HOME
ZOEKTIPS
LINKS en LITERATUUR
ORGELS
LAATSTE WIJZIGINGEN
OVER ONS
DONATIES


LAATST BIJGEWERKT OP 13-03-2024

Onbevlekt Hart van Maria

Ga naar site van het gebouw c.q. de parochie
 
Parochie/kerkgemeente: Vincentiusparochies
Dekenaat/kerkverband: Horst
Soort gebouw: Parochiekerk
Plaats: Koningslust
Gemeente: Peel en Maas
 
Adres: Poorterweg 54
Postcode: 5984 NP
Coördinaten: x: 197313,058, y: 374329,031
 
Kadastrale gegevens: Helden A 5787
Bouwpastoor/bouwpredikant: P.H. Mulleners SCJ
 
Architect(en):
 
Huidig gebruik: R.K. Kerk

Voorzijde met Lourdesgroep. Foto: juni 2009

Ruimtelijke context

De Mariakerk staat in het centrum van het lintdorp, in het nieuwere gedeelte. Voor de kerk ligt een parkeerplaats langs de doorgaande weg, achter de kerk ligt een kerkhof. De toren is al van verre goed te zien en fungeert zodoende als landmark.

Type

De niet-georïenteerde basiliek heeft een vieringtoren met een betonnen lantaarn. De bakstenen kerk is uitgevoerd met segmentbogen. Het axiale bankenplan wordt doorsneden door een middenpad.

Bouwgeschiedenis

Voorgangsters

Het gehucht Koningslust is ontstaan uit de aanschaf van grond door Petrus de Koning aan het begin van de 19de eeuw, die er een ontginning wilde starten, maar daar niet aan toe kwam. Leonardus de Koning, een verwante van Petrus, stichtte het klooster St. Joseph in Koningslust, met de bedoeling de grond alsnog te ontginnen. In het klooster bevond zich een kapel, waar de omwonenden ter kerke gingen. In 1870 werd de St. Anthoniuskapel gebouwd, mogelijk als stichtingskapel voor ‘Huize Koningslust’, een opvanghuis voor psychiatrische nazorg. Rondom deze twee stichtingen ontstond een echte dorpsgemeenschap en in 1902 werd een school gebouwd. Omdat de kapel te klein was voor de groeiende bevolking werd in 1941 door de overste van het klooster aan de bisschop gevraagd om tot de stichting van een parochie over te gaan. Hij vond het een probleem, dat de verschillende soorten mensen, te weten broeders, reclassanten en bewoners van Koningslust, in één kapel samen kwamen. Het probleem bestond erin, dat de broeders in stilte dienden te kunnen bidden, maar dat biechthoren en de verschillende missen en officies elkaar in de weg zaten. Bovendien werd de kapel te klein en had ook het klooster ruimtegebrek. Door de oorlog en het gebrek aan geld werd vooralsnog afgezien van enige nieuwbouw. De groei van het dorp bleef doorgaan en in 1947 werd besloten tot het stichten van een rectoraat onder pater Ten Vaerwerk. Maar pas onder pater Mulleners, de derde rector, werd de bouw tot stand gebracht. Hij werd speciaal door de congregatie van de Broeders van de H. Jozef in 1953 naar voren geschoven, omdat hij reeds ervaring had door de verbouwing van de kapel in Maastricht. Het ontwerp uit 1954 werd uiteindelijk goedgekeurd. Op 12 december 1954 werd de eerste steen gelegd door deken Rölkens en reeds op 1 oktober 1955 werd de kerk in gebruik genomen in gezelschap van deken Rielkens. De kerk lag in 1955 zonder omliggende bebouwing in het land. In de loop der jaren heeft zich echter een complete kern rondom de kerk ontwikkeld en tegenwoordig staat de kerk in het centrum van het dorp, met tegenover de kerk de school.

Veranderingen

In 1968 werd plannen gemaakt voor de wijziging van de dispositie. Tot dan toe stond een hoogaltaar op een tombe op het supedaneum, met een ambon aan de evangeliezijde van het priesterkoor en aan de andere kant een zelfde uitbouw, maar zonder ambon en twee communiebanken voor de trappen. Maar op de vloer lag inmiddels versleten colovinyl en de ruimte op het koor was te klein. Voor het ontwerp werd gebruik gemaakt van materiaal, dat gratis verkregen kon worden uit Helmond. Het bestond uit een makorehouten altaartafel, met bijpassende tabernakeltafel en doopvont. Het oude stenen altaar zou weg gaan en het nieuwe meubilair zou zonder verdere vergroting van het koor toch voldoende ruimte opleveren om de liturgie goed te kunnen vieren. Pas in 1971 werd de huidige dispositie gerealiseerd. In 1980 werd de ambon weggehaald. Op enig moment werd de vloer voorzien van een groene vloerbedekking. Tevens werden de communiebanken verwijderd. Nu nog zijn de plaatsen te zien, waar ze gestaan hebben. Ook werden achter in enkele rijen banken verwijderd. Hier is eveneens het spoor te zien. Tenslotte werd de doopkapel ingericht als Mariakapel. Naast de ingang werden wijwaterbakjes ingemetseld. In 1974 werd het rectoraat verheven tot een parochie. Inmiddels was huis ‘Savelberg’ gesloopt en was een nieuwe rectoraatswoning betrokken. Deze kreeg de status van succursaal klooster, omdat de leden van de congregatie niet buiten het klooster mochten wonen.

Exterieur

Foto: Thomas Joosten

De kerk bestaat uit een schip onder een zadeldak met overstekende bakgoten op klossen. Op het dak liggen blauwe opnieuw verbeterde hollandse pannen. De ingangsgevel bestaat uit een topgevel met een dubbele deur in een tufstenen lijst en een met beton getraceerd roosvenster. De zijkanten van de gevel zijn iets schuin weggesneden. De muren zijn opgetrokken in waalformaat bakstenen in wild verband, waarbij het siermetselwerk deels in grijs-gele steen werd uitgevoerd. De muren zijn platvol gevoegd. De rollagen zijn voorzien van tufsteen. Aan weerszijden staan twee zijbeuken onder een plat dak. Deze zijn voorzien van rechte gevels met drie rondboogspaarvelden met lisenen van de zijbeuken. De zijgevels van de lichtbeuk zijn voorzien van tweelichtvensters met een segmentboog. Hieronder staan de zijbeuken, met vensters met een rondboog. In de zijbeuken staat een fries met siermetselwerk. Het priesterkoor ligt in het verlengde van het schip en heeft een iets ingesnoerd lichaam. Licht treedt binnen door alternerende vensters met een segmentboog tussen steunberen. De achtergevel is blind. Aan de linkerzijde van de kerk staat in de oksel tussen zijbeuk en priesterkoor een toren. Deze bestaat uit een eerste geleding uit baksteen, gevolgd door een opengewerkte lantaarn in twee geledingen. De toren is gedekt met een tentdak. Aan de andere zijde staat een sacristie onder een zadeldak met een puntgevel. Hierin staan rondboogvensters. Aan de absiszijde staat een overdekte gang met trap, die naar de toegangsdeur leidt.

Interieur

Zicht op het priesterkoor

Zicht op de zangtribune

De kerk wordt betreden door een dubbele houten deur, die toegang geeft tot een voorportaal. Hierin staan ter weerszijden deuren, die toegang geven tot de zij-ingangen, met een extra portaal. De deuren staan onder de zangtribune en staan als vier deuren met hout en glas naast elkaar. Ter weerszijden hiervan staan links met een deur, met daarachter de trap naar de zangtribune, rechts met een ijzeren hek, dat toegang geeft tot de voormalige doopkapel. De overstekende zangtribune staat op het voorportaal en is voorzien van een houten hekwerk. Hierboven staat een getraceerd roosvenster. Het schip wordt van de zijbeuken gescheiden door scheibogen op betonnen pilaren. De segmentbogen zijn voorzien van een betonnen latei. Hierboven staan ramen met een roedeverdeling. De vloer is bedekt met tegeltjes, de muren zijn opgetrokken in kalkzandsteen in vlaams verband en zijn platvol gevoegd. Het schip is voorzien van een troggewelf op moerbalken. De zijbeuken zijn voorzien van rondboogvensters. Aan de ingangszijde staat links een biechtstoel. Aan de koorzijde hebben de zijbeuken een zijaltaar, bestaande uit een gemetselde tombe met een natuurstenen mensa. Daarboven staat een nis. De zijbeuken hebben rechte plafonds met balken. Het priesterkoor is van het schip afgescheiden door een triomfboog. De verhoging van de vloer begint reeds in het schip en bestaat uit twee sokkels voor een ambon, waartussen trappen staan. De muren zijn gestuukt boven een gemetselde plint en voorzien van ramen met een roedeverdeling. Aan weerszijden bevindt zich een deur. Links is de toegang tot de toren, rechts tot de sacristie. Het priesterkoor heeft een troggewelf. Op de vloer ligt groene vloerbedekking.

(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart – Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 –Roermond – Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003).

Orgel

In 1955 plaatste Verschueren Orgelbouw (Heythuyzen) in deze kerk een eenmanuaals orgel (met aangehangen pedaal). Dit orgel is niet meer aanwezig.

Bron: G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht).

Wijwaterbakjes, keramiek, XXB Naast de ingang. Schelpvormig bekken met St. Joris in de muurplaat.

 
Onbevlekt Hart van Maria
Onbevlekt Hart van Maria
Onbevlekt Hart van Maria
Onbevlekt Hart van Maria
Onbevlekt Hart van Maria
Onbevlekt Hart van Maria
Onbevlekt Hart van Maria
Onbevlekt Hart van Maria
Onbevlekt Hart van Maria
Onbevlekt Hart van Maria
Onbevlekt Hart van Maria