Bij een van de 14 bombardementen die Venlo in de oorlog had te doorstaan, viel op 3 november een bom vlak bij de kerk en richtte aanzienlijke schade aan. Daarnaast richtte ook het granaatvuur van 3 november 1944 tot 1 maart 1955 veel schade aan.
Vanaf Duits grondgebied leek de toren van de kerk erg hoog. De Franse krijgsgevangenen, die in Duitsland te werk waren gesteld maar erin slaagden te vluchten, hadden de opdracht gekregen zich in Venlo in de kerk met de hoogste toren te gaan verschuilen. Daardoor werd de kerk een groot doorvoerstation van krijgsgevangenen. Pastoor of kapelaan brachten ze dan naar de "Hulsterhof", waar ze van voedsel en kleren werden voorzien en verder werden getransporteerd.
Bron: De verwoeste kerken van Limburg / A. van Rijswijck, pr
