HOME
ZOEKTIPS
LINKS en LITERATUUR
ORGELS
LAATSTE WIJZIGINGEN
OVER ONS
DONATIES


LAATST BIJGEWERKT OP 13-03-2024

Bethelkerk

 
Parochie/kerkgemeente: Hervormde Streekgemeente Zuid-Limburg Centrum
Dekenaat/kerkverband: Nederlandse Hervormde Kerk
Soort gebouw: Voormalig kerkgebouw
Plaats: Rumpen
Gemeente: Brunssum
 
Adres: Heugerstraat 31
Postcode: 6443 BR
 
Kadastrale gegevens: Brunssum B 3109, B 2901
Bouwpastoor/bouwpredikant: D.J. Monshouwer
 
Architect(en):
 
Huidig gebruik: Gesloopt!!

Gedenksteen, hardsteen, 1962. Tekst: [DEZE GED]ENKSTEEN IS GELEGD TIJDENS / … VAN DEZE BETHELKERK OP DE / [23ste JUNI VA]N HET JAAR ONZES HEREN 1962 / … / … HERVORMDE GEMEENTE BRUNSSUM / … EEN OPGERICHTE STEEN / … GODS WEZEN. Mogelijk ingemetseld met een oorkonde.

Glas-in-lood, F. Deumes, 1962. Vier ramen met elk een afbeelding: een oog, een kruis, een duif en een schip met kruis. Deze waren geplaatst aan de rechterzijde van de kerk. Symbolen voor respectievelijk de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, Schip der Kerk
 

Ruimtelijke context

De Nederlands Hervormde Bethelkerk stond aan de rand van de wijk langs een doorgaande weg. Tegen het gebouw aan stond een zalencomplex, dat het voorplein deels afschermde.

Type

De bakstenen zaalkerk met fronttoren had een axiale opstelling met een in een koorafsluiting geplaatste avondmaalstafel en doopvont. De preekstoel stond tegen de koorafsluiting.

Bouwgeschiedenis

Noodkerk

Reeds voor WO I was er sprake van de noodzaak tot het afsplitsen en inrichten van nieuwe gemeenten, maar ondanks de groei van de bevolking na de oorlog, en daarmee samenhangend de groei van het protestantse deel, werd slechts voorzien in de aanstelling van de heer Sybranda als godsdienstleraar in 1918. Zijn speciale zorg ging naar Brunssum-Rumpen. Reeds in 1919 kregen de Hervormden een noodkerk aan de Venweg van de Staatsmijnen ter beschikking, geheel gratis. Zelfs de verlichting en de verwarming waren op kosten van Staatsmijnen. De kerk bleef wel in eigendom van de Staatsmijnen. Het was een houten gebouw onder een zadeldak met een dakruiter. In 1921 werd dominee L.Th. Wieten benoemd, dankzij de toewijzing van een rijkstraktement door Staatsmijnen, maar de zelfstandigheid als gemeente kwam niet. Wel stichtte men in 1932 een verenigingsgebouw, met een stichting ‘Protestants Buurtwerk’.

Kerk

In 1950 kwam de zelfstandigheid van de gemeente, door de afsplitsing van Heerlen. Tevens werd dominee D.J. Monshouwer beroepen, die behalve de houten kerk ook een kleine gemeenschap in Schinveld aantrof, die haar eigen diensten wilde houden. Deze laatste groep kreeg uiteindelijk in 1954 de [*]Rehobothkapel. De dominee bleef in beide kerken voorgaan. Inmiddels kreeg het buurtwerk een steeds duidelijker gezicht en er ontstonden plannen om het buurtwerk en de kerk samen te gaan voegen in één gebouw. In overleg met de Bouw en Restauratiecommissie van de Hervormde Kerk werd architect F.C.J. Dingemans uit Maastricht benoemd tot architect. De toren of klokkenstoel lijkt sterk geïnspireerd te zijn op de kerk te Norderey (Duitsland) van Dominikus Böhm. In de zomer van 1961 werd de eerste spade gestoken. De bouw van de Bethelkerk en het wijkgebouw ‘Prinses Irene’ werd uitgevoerd door aannemer N.V. Dura uit Rotterdam. De totale kosten van de kerk bedroegen 265.000 gulden. Geheel probleemloos verliep de bouw niet. Aannemer Dura had te laag geoffreerd en wilde indruisend tegen het bestek bezuinigingen doorvoeren. Tijdens de winter van 1961/1962 lag de bouw enige weken stil vanwege vorstverlet. Bovendien overleed architect Dingemans, waarna de werkzaamheden voortgezet werden door diens broer architect P.H. Dingemans uit Utrecht en zijn zoon. De gedenksteen werd geplaatst op 23 juni 1962. Op 10 februari 1963 werd met een dienst van Schrift en Tafel (avondmaalsviering) afscheid genomen van de oude kerk, waarna ’s avonds de Bethelkerk in gebruik genomen werd. Een gebeurtenis die extra luister gaf, was het bezoek dat prinses Irene aan de kerk en wijkgebouw bracht op 28 maart van dat jaar. Het gebouw leek met haar voorportaal annex klokkenstoel sterk geïnspireerd op de kerk in Norderney (Duitsland) van de hand van Dominikus Böhm.

Veranderingen

De kerk bleef vrijwel ongewijzigd, slechts de kosterswoning werd tussen 1970-1973 grondig gerenoveerd en van kleinere ramen voorzien. Als gevolg van de Samen-op-Weg-beweging werd aan het begin van de negentiger jaren besloten geheel samen te gaan en een nieuw kerkgebouw te gaan plaatsen. De opbrengsten van de verkoop van de kerk kwamen de bouw ten goede. De nieuwe [*]Pelgrimskerk kwam op de plaats te staan van de [*]Immanuelkerk. De Bethelkerk werd in 2000, samen met het Irenegebouw, verkocht en vervolgens gesloopt.

Exterieur en interieur

De kerk was bereikbaar door een trap, die naar de ingang leidde. De kerk lag onder een licht bolwelvend dak, dat terugkwam in de voor- en achtergevel. De voorgevel was aan de linkerzijde opengewerkt met een opengewerkte klokkenstoel, die met een plat dak boven de kerk uitstak. In deze bouwmassa bevonden zich de toegangsdeuren in een half in de muur ingemetseld  tochtportaal. Verder was de gevel gesloten. De linkergevel was opengebroken met vierkante ramen. Daaronder waren de overige ruimtes van het gebouw, inclusief de consistoriekamer, aangesloten op de kerk. De rechtergevel was aan de onderzijde doorbroken met vier vensters. Aan de bovenzijde waren eveneens vierkante vensters aangebracht. De achterzijde had een rechte koorafsluiting, die scheluw op de gevel was geplaatst. De kerk had een licht naar benedenwelvend met hout betimmerd plafond. Achter in de kerk bevond zich een zangtribune. Naast de koorafsluiting stond tegen de muur de preekstoel. In de afsluiting stonden op een verhoging de avondmaalstafel en de doopvont. Het axiale bankenplan was doorsneden door een middenpad.

(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart – Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 –Roermond – Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003).

Zie ook: http://www.rijckheyt.nl/sjablonen/rijckheyt/pagina.asp?subsite=100&pagina=362

Bethelkerk
Bethelkerk
Bethelkerk