Op 23 september 1944 bliezen de Duitsers niet alleen de spits, maar ook het hele metselwerk van de toren op. Ze hadden van te voren uitdrukkelijk verzekerd dat het bij de spits zou blijven. Dat door de val van de toren de kerk verder niet beschadigd werd, was een geluk bij een ongeluk. Twee dagen daarna waren de geallieerden in het dorp en een van hun eerste werkzaamheden was, om met het puin van de kerk de wegen te verharden. Negen weken lang lag de plaats daarna onder vuur van Duitse granaten, waarbij de kerk vele treffers kreeg, vooral op 14 november. Falschirmjäger lagen aan de andere kant van het kanaal Wessem-Nederweert, bestookten huizen en wegen met mitrailleurvuur, staken 's nachts het kanaal over en deden boerderijen in vlammen opgaan. In de toenmalige gemeente Ell en Hunsel brandden in die weken 32 boerderijen af. Eindelijk, op 14 november trokken de geallieerden over het kanaal en was de oorlog voor Ell voorbij.
Bron: De verwoeste kerken in Limburg / A. van Rijswijck, pr. - 1946
