O.L. Vrouw Geboorte
Ga naar de site van de patroonheiligeGa naar site van het gebouw c.q. de parochie
Parochie/kerkgemeente: | Onze Lieve Vrouw Geboorte |
Dekenaat/kerkverband: | Venray |
Soort gebouw: | Parochiekerk |
Plaats: | Blitterswijck |
Gemeente: | Venray |
Adres: | Plein 1 |
Postcode: | 5863 AT |
Coördinaten: | x: 205149,118, y: 393864,32 |
Rijksmonumentennummer: | 28433 Code: 5863AT-00001-01 |
Kadastrale gegevens: | Meerlo 002 F 517 |
Bouwpastoor/bouwpredikant: | P.S.J. Verheggen |
Architect(en): | |
Kunstenaar(s): | |
Huidig gebruik: | R.K. Kerk |
Foto: Thomas Joosten
Redengevende omschrijving Rijksdienst voor de Monumentenzorg
O.L. Vrouwekerk. Schip met noordelijke zijbeuk, XV; koor en dwarspand 1951. Tot de inventaris behoren o.a.: houten beelden; kruis met corpus van omstreeks 1700; calvarie, XVI: pieta, circa 1500; H. Catharina, circa 1500. Op het kerkhof vijf hardstenen grafkruisen, 1617. 1809. (Datum: 11-07-1968).
Ruimtelijke context
De O.L.V. Geboortekerk staat centraal in het dorp aan een groot plein. De omliggende bebouwing bestaat uit laagbouw en is voornamelijk nieuwbouw. Het gaat om een gemeenschapshuis, een school, horeca en verder woonhuizen. Achter de kerk ligt een begraafplaats met een boomgaard. De pastorie staat in het zicht van de kerk. De kerk zelf is omringd door een open ruimte met enkele bomen. De toren fungeert als landmark.
Type
De georiënteerde bakstenen pseudokruisbasiliek met fronttoren bestaat uit het gotische schip met nieuwbouw, die is ontworpen in een historiserende vormentaal. De kerk is op basis van het schip een rijksmonument.
Bouwgeschiedenis
Voorgangsters
De oudste bekende datum, met betrekking tot de kerk, is 1406, toen een toren aan de kerk werd gebouwd, getuige een gedenksteen in de oude toren. In het schip werd een steen aangetroffen met het jaartal 1452 en in 1485 was de parochie Blitterswijck in het bezit van de kerken in Swolgen en Meerlo, waaruit geconcludeerd kan worden, dat reeds lange tijd een kerk in Blitterswijck heeft gestaan. In de 18de eeuw werd een sacristie tegen het koor aangebouwd. In de jaren 1876-1878 werden deze gebouwen door architect Karl Weber gerestaureerd. Op 21 november 1944 werd de toren door de zich terugtrekkende Duitsers opgeblazen, waarbij de kerk zwaar werd beschadigd. Door de gevechten nadien leed de kerk nog meer schade. Een voltreffer op de kelder, waar de roerende zaken waren ondergebracht, deed ook deze zaken verloren gaan. Direct na de oorlog werd besloten de kerk te restaureren. Mede hierdoor konden er geen opgravingen worden verricht. Alleen aan de zijde van het priesterkoor werden enige onderzoekingen gedaan, waaruit werd geconcludeerd, dat het schip oudtijds een rechte koorafsluiting heeft gehad.
Uit het dagboek van de heer Verdijk (1909-1994)
25 november 1944
De laatste Duitsers trekken met vrachtwagens en geschut op de Limburgse Maasoever terug. Deze gaan nu de loopgraven aan de rechteroever bezetten. Ze dwingen de burgers mitrailleursnesten te maken aan de Maas, onder het vuur der Engelsen. Ik neem vlug de benen en laat me de hele dag niet meer zien.
De kerktorens aan de andere Maasoever, zoals Meerlo, Broekhuizenvorst en Blitterswijk hebben we successievelijk in de lucht zien vliegen, alvorens de Duitsers deze dorpen verlieten.
Ook de kerk van Well wordt vandaag door de Engelsen plat geschoten, alsmede de molen.
Vooroorlogse kerk. Bron: De verwoeste kerken in Limburg
Huidige kerk
Na de verwoesting van de oude kerk werd de Annakapel ingericht als noodkerk. De kapel was daartoe echter veel te klein. In 1947 was er volgens de Analecta voor het bisdom Roermond reeds sprake om de kerk zoveel mogelijk in oude toestand te herstellen, doch haar tevens in oostelijke richting sterk uit te breiden. De architecten Brouwers en Swinkels werden daartoe aangezocht. Swinkels fungeerde als hoofdarchitect. De eerste plannen die Swinkels inbracht, op enige details na, goedgekeurd. Het was toen de bedoeling om de nieuwbouw dwars op het middeleeuwse schip te zetten. De plannen wijzigden echter in januari 1950 toen Swinkels een plan ter tafel bracht, dat, zoals in 1947 al was beschreven, voorzag in een uitbreiding naar het oosten. De Werkgemeenschap verklaarde zich ook hiermee akkoord. De aanbesteding van de vergroting vond plaats op 21 december 1950, nadat in 1948 het schip reeds was gerestaureerd. De kerk werd op 23 december
Veranderingen
In oktober 1983 vroeg het kerkbestuur toestemming om in het schip een zangtribune te bouwen, zoals die voor de Tweede Wereldoorlog ook bestaan had in de oude kerk. Het ingeleverde ontwerp werd echter afgekeurd. In 1986 werd opnieuw een plan voorgelegd, gemaakt door architect André van de Goor uit Weert. Met enige kleine wijzigingen werd dit goedgekeurd, maar tot uitvoering zou het pas in 1992 komen. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg hield zich intensief bezig met de bouw van de zangtribune, aangezien dit het einde zou betekenen van een wandschildering, voorstellende ‘Het Laatste Oordeel’ uit 1961 van Gilles Franssen. De Rijksdienst gaf echter in 1992 toch toestemming tot de bouw van de tribune, die sedertdien de laatste travee van het middenschip beheerst. In de schildering werd centraal een toegang tot de zangtribune gehakt en daaromheen werd een deurpost geschilderd. Eertijds was de axiale opstelling voorzien van kinderbanken. Deze werden op enig moment verwijderd, waardoor nu een open ruimte is ontstaan tussen de communiebanken en de banken.
Exterieur
Foto: Thomas Joosten, augustus 2007
De kerk is gedekt onder zadeldaken met leien, die zijn voorzien van mastgoten. Hieronder ligt een muizentandfries. Op de armuiteinden staan tuitgevels met rollagen in natuursteen. Aan de noordzijde ligt een zijbeuk onder een insnoering van het dak. Aan de zuidzijde staat een kleine zijbeuk onder een lezenaarsdak. Aan de westzijde staat een toren. De kerk is rondom voorzien van alternerende steunberen. De oude steunberen (tegen het schip) zijn geleed en voorzien van een waterlijst op de scheiding. Ze zijn afgedekt met een lezenaarsafdekking. De nieuwe steunberen zijn ongeleed en voorzien van een waterlijst en een lezenaarsafdekking. In het oude gedeelte staan overhoeks steunberen, in het nieuwe gedeelte staan er op de hoeken twee steunberen. De spitsboogvensters zijn getraceerd. De oostgevel is polygonaal afgesloten en heeft een schilddak. In de onderzijde van de muur loopt over het gehele nieuwe gedeelte een waterlijst. In de oksel tussen transept en koor aan de zuidzijde staat een kleine vierkant uitbouw met een fries onder een schilddak. Hierin staan twee lichtspleten. Aan de zuidzijde wordt de kerk betreden door een zij-ingang. Aan de oostzijde van het noordtransept staat de sacristie aangebouwd. Deze bestaat uit en rechthoekig gebouw met rechte vensters en een muizentandfries onder een schilddak. De sacristie en de kerk zijn van elkaar gescheiden door een gedeelte met een plat dak. Aan de westzijde van de kerk is een gelede toren aangebouwd. De eerste geleding is gesloten en heeft aan de westzijde een segmentboog met een dubbele houtendeur. De tweede geleding bestaat uit lisenen en spaarvelden, vier lagen boven elkaar. In de bovenste laag zijn de spaarvelden geopend en dienen als galmgaten. De toren is gedekt met een naaldspits en is bekroond met een bal en kruis. Op de viering staat een dakruiter. Deze is vierkant, heeft een open lantaarn en is gedekt met een naaldspits met een kruis. De onderzijde is met leien gedekt, de lantaarn en de spits met koper.
Interieur
Zicht op het priesterkoor
Zicht op de zangtribune
De kerk wordt betreden via de toren, waar een recht voorportaal toegang geeft tot de ruimte onder de zangtribune. De houten zangtribune beslaat de gehele travee in staat op houten pilaren en is voorzien van een houten hekwerk in neogotische stijl. In het schip (het oude gedeelte) zijn de vloeren bedekt met natuurstenen, de muren zijn bepleisterd en is de kerk overkluisd met kruisgewelven met ribben, die rusten op een impost. In het nieuwe gedeelte zijn de vloeren bedekt met een kleiner formaat grijsgroene natuursteen, de muren zijn eveneens bepleisterd, maar de kruisgewelven zijn uitgevoerd zonder ribben of imposten. Het schip bestaat uit drie traveeën met aan de noordzijde een zijbeuk, die halverwege is gesloten met een muur. In de westelijke zijbeuk staat een biechtstoel en bevindt zich de trap naar de zangtribune. De oostelijke zijbeuk is de facto leeg, er resten nog enkele banken. De zijbeuk aan de zuidelijke kant is de doopkapel. De kapel is aan twee zijden naar de kerk geopend en wordt afgescheiden door segmentbogen. Aan de westzijde staat een spitsboogvenster met glas-in-lood. De vloer is in de gehele kapel verlaagd. Centraal is de doopvont geplaatst. Boven de kapel bevindt zich een orgelruimte, dat naar het schip is geopend met een spitsboog, in het transept met drie kleinere spitsbogen. Het transept heeft in de armuiteinden een spitsboogvenster en aan de oostelijke zijde twee spitsboogvensters. Aan de zuidelijke zijde van de absis staat de toegang vanuit het transept naar een kleine vierkante ruimte met twee lichtspleten en een altaar tegen de muur op een verhoging. Aan de westelijke zijde van deze transeptarm staat de toegang tot de zij-ingang. Deze leidt naar een kleine gang. Aan de noordelijke zijde staat de toegang naar de sacristie achter een houten deur. De viering is overkluisd met een netgewelf, het priesterkoor met een stralengewelf. De absis is verhoogd en heeft een met marmer bedekte vloer. De verhoging staat gedeeltelijk in de viering en is van de kerk afgescheiden door communiebanken. Aan de noordelijke zijde bevindt zich een ambon, die bestaat uit een zandstenen voet met een hekwerk van ijzer, dat met een houten bovenzijde is afgedekt. Aan de voorzijde in het hekwerk is de zaaier afgebeeld. In de houten lijst staat de tekst: ECCE / EXIIT / QUI / SEMINAT SEMINARE / MATTH / 13-3 De absis is polygonaal afgesloten en heeft vijf spitsboogvensters in de muurvlakken, waarvan drie met glas-in-lood. In de muur van de absis, aan de noordelijke zijde, is een kluisje in de muur ingemetseld, achter het gordijn. Het sacramentsaltaar staat op een supedaneum.
(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart – Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 –Roermond – Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003).
Zie ook: http://www.dekenaatvenray.nl/
Orgel
Blijkens het “Aardrijkskundig woordenboek” van van der Aa beschikte deze kerk in 1840 nog niet over een orgel; het nadien geplaatste instrument ging in 1944 verloren; voor de herstelde kerk bouwde Ver-schueren Orgelbouw (Heythuyzen) in 1952 een nieuw tweemanuaals orgel (waarvan aanvankelijk een 3-tal stemmen (*) nog niet werden geplaatst).Hoofdwerk Positief Pedaal
Prestant 8’ Tolkaan 8’ Subbas 16’
Roerfluit 8’ Bourdon 8’ Octaafbas 8’
Prestant 4’ Baarpijp 4’
* Fluit 4’ Nachthoorn 2’
* Kwint 2 2/3’ Sesquialter II
Mixtuur III-IV * Hobo 8’
Bron : G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht)
Glas-in-lood: Beschrijving en afbeeldingen
Het offer van Abel. Op de achtergrond Kain met de knots, de handen Gods boven het tafereel. Het offer van Abraham. Op de voorgrond links is Isaac neergeknield, met een takkenbos op zijn schouders. Rechts staat Abraham met het opgeheven zwaard dat door de engel wordt tegengehouden. Op de achtergrond links het ram in de doornenstruik. In de transeptarmen.
In de absis, links: Acht verschillende taferelen uit het leven van Anna en Maria (zigzag van linksboven naar rechtsonder); Joachim en een engel; Anna, achter spinnewiel, wordt bezocht door een engel; De ontmoeting van Anna en Joachim onder de gouden poort; De geboorte van Maria; Maria, Anna en Joachim in de tempel; Annunciatie; Verloving van Maria en Jozef; Ontmoeting van Maria en Elisabeth;
In de oculus afgebeeld Anna-te-Drieën;
In de absis, centraal; Vier taferelen betreffende het heengaan van Maria (van beneden naar boven). Sterfbed van Maria; Maria’s lege graf met bloemen, omgeven door apostelen;
Maria door engelen ten hemel gedragen; Kroning van Maria in de hemel;
In de oculus Christus met rijksappel en scepter.
In de absis, rechts: Acht taferelen uit het leven van Christus (zigzag van linksboven naar rechtsonder). Geboorte van Christus; Aanbidding der herders; Vlucht naar Egypte; Opdracht in de tempel; De twaalfjarige Jezus in de tempel; Jezus in de timmermanswerkplaats van Jozef; Bruiloft te Kana; Gekruisigde Christus;
In de oculus een engel met banderol: GLORIA IN EXCELSIS.
Christus met in beide handen een vis, staat in het water waar meerdere vissen in zwemmen. Rondom, in de buitenrand van het glas de tekst: ALLE VISJES WORDEN UIT ONZE IXOYS JEZUS CHRISTUS + IN HET WATER GEBOREN + EN ALLEEN HET VERBLIJF IN HET WATER IS ONS LEVENSBEHOUD. In de doopkapel.
Bovendien in een hartvormig rozet van maaswerk afgebeeld H. Isidorus. Op het eigenlijke raam twee ploegende ossen, met daarachter lopend twee engelen. Tekst: BID EN WERK. In de noordelijke zijbeuk.
Laatste Avondmaal: in het midden achter de tafel Christus met in zijn handen het brood, de kelk voor zich. Midden op de tafel (tevens het midden van het raam) een schaal met daarop het joodse paaslam. Op de voorgrond een ‘duivels’ kijkende Judas. In vier groepjes om de tafel heen de twaalf apostelen en Judas. Mogelijk is Judas tweemaal afgebeeld, eenmaal als de verrader (middenvoor) en eenmaal bij de apostelen uiterst links, met in zijn hand een geldbuidel. In het noordertransept.
Het volks Gods of de Gemeenschap der gelovigen, afgebeeld in twee in elkaar overlopende taferelen. Onderhelft van het raam: Mozes daalt met de stenen tafelen af van de berg Horeb, omgeven door zijn volk. Aan weerszijden een bazuinblazende engel. Bovenhelft van het raam: het Pinksterwonder, in het midden gezeten Maria en Petrus, boven hen de geestesduif, om hen heen de overige apostelen, alle met vurige tongen op het hoofd. In de zuidelijke transeptarm.
Doopvont staat op een vierkante sokkel, de vont rust op een ronde voet met zware parelrand en aan de onderzijde van de kuip bewerkt met een staande knorrenrand, daarboven over de gehele hoogte staande palmbladeren. Het geelkoperen deksel is wijd klokvormig en heeft langs de onderrand een tekstband: UIT ONZE IXOYS JEZUS CHRISTUS IN HET WATER GEBOREN. Boven zeven gedreven vissen en een kruisje in de top. Geen afbeelding beschikbaar.
Het vertrek van de Drie Koningen. De Drie Koningen volgen de ster naar Bethlehem; Aanbidding der Koningen van het Jezuskind, dat een geschenk aanneemt.
Vanaf de toren zichtbaar op de scheibogen in het schip aan de noordzijde. Op de schilderingen is telkens een van de koningen afgebeeld op de voorgrond. De eerste schildering is in 1973 door Gilles Fransen naar oude foto’s gereconstrueerd. Restauraties geschiedden in 1878, 1936 (door Gerhard Jansen uit Den Haag die zwaar bijschilderde) en 1969. Mogelijk werd later door Kurvers/RdMZ ook een restauratie uitgevoerd. Geen afbeelding beschikbaar.
Voorstelling van de Apocalyps met bovenaan, op een wolk, Christus met stigmata. Naast hem een zwaard links en een lelietak rechts. Ter weerszijden van de wolk de evangelistensymbolen. Links onder staat een engel, die bliksemstralen rechts op een draak richt. Onder de engel staan gestileerde mensen in water, de verrijzenden. Rechts voor de engel nog zo’n groep, nu de zaligen. In de buik van de draak staat eveneens een groep afgebeeld, de verdoemden. Op de torenmuur. In 1992 werd de huidige zangtribune aangelegd. Hiervoor werd een toegang in de toren gehakt. Deze staat centraal in de schildering, tussen de engel en de draak. Rondom is een deurlijst met een sluitsteen geschilderd. Hierin staat een wapen afgebeeld. Ter weerszijden staat: ANNO 1999. Geen afbeelding beschikbaar.