Tabernakel. De tombe heeft aan de voorzijde drie rechthoekige panelen, die onderling zijn gescheiden door zuiltjes met een bladkapiteel en een basement met een bladmotief. De mensa steekt iets over en draagt een kaarsenbank aan weerszijden van de tabernakel. Boven de kaarsenbank wordt het altaar afgesloten door een hekwerk met palmetten aan de bovenzijde. Achter het hekwerk staat aan weerszijden een engel met de Arma Christi. Centraal staat de tabernakel, met op de deur in bas-reliëf een pelikaan in een medaillon, omringd door bladmotieven en voluten. Op de tabernakel staat een expositietroon, die bestaat uit een op vier getordeerde zuilen gedragen zadeldak, afgezet met palmetten en glasstenen.
(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart – Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 –Roermond – Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003).
