Adam en Eva in het paradijs; Verdrijving uit het paradijs; Brandoffers van Kaïn en Abel; De ark van Noë; De duif met de olijftak; De kinderen van Noë bevolken de aarde; De toren van Babel; Het bezoek van de drie mannen aan Abraham; Lot wordt twee engelen bezocht; De verwoesting van Sodom; Het offer van Isaak; Rebekka geeft de knecht van Abraham te drinken; Droom van Jacob: de ladder naar de hemel; Droom van Jacob: gevecht met de engel; Droom van Jozef: de korenschoven buigen voor die van Jozef; Jozef wordt in de put gesmeten; Jozef ontvangt zijn broers in Egypte; Mozes wordt in een biezen mandje in de Nijl gezet; Mozes weidt de schapen van zijn schoonvader in Midjan; De slavenarbeid van het Joodse volk; Mozes en de brandende braamstruik; De plagen van Egypte; De dood van de eerstgeborenen; De uittocht uit Egypte; De doortocht door de Rode Zee; De mannaregen; De aanbidding van het gouden kalf; Mozes slaat het water uit de rots; Mozes verdrijft de giftige slangen; Mozes ontvangt de twee tafelen met de Tien Geboden; In de laagbouw. Niet alle afbeeldingen zijn in algemeen toegankelijke ruimtes aanwezig, al staan de meeste in de dagkapel. De volgorde van het verhaal is aangehouden in de plaatsing. De afbeeldingen zijn genomen uit Genesis, Exodus en Numeri.