Norbertus
Ga naar de site van de patroonheiligeGa naar site van het gebouw c.q. de parochie
Parochie/kerkgemeente: | H. Norbertus |
Dekenaat/kerkverband: | Horst |
Soort gebouw: | Voormalige parochiekerk |
Plaats: | Horst |
Gemeente: | Horst aan de Maas |
Adres: | Wittenhorststraat 2 |
Postcode: | 5961 XN |
Kadastrale gegevens: | Horst N 247 |
Bouwpastoor/bouwpredikant: | L.A. Theunissen |
Architect(en): | |
Kunstenaar(s): | |
Huidig gebruik: | Aan de eredienst onttrokken in 2011. Anno 2015 wordt de kerk gesloopt cq. verbouwd |
Foto: Thomas Joosten
Ruimtelijke context
De Norbertuskerk ligt centraal in de nieuwe woonwijk, die ten noorden van de kern van Horst op de locatie Veld-Oostenrijk werd gebouwd. De kerk wordt omgeven door vier straten. Aan de voor- en achterzijde is een reeks parkeerhavens aangebracht. Op het voorplein aan de oostzijde van de kerk staat op een sokkel een moderne sculptuur. Terzijde, aan de rand van het plantsoen, staat een bankje. Rondom de kerk liggen grasvelden met enige bomen en plantsoenen. De kapelanie en pastorie zijn tegen de zuidgevel van de kerk gebouwd. Achter de kerk ligt de basisschool. De omliggende bebouwing stamt nog grotendeels uit het begin van de jaren zestig en bestaat uit etagewoningen en eengezinswoningen. De toren is een landmark.
Type
De Norbertuskerk is zaalkerk op rechthoekig grondplan. Tegen de kerk zijn twee patiobungalows gebouwd ten behoeve van de parochiegeestelijkheid. De kerk, die uitgevoerd is als met baksteen beklede betonskeletbouw, heeft een betonnen klokkentoren.
Bouwgeschiedenis
Volgens het Dagblad voor Noord-Limburg van 20 december 1963 was er in 1952 na de ingebruikname van de [*]Lambertuskerk reeds sprake van een nieuwe parochiekerk. De gemeente Horst immers plande 1200 woningen in uitbreidingsgebied Veld-Oostenrijk. Deken Debije van Horst maakte op 12 januari 1958 voor het eerst bekend dat daadwerkelijk een nieuwe kerk gebouwd zou worden. De bewoners van Veld-Oostenrijk en omstreken hadden jaren bijgedragen aan de bouw van de Lambertuskerk. Het was niet meer dan billijk, dat alle parochianen van de Lambertuskerk zouden gaan bijdragen aan de bouw van de nieuwe kerk. Deze solidariteit bleef tot en met de consecratie van de kerk in 1964 gehandhaafd en leverde in totaal zo’n 180.000 gulden op. Vanaf 1960 werd het geld verzameld in het ‘Norbertusfonds’. Kapelaan Theunissen van de Lambertusparochie kreeg in juli 1960 de opdracht de nieuwbouw te realiseren. Reeds voor zijn benoeming in 1959 bezocht Theunissen in gezelschap van deken Debije en deken Hoogers van Gronsveld de kerken van architect H.M. Koldeweij in Hilversum en Amersfoort. Men wenste een grote kerkruimte zonder pilaren. De kerk van Malden stond daarbij model. Kerk en parochie werden vernoemd naar de H. Norbertus van Gennep. Bouwpastoor Theunissen was afkomstig uit die plaats. Bovendien knoopte hij aan bij de geschiedenis van Horst, waar de norbertijnen eeuwenlang met de zielzorg belast waren geweest. Het ontwerp van Koldewij werd na enige aanpassingen goedgekeurd. Tegen de zuidgevel van de kerk werden in de vorm van twee patiobungalows een pastorie en een kapelanie gebouwd. In deze aanbouw was tevens een parochiezaaltje ondergebracht. Opmerkelijk was de plaatsing van de doopvont. Die stond niet langer in een aparte kapel, maar in de kerk, vlakbij het koor. De kerk werd in augustus 1962 aanbesteed. Het werk werd gegund aan de firma Haegens-Martens. In de herfst van 1962 werd de bouw een begin gemaakt. De eerste steenlegging vond plaats op 28 april 1963. Ondanks het feit dat de bouw te lijden had onder de vorst kon flink worden doorgewerkt en werd de kerk op 24 december 1963 in gebruik genomen worden. De consecratie vond plaats op 8 maart 1963. Jan Koldeweij, de broer van de architect, maakte de ontwerpen voor de doopvont, tabernakel, processiekruis en kandelaars. De monumentale glaswand in de oostgevel werd door Jacques Frencken ontworpen. Sierlijk gevormde letters tonen in het Latijn en Nederlands gestelde bijbelteksten. De ramen zijn abstract en opgebouwd in de kleuren grijs en rood, met toepassing van blank glas. Frencken ontwierp ook de overige vensters van de kerk, waarin eveneens bijbelteksten zijn opgenomen. De ramen van Horst worden beschouwd als hoogtepunt in zijn oeuvre.
Veranderingen
In 1990 vroeg pastoor Berkemeijer toestemming om onder het oksaal een dagkapel te bouwen, die de hele dag open kon zijn en tevens voor kleinere groepen gebruikt kon worden. Architect W.J. Berkemeijer maakte het ontwerp dat op 29 mei 1990 werd goegekeurd. De ruimte onder het oksaal werd met prefab van glas en hout voorziene stalen profielen afgescheiden van de rest van de kerk.
Op zondag 30 januari 2011 heeft de laatste eucharistieviering in de Norbertuskerk plaatsgevonden. Na een drukke, sfeervolle, maar ook emotionele viering werd eerst het Allerheiligst Sacrament, de overgebleven geconsacreerde H. Hosties, voor een laatste keer bewierookt en plechtig de kerk uitgedragen. Daarna zijn al die attributen de kerk uitgedragen die verwijzen naar de sacramentele aanwezigheid van de Heer, het altaar ontbloot en de kaarsen gedoofd en weggedragen.
Voor meer informatie zie: http://www.norbertuswijk.nl/Norbertuskerk.html
Anno 2015 wordt de kerk deels gesloopt en verbouwd tot schoolgebouw.
Exterieur
Foto: Thomas Joosten
De Norbetuskerk is een modern gebouw op rechthoekige grondslag. Het hoofdbouwmateriaal is gele baksteen die in wild verband is verwerkt en platvol gevoegd. De hoofdingang is gesitueerd in een betonnen portaal in de oostgevel, die vrijwel geheel uit glas bestaat. Deze vliesgevel springt iets terug en wordt overhuifd door een parapine luifel. De irokohouten deuren zijn voorzien van bronzen deurgrepen. In oostgevel is tevens de toegang tot de dagkapel annex Mariakapel aangebracht. Ook deze deur heeft een bronzen greep, maar die is van recenter datum. De noordgevel wordt doorbroken door een reeks rechthoekige vensters, die met glas-in-lood zijn gedicht. De westgevel geeft hetzelfde beeld. Tegen deze gevel staat over de hele lengte een lage uitbouw. Hierin is het zijportaal aangebracht. De muurvlakken worden ter hoogte van het maaiveld doorbroken door vensterpartijen, daar waar de biechtstoelen gesitueerd zijn. Onder het dak loopt over de gehele lengte van het schip een langgerekte vensterpartij. Op de noordwest hoek is een ijzeren kruis gemonteerd. De zuidgevel wordt deels aan het gezicht onttrokken door de pastorie en kapelanie, die zich als patiobungalows tegen deze gevel aanvleien. Links van het midden staat een circa een halve meter naar voren springende risaliet met aan weerszijden smalle raampartijen. De ongelede klokkentoren staat tegen de zuidgevel. In het bovenste deel heeft hij vier langgerekte galmgaten. Aan de onderzijde van elk galmgat is een wijzerplaat aangebracht. De voorzijde (oostkant) draagt een ijzeren kruis. In de zuidkant van de toren is een deur aangebracht. De kerk, alsmede het pastoriecomplex, heeft een plat dak.
Interieur
Zicht op het priesterkoor
Doopvont en zicht naar achteren
De kerk via de hoofdingang betredend komt men in een nagenoeg ongedeelde ruimte. Slechts drie rechthoekige, betonnen kolommen schragen het dak aan de oostkant. Toch is dit voldoende om de oostkant af te bakenen van de rest. In het noordoosten is de betonnen zangtribune gebouwd, waaronder ca. 1990 met prefabelementen de reeds aanwezige Mariakapel tot een overdag toegankelijke dag- en devotiekapel werd afgescheiden van de rest van de kerk. De zangtribune heeft een houten balustrade. Aan de oostkant, centraal opgesteld, staat de doopvont. Ter plaatse is de vloer verlaagd. De vont wordt omgeven door een rond baksteenmuurtje, dat op drie plaatsen doorbroken is om toegang te geven tot de vont. Twee wijwaterbekkens staan op travertijnen kolommetjes bij de hoofdingang. In de zuidoosthoek staan enige banken gericht naar het koor. Door die opstelling wordt het axiaal bankenplan doorbroken. Het grootste deel van de banken staat in vier blokken axiaal en frontaal voor het priesterkoor. De banken zijn nog origineel. Met uitzondering van de banken, onder welke grijs zeil ligt, zijn alle vloeren van de kerk in flagstoneverband met Noorse leisteen belegd. Plafond is betimmerd met paranapine schroten. Het plafond loopt boven de vliesgevel door in de luifel aan de oostkant van de kerk. Paranapine is ook gebruikt in de ‘zijbeuk’ voor de aftimmering van de biechtstoelen en de doorgang naar de sacristie en de zij-ingang. Het rechthoekige priesterkoor beslaat de zuidwesthoek van de kerk en verheft zich vijf treden boven het schip. Het vieringaltaar staat wederom een trede hoger en het tabernakel twee treden. Het tabernakel staat in een ondiepe rechthoekige nis en wordt indirect belicht door twee langgerekte ramen die van de vloer tot aan het plafond lopen. Aan de westkant van het schip staan in een lage aanbouw de biechtstoelen, die inmiddels als bergruimte in gebruik zijn genomen, opgesteld in rechthoekige kapellen, die van glas-in-loodvensters opgesteld zijn.
(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart – Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 –Roermond – Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003).
Orgel
Verschueren Orgelbouw (Heythuyzen) bouwde in 1969 – met gebruikmaking van delen van een ouder Smits-orgel – het huidige tweemanuaals orgel.
Hoofdwerk Positief Pedaal
Prestant 8’ Holpijp 8’ Subbas 16’
Bourdon 8’ Octaaf 4’ Octaafbas 8’
Octaaf 4’ Fluit 4’ Prestant 4’
Roerfluit 4’ Woudfluit 2’
Kwint 2 2/3’ Sesquialter II
Octaaf 2’ Hobo 8’
Mixtuur III-IV
Trompet 8’
Bron: G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht).
Tabernakel, geelkoper, halfedelstenen/gekleurd glas, XX. Het tabernakel, dat afkomstig is uit een zusterklooster uit de Meterik, staat op een rechthoekige, gepolijste hardstenen sokkel. In de dagkapel.
Deurgrepen, brons, Renald Rats OFM, uitgevoerd door Sillen te Swalmen, 1964. In de deurgrepen zijn de symbolen van de vier evangelisten uitgebeeld.
Deurgreep, brons, XXd. Aan de deur die naar de Maria- annex dagkapel leidt, is recent een in brons gegoten amorfe deurgreep gemonteerd.
Marmer, geelkoper, email, Jan Koldeweij, 1963. Op de bekroning van de vont zijn gestileerd afgebeeld: H. Geest, Zon, vissen.
Marmer, brons, glas, Jan Koldeweij (?), 1963. Zich naar boven verjongende travertijnen zuiltje met daarop een bronzen schaal waarin zich een glazen bekken bevindt.