De Duitsers bliezen op 20 februari 1945 de kerk met drie, op verschillende plaatsen gelegde ladingen dynamiet op. De toren, alsmede het grootste gedeelte van dak en gewelven werden verwoest. Ongeveer de hele inventaris ging daarbij verloren. Daaronder waren van waarde: de oude klok, een paar gegoten koperen drievoetskandelaars uit de 17e eeuw en enkele prachtige paramenten. Ook hadden de Duitsers de kelken en andere gewijde vaten klaar gezet om mee te nemen. Dankzij de behendigheid van enkele niet-geëvacueerde parochianen, die van een ogenblik van onachtzaamheid der Duitsers profiteerden, bleven ze echter voor de parochie behouden. Ze werden, na onder de neus der dieven te zijn weggekaapt, in de grond verborgen.
Bron: De verwoeste kerken in Limburg / A. van Rijswijck, pr. - 1946