De vont bestaat uit een zich naar beneden verjongende kuip op vier prismatische pootjes. Op de zijkanten bevinden zich vier reliëfs, voorstellende de Doop van Christus in de Jordaan, Christus geneest de blinde, Mozes slaat water uit de rots, Petrus doopt de eerste heidenen. Op de bovenzijde van de kuip is in de rand in reliëf een aantal vissen uitgehakt. De vont wordt afgedekt door een bolwelvend deksel, bekroond met een rechtopstaande vis, die een kruis inslikt. Aan het deksel is een neogotische hijskraan bevestigd. Aan de muur hangt nog het anker, waaraan voordien het deksel kon worden opgehangen. Uitgevoerd door V. Laudy, Sittard (steen) en Kersten, Maastricht (kopersmeedwerk). Het ontwerp van de vont is van Ramaekers, evenals het deksel en het anker, waar het deksel kon worden opgehangen. De kraan is afkomstig uit de voormalige St. Annakerk te Breda. Het neogotische deksel werd gestolen voordat de doopvont werd verwijderd. De vont staat in de H. Anthonius van Padua te Blerick.