HOME
ZOEKTIPS
LINKS en LITERATUUR
ORGELS
LAATSTE WIJZIGINGEN
OVER ONS
DONATIES


LAATST BIJGEWERKT OP 02-12-2024

Gerlachus

Ga naar de site van de patroonheilige
Ga naar site van het gebouw c.q. de parochie
 
Parochie/kerkgemeente: H. Gerlachus
Dekenaat/kerkverband: Gulpen
Soort gebouw: Parochiekerk annex voormalig klooster
Plaats: Houthem-St.Gerlach
Gemeente: Valkenburg aan de Geul
 
Adres: Onderstestraat 1
Postcode: 6301 KA
 
Rijksmonumentennummer: 36789 Code: 6301KA-00001-01
Kadastrale gegevens: Houthem C 2046
 
Architect(en):
 
Kunstenaar(s):
 
Huidig gebruik: R.K. Kerk

 

Foto: november 2004

Redengevende omschrijving Rijksdienst voor de Monumentenzorg

R.K.Kerk, oorspronkelijk KERK van het adellijk vrouwenstift van St.Gerlach. Driezijdige zaalkerk uit plm 1725, voorzien van een torentje op de westgevel, muurpilasters en segmentboogvensters. Inwendig wandschilderingen van Joh. Adam Schopfs 1751; Hoofdaltaar XVIII A. Graftombe van de H. Gerlach 1783 met daartegen geplaatst gesneden houten altaar; communiebank, XVIII A; biechtstoel, XVIII B; orgelkas XVIII; preekstoel XIX A. 1 grafsteen van Ursula Grobendoncq (XVd), 1 grafsteen (XVd) en 3 altaarstenen, alle van zandsteen en bij de restauratie in 1978 onder de vloer gevonden. Mergelstenen tuinmuur, XVII-XVIII. Op het kerkhof enkele grafzerken. Van oorsprong eenklaviers orgel, in 1786 gemaakt door J. Binvignat. In 1894 vergroot door P.J. Vermeulen. In 1957 uitgebreid met een oud rugpositief en vrij Pedaal. Op het Rugwerk werd nieuw pijpwerk geplaatst. Bij de laatste restauratie in 1988 bleven in gewijzigde vorm het Rugwerk en het vrije Pedaal gehandhaafd. Mechanisch torenuurwerk, B. Eijsbouts, 1910. (Datum: 14-03-1967).

Veel informatie met een overvloed aan afbeeldingen en gegevens over de recente herinrichting vindt u hier.

 

Noordzijde. Foto: februari 2009

Ruimtelijke context

Vanuit Houthem betreedt men de kerk via het kerkhof. De kerk wordt omgeven door het kasteel van Houthem-St. Gerlach, de voormalige proosdij en door voormalige kloostergebouwen, waarin een hotel en restaurant is gevestigd en waar een aantal jaren geleden appartementen zijn bijgebouwd. Het geheel ligt in een ruim park met beelden.

Type

De kerk van Houthem-St. Gerlach is een van de weinige barokkerken in Limburg. Het is een georiënteerde eenschepige kerk met een toren (dakruiter) op de westzijde van het dak en een trapeziumvormige absis aan de oostzijde. De kerk heeft een met leien gedekt zadeldak.

Bouwgeschiedenis

De geschiedenis van de kerk van St. Gerlachus begint al kort na de dood van de heilige, rond 1200. Op de plek waar Gerlachus in Houthem geleefd had werd een Norbertinessenklooster gesticht. In dezelfde tijd wordt er melding gemaakt van een kapel in Houthem, gewijd aan de H. Martinus, waar de mis gelezen werd. Houthem is zeker al van 1600 een zelfstandige parochie, die los stond van het klooster en de kloosterkerk, de huidige kerk van St.Gerlachus. In 1793, dus nog net voor de Fransen hier arriveerden en Houthem tot de Oostenrijkse Nederlanden behoorde, hief de Oostenrijkse keizer Josef II alle contemplatieve orden op en verdwenen de zusters voor goed uit Houthem. Het gebouwencomplex, inclusief de kerk (de stiftskerk of kloosterkerk), was toen al verlaten en bleef leeg achter. De huidige kerk werd gebouwd in 1720 op de plek van haar voorgangster. In 1751 beschilderde de Duitse barokschilder Johan Adam Schöpf fresco’s in het hele interieur van de kerk wat uniek is voor Nederland. Nadat kerk en klooster in 1786 waren verlaten werd ze in 1808 door de familie Schoenmaekers gerestaureerd en overgedragen aan de gemeente Houthem. In 1872-1873 wordt op kosten van Petrus Regout uit Maastricht de hele kerk overgeschilderd door J. Stroucken uit Roermond en J. van den Dijck uit Maastricht. Regout steunt ook bij de restauratie van plafond en toren van de kerk. Jhr.Mr. van Kessenich en zijn vrouw schenken de kerk ieder een kerkklok. In 1897 worden de sterk beschadigde frescotaferelen in de noordwand vervangen door schilderijen op doek, vervaardigd door Herman Bröcker uit den Haag. In 1961 stort een gedeelte van de kroonlijst in de zuidwand van het kerkgebouw in en een jaar later start een grootscheepse bouwkundige restauratie. In 1970 blijkt uit onderzoek, dat restauratie van de fresco’s van Schöpf mogelijk is en men begint in 1971 de overschilderingen van Stroucken en van den Dijck te verwijderen. Het werk van Schöpf uit 1751 en de restauratie daarvan in 1808 door Hermans worden weer zichtbaar. In latere fasen is o.a. een deel van het bladgoud vernieuwd. In 2004 startte opnieuw een grootscheepse restauratie.

Zie verder: http://www.st-gerlach.nl/pages/geschiedenis.htm

 

Exterieur

Absis en deel van het chateau. Foto: november 2004

Binnenhof met kerkschip en deel van het chateau. Foto: november 2004

De kerk is gebouwd in baksteen en mergel in een sobere late-barokstijl. Kenmerkend zijn de hoge segmentboogvensters met omlijstingen in mergelsteen. Het dak is met leien gedekt en heeft drie dakkapellen. Aan de westzijde wordt het dak bekroond met een dubbele, achthoekige klokkentoren met uidak. Daarop staat een windhaan.

Interieur

 Zicht op het priesterkoor. Foto: november 2005

Zicht op de zangtribune. Foto: november 2005

De hoge eenbeukige ruimte heeft een gedrukt tongewelf. Het is een zaalkerk met een driezijdig gesloten koor. De pilasters hebben samengestelde kapitelen (Korintisch Ionisch) en dragen een smalle kroonlijst. De fresco’s van Schöpf, zoals gezegd uniek voor Nederland, zijn ook symbolisch bedoeld. De vloer is de plek voor de stervelingen, de wanden zijn voor de heiligen bestemd, in dit geval voor Gerlachus, het plafond is voor de hemel. De koorbanken komen uit de kathedraal van Roermond en zijn vervaardigd door H. W. Brouns.

Orgel

Foto: november 2005

In 1784 plaatsten Binvignat/Houtappel (Maastricht) in de toenmalige kloosterkerk een eenmanuaals balustrade-orgel (voorzien van aangehangen pedaal); in 1786 werd dit overgebracht naar het tijdelijk onderkomen van de zusters te Roermond; vanaf 1809 doet het weer dienst in de toen als parochiekerk ingerichte stiftkerk te Houthem; het werd nadien enige malen gewijzigd (1894-Vermeulen; 1920-Pere-boom; 1957-Verschueren Orgelbouw); in 1957 werd het uitgebreid met een rugwerk en vrij pedaal; het rugwerk werd geplaatst in de 18e eeuwse kas van het vm.orgel uit de kerk te Gangelt (D); bedoelde uit-breidingen werden – zij het in gewijzigde opzet – gehandhaafd bij de “restauratie” in 1980 door Ver-schueren Orgelbouw (Heythuyzen).

 

Grand’orgue                         Positif                                    Pédale

Montre 8’                             Bourdon 8’                            Soubasse 16’

Bourdon 8’                           Prestant 4’                            Flûte 8’

Prestant 4’                           Flûte 4’                                 Prestant 4’

Flûte 4’                                 Nasard 3’                             Trompette 8’

Nasard 3’                             Doublette 2’

Doublette 2’                         Tierce 1 3/5’

Sesquialter II                       Larigot 1 1/3’

Fourniture IV                        Mixture III

Cornet D IV                          Cromhorne 8’

Trompette B/D 8’

Voix humaine 8’

Clairon 4’

(literatuur: Het historische orgel in Nederland, deel III, blz.267)

Bron: G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht)

Informatie over en foto's van dit kerkgebouw zijn ook te vinden op de site

Wandelingen langs heilige huizen in de gemeente Valkenburg

Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus
Gerlachus