Josephklooster Paters Lazaristen (voormalig)
Ga naar de site van de patroonheiligeSoort gebouw: | Voormalig klooster en kloosterkapel |
Plaats: | Panningen |
Gemeente: | Peel en Maas |
Adres: | Kerkstraat 8 |
Postcode: | 5981CG |
Coördinaten: | x: 196191, y: 371200 |
Rijksmonumentennummer: | 525610 Code 5981CG-00008-02 |
Kadastrale gegevens: | Helden G/3372 |
Architect(en): | |
Kunstenaar(s): | |
Huidig gebruik: | Kloosterbejaardenoord |
Kloosterkapel in de kloostertuin. Foto: juni 2009
Redengevende omschrijving Rijksdienst voor de Monumentenzorg
Inleiding.
De KLOOSTERKAPEL met aangrenzende SACRISTIE en voormalige GRAFKAPEL van de uit Frankrijk afkomstige paters Lazaristen maken deel uit van een groot, overigens buiten de rijksbescherming vallend kloostercomplex aan de Kerkstraat in het centrum van Panningen. De objecten zijn gelegen ter linker zijde (zuidwestzijde) van het kloosterhoofdgebouw, in een vleugel die loodrecht op de Kerkstraat is gesitueerd.
De te beschermen onderdelen zijn ontworpen in Neo-Gotische stijl en vormen een uitbreiding van het vanaf 1879 in delen opgetrokken kloostercomplex. Architect Henri Seelen uit Venlo bouwde in 1907 de kapel, die op 28 april 1908 werd ingezegend. In 1913 werd het werk afgerond met de toevoeging van straalkapellen. De gebroeders Gooden uit Meijel voerden het werk uit.
Behalve het kloosterhoofdgebouw valt een aan de linker gevel van de kapel grenzende verbindingsgang (verbindt hoofdgebouw, kloosterkapel, krans met straalkapellen, sacristie en zijerf met elkaar) buiten de rijksbescherming.
Het klooster werd in de loop der tijd door diverse vluchtorden bewoond en voor verschillende doeleinden gebruikt. De beschermde onderdelen zijn tot stand gekomen onder de uit Frankrijk gevluchte paters Lazaristen, die het klooster sedert 1903 bewonen. De Lazaristen, als orde gesticht in 1625 door de Heilige Vincent, richtten het gebouw in als grootseminarie en missieklooster. Thans doet het pand dienst als kloosterbejaardenoord en moederhuis van de Nederlandse Lazaristen met provincialaat, economaat en missieprocuur. De kapel en sacristie zijn nog steeds in gebruik. De belendende grafkapel met ondergelegen, thans afgesloten dodenkelder bleef als zodanig tot 1966 in functie en doet tegenwoordig dienst als rouwkapel.
Omschrijving.
De op het noordwesten georiënteerde kloosterkapel beslaat evenals de belendende sacristie en voormalige grafkapel een nagenoeg rechthoekige plattegrond. De kapel telt zes traveeën met een 3/8 koorsluiting en bestaat uit een eenbeukige gebedsruimte met zolderverdieping onder een met gesmoorde tuile-du-nordpannen (oorspronkelijk leien) gedekt zadeldak dat bij de absis omloopt. Nokeinde bekroond met een gestileerd smeedijzeren kruis. Enkele dakkapellen aan de binnenplaatszijde zijn thans vervangen door dakvensters. De met bitumen (oorspronkelijk leien) gedekte tentdakjes van vier aangrenzende straalkapellen zijn evenals het met tuile-du-nordpannen gedekte schilddak van de sacristie bekroond met pironnen.
De beschermde onderdelen zijn opgetrokken uit in kruisverband gemetselde baksteen met toepassing van rode profielsteen rond gevelopeningen, voor de plint, gootlijst en klossen en daarnaast hardsteen voor lekdorpels, waterlijsten, lateien, traceerwerk, aanzetstukken, versnijdingen van steunberen, traptreden en als gevelafdekking.
De gevels van de kapel worden verlevendigd door een omlopend spitsboogfries en verticaal geleed door zich driemaal verjongende steunberen. Per travee twee gekoppelde lancetvensters onder een rondvenster, alle voorzien van glas-in-lood. In de straalkapellen bevinden zich tussen forse overhoekse lisenen kleine, van glas-in-lood voorziene lancetten. De gevels van de sacristie worden eveneens verlevendigd door een omlopend spitsboogfries. De vernieuwde vensters zijn afgezet met smeedijzeren diefijzers. De aangrenzende voormalige grafkapel heeft kleine lancetten met glas-in-lood en een dubbele, houten entreedeur voorzien van panelen, glas-in-lood en decoratief gesmede diefijzers. Boven de deur een gedrukt spitsboogvormig venster waarin glas-in-lood en flamboyant maaswerk met visblazen en vierpas.
In het interieur van de kapel worden de witgepleisterde wanden en gewelfkappen geleed door schalken, kruisribben, schild- en gordelbogen in geprofileerde baksteen. De opstand is tweedelig en bestaat uit een massief muurvlak in de benedenzone en de met tandlijsten omkaderde glas-in-loodvensters in de bovenzone, van elkaar gescheiden door een omlopende cordonlijst. De schalken ter weerszijden geleden de binnenruimte verticaal. Ze zijn voorzien van hardstenen basementen en gepolychromeerde halfkapitelen met koolbladdecoratie die kruisribgewelven met hardstenen sluitstenen ondersteunen. In de kapel ligt een terrazzovloer. In de middelste travee van de koorsluiting geeft een doorgang bestaande uit twee gekoppelde, op een middenzuil rustende spitsbogen toegang tot een partiële krans met vier straalkapellen in overeenkomende vormgeving. De vloer is belegd met monochrome cementtegels. De voormalige grafkapel heeft een spitsboogvormig houten tongewelf en een vloer met zwart-witte plavuizen.
Naast de architectonische opzet verwijzen ook diverse elementen in het interieur en de inventaris naar de Franse herkomst (en doelstellingen) van de Lazaristen, waaronder de iconografie van de gebrandschilderde glas-in-loodvensters, afkomstig uit het atelier van Nicolas in Roermond. Afgebeeld zijn de verschijning van Maria aan de H. Catharina Labouré in de Kapel der Verschijningen te Parijs, de stichter Vincent die de regel uitreikt aan de Lazaristen, zijn rechterhand Louise de Marillac en enkele tijdens de missie in China aan de marteldood gestorven Lazaristen. In de straalkapellen eveneens gebrandschilderde glas-in-loodvensters waarop verscheidene heiligen. Op de zangerstribune staat een groot neogotisch orgel, afkomstig uit het bekende Parijse atelier van A. Cavaillé-Coll en Ch. Mutin (1912) en als zodanig zeldzaam in Nederland. Verder zijn onder andere van belang: diverse enkele en dubbele eikenhouten paneeldeuren met smeedijzeren krukken en sierbeslagwerk, bij de centrale entreedeur voorzien van een spitsbogig bovenlicht met gekleurd glas-in-lood en in de partiële trans van neogotisch traceerwerk met dito glas-in-lood; een uit een dubbele deur met spitsbogig bovenlicht bestaande pui waarin eikenhouten maaswerk met gekleurd glas-in-lood (grafkapel); een decoratieve wandschildering met lokale religieuzen (grafkapel); twee plafondhoge neogotische sacristiekasten voorzien van panelen, kroonlijsten en een beeldnis (sacristie) en hoge lambriseringen, divers meubilair en kruiswegstaties in neogotische stijl (kloosterkapel).
Waardering
De kloosterkapel met sacristie en voormalige grafkapel zijn van algemeen belang. De objecten bezitten cultuurhistorische waarden als herinnering aan de vluchtorden en als bijzondere uitdrukking van de contemplatie en grafcultuur van de paters Lazaristen. Zowel in architectonische opzet als interieuraankleding en inventaris zijn Franse invloeden aanwijsbaar. De objecten bezitten architectuur- en kunsthistorische waarden, vooral vanwege de consequente toepassing van neogotische -deels op Frankrijk geïnspireerde- stijlelementen in zowel in- als exterieur, vanwege het belang van het zeldzame Parijse orgel voor de geschiedenis van de orgelbouw en op grond van de hoogwaardige esthetische kwaliteiten en verfijnde detaillering van interieur en inventaris. De objecten bezitten ensemblewaarden als essentiële onderdelen van een historisch gegroeid kloosterensemble aan de Kerkstraat te Panningen. De objecten zijn van belang vanwege de gaafheid van ex- en interieur en diverse gaaf bewaard gebleven en deels zeldzame elementen van de inventaris.
Orgel
De kapel beschikt over een befaamd orgel van Mutin (Parijs) uit 1912. Bron: G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht).
Het orgel werd in 1988 gerestaureerd door Verschueren, Heythuysen.
Grand Orgue C-g'"
- Montre 8'
- Prestant 4'
- Flûte Harmonique 8'
- Bourdon 16'
Récit Expressif C-g'"
- Viole de Gambe 8'
- Cor de Nuit 8'
- Flûte Octaviante 4'
- Voix Celeste 8'
- Trompette 8'
- Basson Hautbois 8'
Pedale C-f'"
- Soubasse 16'
- Basse Ouverte 8'
Bron: Brochure Orgelfestival Limburg, 2005 Stichting SOL
Klooster
Foto: juni 2009
Type
(Klooster/Missiehuis) Drielaags U-vormig gebouw met neogotische elementen met in de linkerdwarsvleugel een kapel.
Bouwgeschiedenis
Foto: juni 2009
De rechterhelft werd in 1878 gebouwd, vermoedelijk naar een ontwerp van M. Peters. Het diende als klooster en pensionaat voor de zusters Ursulinen uit Geilenkirchen. Dezen vertrokken in 1885 naar Venlo. Van 1892 tot 1903 werd het klooster bewoond door de Zusters van het Heilig Bloed. In 1903 werd het omgebouwd tot missieklooster voor de paters Lazaristen naar plannen van C. Franssen. Daarbij werd de voorgevel verbreed. H. Seelen ontwierp de westvleugel met kapel, die in 1907-'13 werd gebouwd.
Bron : Monumenten in Nederland: Limburg / Waanders Uitgevers, Zwolle en Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist.
Exterieur
Foto: juni 2009
Foto: juni 2009