Op 17 november bliezen de Duitsers de achterste toren van de kerk op. Het was hun bedoeling geweest ook de andere toren en zelfs het hele kerkschip op te blazen, waarvoor ze alle muren al met mijnen hadden geladen. Door onopgehelderde oorzaak slaagde ze in deze opzet slechts ten dele en bleven voorste toren en schip ongedeerd, afgezien van de granaattreffers. Het kostte de pastoor nog veel moeite om de resterende 450 kg. springstof te laten verwijderen omdat velen geen trek hadden in dit gevaarlijke karwei. Uiteindelijk werd het werk gedaan door enige katholieke soldaten uit Boston.

Bron: De verwoeste kerken van Limburg, A. van Rijswijck, pr.