Voormalig klooster St. Jozef, Maasbree
Ga naar de site van de patroonheiligeSoort gebouw: | (Voormalig) klooster |
Plaats: | Maasbree |
Gemeente: | Peel en Maas |
Adres: | Op de Kemp 45 |
Postcode: | 5993 BL |
Rijksmonumentennummer: | 521979 Code 5993BL-00045-01 |
Kadastrale gegevens: | Maasbree K/1750 |
Redengevende omschrijving Rijksdienst voor de Monumentenzorg
Inleiding
Voormalig KLOOSTER St. Jozef, gebouwd in 1902-1903 in een mengeling van Neo-Renaissance en Neo-Gotiek. Het pand is gesitueerd in het centrum van het dorp Maasbree ten zuiden van het gemeentehuis. Het pand ligt met een ondiepe voortuin met lage tuinmuur aan de straat en heeft een achtertuin en westelijke zijtuin. Het klooster werd gebouwd voor een communiteit van de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid, een congregatie die vanuit Steijl in veel steden en dorpen het onderwijs verzorgde. Het bijbehorende schoolgebouw dat zich in Maasbree naast en achter het klooster bevond en hiermee aan de linker zijgevel verbonden was, is in het laatste kwart van de twintigste eeuw afgebroken. Het pand verkeert in redelijk oorspronkelijke staat. Omstreeks het einde van de jaren vijftig van de 20ste eeuw heeft de voorgevel een renovatie ondergaan. Vermoedelijk is toen ook het interieur op onderdelen gewijzigd. Aan de achtergevel bevindt zich een eenlaags aanbouw die hier niet beschreven wordt.
Omschrijving
Vrijstaand en onderkelderd KLOOSTER van twee bouwlagen en een zolderverdieping op een rechthoekige plattegrond met een kleine rechthoekige uitbouw aan de achterzijde. Het pand wordt afgesloten met een zadeldak met de nokrichting evenwijdig aan de straat. De dakschilden zijn belegd met gesmoorde muldenpannen, de afwatering vindt plaats via een geprofileerde bakgoot op houten klossen en de schuine zijden van de zijgevels zijn afgezet met windveren. Boven de zijgevels steken in totaal vier nieuw opgemetselde schoorstenen uit voor- en achterschild. In het voorschild bevinden zich aan elke zijde van een oorspronkelijke topgevel twee moderne dakramen. De platgedekte, anderhalve bouwlaag hoge achteruitbouw heeft een omlopende houten bakgoot voorzien van geprofileerde boeiborden. De gevels zijn opgetrokken in rode baksteen in kruisverband en bezitten een uitspringende plint, die gedeeltelijk gecementeerd is. In de voorgevel is rode verblendsteen en profielsteen toegepast in sierbanden, waterlijsten, gootfries en in de ontlastingsbogen boven vensters en deuren. In de gevels bevinden zich rechthoekige vensteropeningen met houten stolpramen voorzien van verticale tussenroeden en gedeelde bovenlichten. De vensters worden aan de bovenzijde afgesloten door rondbogen (begane grond) en segmentbogen (verdieping). De boogtrommels zijn gevuld met siermetselwerk, dat in de voorgevel rijker is uitgevoerd. De hardstenen lekdorpels van de vensters zijn in de voorgevel opgenomen in de doorlopende bakstenen waterlijsten. De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL telt vijf vensterassen tussen smalle hoeklisenen met een licht risalerende middenpartij, geaccentueerd door een topgevel. In de eerste bouwlaag van deze middenas de hoofdentree in een rondboogvormig afgesloten portiek met getrapte dagkanten. Het portiek is via enkele treden bereikbaar. De dubbele deur is in de jaren vijftig van de twintigste eeuw vernieuwd. Onder de cordonlijst bevindt zich een thans gecementeerd veld waarin oorspronkelijk de naam van het klooster was opgenomen. In de tweede bouwlaag twee smalle vensters gevat onder een brede segmentboog. De topgevel is uitgevoerd als tuitgevel met hardstenen schouderstukken en hardstenen deklijsten op de schuine zijden. In de top drie blinde boognissen met in de middelste hogere nis het stenen beeld van St. Jozef. De top wordt bekroond door een gemetselde toppilaster geflankeerd door pironnen. Ter weerszijden van het risaliet bevinden zich in elke bouwlaag twee vensters zoals beschreven. De gevel wordt onder de goot afgesloten door een fries in siermetselwerk. De sobere RECHTER ZIJGEVEL is asymmetrisch ingedeeld en bevat in de eerste bouwlaag rechts twee vensters zoals beschreven. In de tweede en derde bouwlaag ongeveer in het midden van de gevel kleine vensters van het voornoemde type. De sobere LINKER ZIJGEVEL heeft een dichtgezette gevelopening in de tweede bouwlaag. In de derde bouwlaag een kleine venster. De gevel bezit eenvoudige staafankers ter plaatse van de balklagen van de verdiepingsvloeren. De sober uitgevoerde en vrijwel symmetrisch opgezette ACHTERGEVEL heeft hoeklisenen en wordt gedeeld door de centrale uitbouw. Rechts van deze uitbouw een kelderingang met luik en trap. In de eerste en in de tweede bouwlaag twee vensters. Links van de aanbouw in elke bouwlaag twee vensters. Boven de uitbouw een segmentboogvormig afgesloten traplicht. De gevel wordt onder de goot afgesloten met een fries in sober siermetselwerk. De achtergevel van de uitbouw is blind en bezit een eenlaags latere aanbouw. De oorspronkelijke driebeukige opzet van het INTERIEUR van het klooster is grotendeels bewaard gebleven. Op de begane grond een middengang met trappartij en vertrekken aan weerszijden. Op de verdieping komt het trappenhuis uit op een dwarsgeplaatste gang met kamers aan voor en achterzijde. De voormalige kapel met aangrenzende sacristie is op de verdieping aan de voorzijde gesitueerd en herkenbaar aan glas-in-loodvensters, vermoedelijk uit het derde kwart van de twintigste eeuw. De achteraanbouw bevat twee toiletten. In het pand zijn elementen van de sobere interieurafwerking uit de eerste helft van de twintigste eeuw bewaard gebleven, waaronder diverse paneeldeuren met bijbehorende kozijnen uit 1902-1903 en een houten bordestrap uit het tweede kwart van de twintigste eeuw.
Waardering
Het voormalige KLOOSTER in Maasbree bezit cultuurhistorische waarde en vertegenwoordigt algemeen belang als bijzondere uitdrukking van een sociaal-maatschappelijke en een religieuze ontwikkeling voor wat betreft bestemming en verschijningsvorm. Het is een herkenbaar voorbeeld van de kleine zusterkloosters die ten behoeve van de zorg en het onderwijs aan het begin van de twintigste eeuw in veel dorpen zijn gesticht. Het pand heeft architectuurhistorische en typologische waarde vanwege de voor dit kloostertype zeer herkenbare indeling en hoofdvorm met onder meer een middenrisaliet met rijk bewerkte topgevel. Het klooster vormt voorts een goed voorbeeld van de omstreeks 1900 toegepaste mengeling van Neo-Renaissance en Neo-gotiek en valt op door enkele fraaie details in de voorgevel. Het klooster heeft ensemblewaarden vanwege de ligging in het centrum van Maasbree, waar het in samenhang met overige historische bebouwing zoals de kerk en het gemeentehuis van bijzondere betekenis is voor het aanzien van het dorpscentrum.
Het object ontleent algemeen belang aan deze waarden.
Datum: 11-06-2001