Van einde november 1944 tot begin maart 1945 lag Arcen onder het bereik der Engelse kanonnen, die er lelijk huishielden. Op 27 november vond de eerste beschieting plaats. Na een hevig artillerievuur stortte de spits van de kerktoren neer. Dit gebeurde op 9 december. Iets later viel het schip van de kerk voor een groot deel in. Op een zeer merkwaardige manier werden de kerkelijke vaten gered. Ze waren verpakt in drie kisten en opgeborgen in de kluis van het klooster St. Paul (Klein Vinck), dat enkele kilometers van het dorp verwijderd lag. Daar werden ze ontdekt door de 'Grüne Polizei' en naar Duits gebied vervoerd. Een handige Arcense jongen, die niet evacueerde, wist de betreffende Duitsers onder invloed van sterke drank te brengen, maakte de drie kisten met kostbaarheden buit en verdween ermee. Vervolgens begroef hij ze nabij het Duitse dorp Walbeck, even over de grens, in de bossen en kon ze later weer naar Arcen terugbrengen. Ze kwamen allemaal ongeschonden te voorschijn.

Bron: De verwoeste kerken van Limburg/A. van Rijswijck, pr. -1946