O.L. Vrouw Tenhemelopneming
Parochie/kerkgemeente: | H. Petrus en O.L.Vrouw Tenhemelopneming |
Dekenaat/kerkverband: | Kerkrade |
Soort gebouw: | Parochiekerk |
Plaats: | Chèvremont |
Gemeente: | Kerkrade |
Adres: | Nassaustraat 37 |
Postcode: | 6463 AS |
Coördinaten: | x: 202705,819, y: 320583,897 |
Kadastrale gegevens: | Kerkrade G 1496 |
Bouwpastoor/bouwpredikant: | B. de Groot |
Architect(en): | |
Kunstenaar(s): | |
Huidig gebruik: | R.K. Kerk |
Foto: Sander van Daal
Ruimtelijke context
De O.L. Vrouw Tenhemelopneming ligt aan een kruising van straten. Voor de kerk ligt een ruim plein met grasveld. De kerk vormt een ensemble met het parochiehuis en de pastorie en beheerst door haar omvang de omgeving die uit woonhuizen bestaat. De sierlijke campanile is een landmark.
Type
Niet-georiënteerde zaalkerk op rechthoekig grondplan. Het kerkschip rijst als ongelijkzijdige zeshoek met naar binnen geknikt dak uit boven de omgang. De kerk is uitgevoerd als betonskeletbouw met baksteen en natuursteen invulling. Bij de kerk staat een opengewerkte betonnen campanile. De banken zijn axiaal opgesteld.
Bouwgeschiedenis
Noodkerk
De parochie O.L. Vrouw Tenhemelopneming werd in 1952 gesticht. Tot bouwpastoor werd kapelaan B. de Groot benoemd. Op 7 december 1953 werd de noodkerk annex verenigingslokaal, die gebouwd werd aan de Zonstraat, aanbesteed. Architect G. Steinfeld maakte het ontwerp. De laagste inschrijver was firma Scheeren CV met 144.006 gulden. De eerste steenlegging vond plaats op 16 mei 1954. De gedenksteen droeg het opschrift: GEBOUWD MARIAJAAR 1954. De noodkerk werd in november van dat jaar in gebruik genomen.
Huidige kerk
De plannen van bureau Swinkels en Salemans werden vrijwel direct door de WGA en BBC positief ontvangen. In eerste instantie was een crypte gepland, maar die werd om financiële redenen wegbezuinigd. In april 1961 begon aannemersmaatschappij Melchior uit Maastricht met de bouwwerkzaamheden. De eerste steen werd gelegd op 25 juni 1961. Zes maanden later, op 24 december, werd de kerk ingezegend. In september 1962 werd de klokkentoren, die uit geprefabriceerde elementen bestond, opgericht. Een soortgelijke toren zou aanvankelijk ook bij de Christus Koningkerk te Hoensbroek worden opgericht, maar werd daar door een eenvoudiger exemplaar vervangen. De consecratie van de O.L. Vrouw Tenhemelopneming vond plaats op 22 september 1962.
Veranderingen
In de jaren zeventig werden diverse interieurstukken (gebrandschilderde ramen, doopvont, tabernakel) uit de buitengebruik gestelde neo-romaanse Sint-Petruskerk van Chèvremont (St. Pietersrade, afgebroken in 1980) herplaatst in de O.L. Vrouw Tenhemelopneming. Tot grote bouwkundige veranderingen leidde dit niet. Wel is de ingangspartij veranderd. Er werd een zangtribune gebouwd en een glazen wand geplaatst, zodat een hal ontstond gelegen tussen kerkzaal en ingangspartijen.
Zie ook: O.L. Vrouw van Chevremont als bedevaart.
Exterieur
Foto: Sander van Daal
De hoofdingang ligt in de voorgevel van de ombouw aan het kerkplein. De ombouw is opgetrokken in breuksteenverband met daartussen op regelmatige afstand stroken mangaansteen. Het hoofdportaal en de drie zijportalen zijn daarentegen in beton uitgevoerd. Zij springen ten opzichte van de gevels iets uit. Het hoofdportaal is toegankelijk via een dubbele houten deur en twee dubbele glazen deuren. De zijdeuren zijn allemaal van hout. De omgang is nagenoeg blind en heeft een plat dak. Alleen de sacristie, de bijsacristie en de dagkerk hebben ramen. De achterzijde van de kerk heeft eveneens een dubbele van glas voorzien houten deur. Boven deze deur is een luifel aangebracht. De kerkzaal is in oranje-rode baksteen opgetrokken die sterk constrasteert met de ombouw. Het naar binnen geknikte dak in combinatie met de uitgerekte zeshoekige plattegrond vormen eveneens een constrast met de sobere ombouw. In de voorgevel doorbreekt een rechthoekig uit betonnen kolommen bestaand raam het muurvlak. Tussen de kolommen zijn glas-in-loodramen aangebracht. De zijgevels worden geleed door zware rechthoekige pijlers die de dakconstructie dragen. Tussen deze pijlers zijn aan iedere zijde zes grote glasramen geplaatst, die schuin naar buiten wijken en dwars staan op de schuine lijn die de zijgevels van het schip maken. De gevels van het koor zijn blind. De daklijst, die naar beneden toe steeds breder wordt, is bekleed met plaatwerk. De sierlijke betonnen campanile bestaat uit drie zich naar beneden toe verjongende benen die in de top met elkaar verbonden zijn. Onder de klokken is een driehoekig plateau gemaakt, dat de drie benen eveneens met elkaar verbindt. De toren wordt bekroond met een ijzeren bol en een kruis. Tegen de benen van het koor zijn beelden geplaatst van Sint-Michaël (patroon van de schutterij van Chèvremont) en Sint-Barbara (patrones van de mijnwerkersbond van Chèvremont).
H. Barbara en H. Michaël. Foto: januari 2018, Leo Van Loo
Interieur
Zicht op het priesterkoor
Zicht naar achteren
Via de hoofdingang, waarachter een tochtkast licht met drie dubbele deuren, betreedt men een grote rechthoekige hall. De hall heeft vensters nog licjtkoepels en is derhalve tamelijk donker. Er ligt een tegelvloer en de vlakke plafonds zijn deels uit hout en deels uit beton. Tegen de buitenmuur van de hall zijn aan weerszijden van de twee biechtstoelen een reeks devotiekapellen gerealiseerd. Twee kapellen waren vanaf het begin daar voorzien, twee andere zijn erbij gekomen doordat de bergingen zijn gewijzigd. Tegenover de biechtstoelen en kapellen zijn onder het oxaal twee nieuwe bergingen gerealiseerd. Glaswanden met deuren sluiten de hall af van het kerkschip en de omloop. De hoofdingang naar de kerk ligt onder de zangtribune. De betonnen zangtribune neemt vrijwel de hele breedte van het schip in beslag en rust op twee ronde kolommen. Boven de tribune loopt het dak omhoog. Vanuit de hall loopt een middenpad tussen vier axiaal opgestelde bankenblokken naar het priesterkoor. De met kwartsiettegels belegde vloer van het schip is aflopend. Het zeshoekige schip loopt richting het koor taps toe, terwijl het dak in die richting omhoog loopt. De aandacht wordt aldus naar het litugische centrum getrokken. De kerkzaal wordt ritimische geleed door de rechthoekige betonnen pijlers, die ten opzichte van elkaar inspringen. De pijlers zijn niet afgewerkt; de bekistingsnaden zijn nog zichtbaar. Tussen de pijlers, die de dakconstructie dragen, staan de grote vensters. Het vlakke houten plafond volgt de dakconstructie en bereikt achter in het schip zijn laagste punt om vandaar uit, richting het koor en de zangtribune, weer omhoog te lopen. Het priesterkoor verheft zich vijf treden boven het vloerniveau van de kerkzaal. Het koor is belegd met geaderd marmer. Het sacramentsaltaar staat wederom een trede hoger. De zich naar het priesterkoor toe verbredende omgang, voor zover die aan de kerkzaal grenst, herbergt de doopvont (rechts) en het oorspronkelijk tabernakel (links). Voor het overige is de omgang vrij. Rondom het priesterkoor liggen de sacristie, de bijsacristie, de dagkerk en de parochiedrukkerij. De omgang heeft houten plafonds en betonnen wanden. De dagkerk is een lang rechthoekige ruimte met vlak plafond. De binnenwanden zijn opgetrokken uit betonblokken. Het altaar staat op een supedaneum dat een trede hoger is dan de vloer van de dagkerk. De dagkapel ontvangt daglicht via vijf lichtkoepels en een raampartij ter hoogte van het altaar. Een deur biedt toegang tot de sacristie.
(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart – Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 –Roermond – Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003)
Orgel
Voor de toenmalige St. Petruskerk bouwden Gebr.Vermeulen (Weert) in 1932 een tweemanuaals orgel; dit verhuisde in 1980, toen de St. Petruskerk werd gesloopt, naar de nieuwe kerk en werd bij die gelegenheid door Groenewegen gewijzigd.
Hoofdwerk Zwelwerk Pedaal
Prestant 8’ Fluitprestant 8’ Subbas 16’
Fluit harm. 8’ Gamba 8’ Fluit 8’
Salicionaal 8’ Voix celeste D 8’ Openfluit 4’
Bourdon 8’ Quintadeen 8’ Bazuin 16’
Prestant/Octaaf 4’ Holpijp 8’
Fluit 4’ Fluit travers 4’
Mixtuur III-V Viool 4’
Cornet D V Nasard 2 2/3’
Trompet 8’ Piccolo 2’
Sesquialter II
Echotrompet 8’
Bron: G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsibliotheek Maastricht)
Verder is er nog het oorspronkelijke orgel in de kerk, het kleine Verschueren orgel (een mechanisch sleepladenorgel uit 1965, opus 650) dat nog steeds in de kerk aanwezig is naast het altaar.
Een uitgebreide beschrijving en een paar mooie foto's van het Verschueren orgel uit 1965 is te vinden op: https://www.orgelsite.nl/kerkrade-chevremont-sint-petrus-en-maria-ten-hemelopnemingskerk-kleine-orgel/
Hardsteen, 1961. Tekst: ONDER MARIA’S BESCHERMING GEBOUWD A.D. 1961
Voor glas-in-lood zie ook: Beschrijving en Afbeeldingen
Glas-in-lood, XXa.
Voorstellingen van Notre Dame de Chèvremont en de H. Quirinus en kleinere voorstelling van de zegenende Logos, kerkje met chiro-teken, schip, zwaard tussen palmtakken en een kruis. In het schip. Afkomstig uit de H. Petruskerk van Pietersrade.
Glas-in-lood, XXB. Vier engelen. In de dagkapel. Afkomstig uit de H. Petruskerk van Pietersrade.
Vieringaltaar, natuursteen, XXc. Tombe-altaar in groene natuursteen.
Vieringaltaar, natuursteen, XXa. Neoromaans tombealtaar met op de voorzijde een voorstelling van het offer van Melchisedek en op de zijkanten voorstellingen van Jesaias en Jeremias. In de dagkapel. Afkomstig van de St. Petruskerk van Pietersrade.
Tabernakelaltaar, natuursteen, 1962. Stipes met kleine mensa. In de omgang.
Tabernakelaltaar, groen natuursteen, XXc. Kolom met daarop het tabernakel. Op het priesterkoor.
Tabernakel, gegoten messing XXa. Op de deurtjes gegraveerd (met zwartgemaakte contouren) de annunciatie. Op de randen sterren van glas. Het tabernakel staat op een groene, natuurstenen sokkel. Op het priesterkoor. Afkomstig van de St. Petruskerk van Pietersrade.
Tabernakel, gegoten messing, 1962. Op de deuren vier gestileerde eucharistische symbolen: brood, vissen, levensboom (?), wijnkruik. Op de achterzijde de tekst: DONUM DEDIT ME WED. MB SCHEEREN-OTTEN KERSTMIS 1962. In de omgang.
Tabernakel, geelkoper, XXa. Voorstellingen van kruisen met druiventros en korenaar. Teksten: HIC EST CALIX SANGUINIS MEI en HOC EST ENIM CORPUS MEUM. In de dagkapel. Afkomstig van de St. Petruskerk van Pietersrade.
Hardsteen en eikenhout, 1915. Neoromaanse doopvont. Trommel met vier romaanse zuiltjes ertegen op een plint met ronde hoeken op de bovenrand van de vierlobbige kuip een band met inscriptie, die de schenkers vermeldt. Op het deksel een beeldengroep in eikenhout voorstellende de doop van Christus in de Jordaan. Tekst: HOC FONTE BAPTISMALI ECCLESIAM DE ST. PIETERSRADE DONAVERUNT FRANCISCUS HERPERS, SERVATIUS BUIJSEN EJUSQUE UXOR AGNES HERPERS EX CHEVREMONT AD MCMXV
Staties, keramiek, E. Wesseling, Terwinselen, St. Joris Beesel, 1987. Veertien staties in hoogreliëf. In de omgang.