebleven en is in cultuurhistorisch en typologisch opzicht zeldzaam.    

Zie ook:  http://nl.wikipedia.org/wiki/Klooster_Nazareth_(Venlo)

Voormalig Klooster Nazareth