HOME
ZOEKTIPS
LINKS en LITERATUUR
ORGELS
LAATSTE WIJZIGINGEN
OVER ONS
DONATIES


LAATST BIJGEWERKT OP 13-03-2024

Jozef

Ga naar de site van de patroonheilige
Ga naar site van het gebouw c.q. de parochie
 
Parochie/kerkgemeente: Federatie Horst-Sevenum
Dekenaat/kerkverband: Horst
Soort gebouw: Parochiekerk
Plaats: America
Gemeente: Horst aan de Maas
 
Adres: Pastoor Jeukenstraat 2
Postcode: 5966 NM
Coördinaten: x: 196157, y: 383191
 
Rijksmonumentennummer: 523267 Code: 5966NM-00002-01
Kadastrale gegevens: Horst L 1317
 
Architect(en):
 
Kunstenaar(s):
 
Huidig gebruik: R.K.Kerk

Foto: Sander van Daal, juli 2007

Locatie

Redengevende omschrijving Rijksdienst voor de Monumentenzorg

Inleiding

Rooms-Katholieke PAROCHIEKERK St. Jozef, in 1891-1892 gebouwde pseudobasiliek naar ontwerp van architect J.H.H. Van Groenendael.  De parochiekerk is gelegen in de kern van het kleine negentiende-eeuwse ontginningsdorp America en kenmerkt zich door een traditionalistische, sterk op de neoromaanse stijl geënte bouwtrant, die in hoge mate wordt bepaald door een gevelgeleding met blinde boogmotieven. Voorts komen de voor de architectuur van Van Groenendael typische kleine wolfseinden voor, in combinatie met een klok in de topgevel. De kerk ligt centraal in de oude dorpskern van America. Aan de linkerzijde van de kerk ligt de vrijstaande pastorie. De kerk heeft een ruim voorplein. De kerk is in 1935 uitgebreid door verbreding van de zijbeuken, toevoeging van een doopkapel en biechtkapellen aan de dwarsarmen, naar ontwerp van architect Fr. H. Stoks uit Venlo. In 1946 is de kerk na oorlogsschade gerestaureerd. Hierbij is het verwoeste traptorentje rechts tegen de voorgevel niet meer hersteld en is de ingangspartij enigszins versoberd. De sporen van deze wederopbouw zijn in het metselwerk zichtbaar.

Omschrijving

Foto: Sander van Daal, juli 2007

Georiënteerde pseudobasilikale PAROCHIEKERK met een kort transept en een halfrond afgesloten apsis. Schip en transept worden gedekt door elkaar in T-vorm snijdende zadeldaken waarbij de geknikte schilden over de zijbeuken doorlopen. De zadeldaken eindigen boven de eindgevels in kleine wolfseinden, die worden bekroond door pironnen (oorspronkelijk voorzien van kruisbloemen). Het wolfseind boven de voorgevel wordt bekroond door een siernaald met kruis. In de schilden van schip en dwarsschip bevinden zich driehoekige dakkapellen met wolfseindjes en zinken pironnen. De viering wordt gemarkeerd door een spitse dakruiter met opengewerkte klokkenstoel en smeedijzeren siernaald. Over de koorsluiting een meerzijdig schilddak. Tegen de sluitingen van het transept rechthoekige biechtstoel-uitbouwtjes gedekt door zadeldaken evenals de sacristie die zich aan de noordzijde van het koor bevindt. In het verlengde van deze sacristie een sober uitgevoerd platgedekt ketelhuis. Links van de frontgevel een rechthoekige doopkapel onder schildkap. Alle dakschilden zijn belegd met leien in Maasdekking. De afwatering vindt plaats via mastgoten. De gevels zijn opgetrokken uit in kruisverband gemetselde baksteen en hebben een lage, uitspringende plint. Ze worden geleed door lisenen die eindigen in rondboogfriezen onder de dakranden en door zich verjongende steunberen. Langs de schuine gevelzijden lopen klimmende rondboogfriezen. De gevels worden onder de goot afgesloten door tandlijsten. De voornamelijk rondboogvormig afgesloten vensteropeningen hebben een omlijsting in rode baksteen. Aan de onderzijde hebben deze vensters een gemetselde afzaat, aan de bovenzijde een halfsteens rondboog, afgedekt met een koppenlaag. De grotere vensters zijn voorzien van gemetseld maaswerk. De vensters zijn gevuld met glas-in-lood, dat bijna overal na de Tweede Wereldoorlog is vervangen. De VOORGEVEL wordt in tweeën gedeeld door een cordonlijst en afgesloten met een afgeplatte puntgevel. Aan weerszijden sluiten de wat terugliggende zijbeuken aan, waarvan de kopgevels zijn versierd met klimmende boogfriezen. Rechts in de oksel van schip en zijschip resteert nog de onderbouw van de na WOII niet-herstelde traptoren, die is voorzien van blinde boognissen en spleetvensters.  Tegen het linker zijschip bevindt zich de één bouwlaag tellende doopkapel voorzien van een rondboogvenster in de voorgevel. De entreepartij is gevat binnen een uitgemetselde omlijsting met puntgeveltje. Dit portaaltje is voorzien van een hardstenen afdekking met een sluitsteen voorzien van een kruis. De dagkanten van het portaal zijn trapsgewijs uitgemetseld en vormen archivolten rond het rondboogvormige bovenlicht. De dubbele houten deuren zijn voorzien van rijk gotiserend beslag en het bovenlicht heeft twee gemetselde raamstijlen. Voor de verwoesting in de Tweede Wereldoorlog was deze deurpartij rijker uitgevoerd. De entree wordt geflankeerd door smalle rondboogramen. De bovenste bouwlaag van de gevel is voorzien van een centraal drielicht met glas-in-lood, geflankeerd door blinde klimmende boognissen. In de top van de gevel bevinden zich vier blinde boognissen met spleetvensters. Onder het wolfeind is een wijzerplaat aangebracht.  De RECHTER ZIJGEVEL telt rechts van de onderbouw van de in WOII verwoeste traptoren drie traveeën door steunberen verdeeld. Elke travee is gevuld met een klein tweelingvenster. De sluiting van het transept heeft in elke zijgevel van de aan de voorzijde blinde uitbouw een klein rondboograam. De bovenste helft van de transeptgevel wordt gevuld door een groot rondboograam met baksteen maaswerk. Langs de gevelzijden loopt een klimmend boogfries. Rechts van het transept eindigt de gevel in een travee met rondboograam.  De ACHTERGEVEL (oostzijde) bestaat uit een puntgevel met een halfronde uitbouw van de apsis. In de apsis bevinden zich vijf rondboogramen op een op halverhoogte gemetselde waterlijst. De apsis wordt afgesloten met een rondboogfries langs de dakrand. De puntgevel van de achtergevel is voorzien van een klimmend boogfries als elders, met twee spleetvensters in de sluiting. Rechts sluiten tegen de koorgevel de sacristie en het ketelhuis aan. De achtergevel van het ketelhuis heeft een rechthoekige deur en een rechthoekig raam. De achtergevel van de sacristie heeft twee rondboogvensters boven de aansluiting met het ketelhuis en in de top een drielicht van smalle rondboogvensters.  De LINKER ZIJGEVEL is vrijwel gelijk aan de rechter zijgevel, maar heeft geheel links de platgedekte uitbouw met het ketelhuis en de sacristie met hogere nokhoogte. Het ketelhuis heeft een rechthoekige deur in de zijgevel. De zijgevel van de sacristie heeft twee maal gekoppelde rondboogvensters met glas-in-lood en een deur onder segmentboog en tweeling bovenlicht in de hoek. Geheel rechts is de uitbouw van de doopkapel met een rondboograam in de zijgevel.

De structuur van het INTERIEUR is goed bewaard gebleven en kenmerkt zich door een heldere, kruisvormige opbouw waarbij de verschillende kerkonderdelen duidelijk van elkaar zijn gescheiden. Het voorportaal leidt naar het brede middenschip met zijschepen en eindigt in de halfronde apsis. In de rechthoekige uitbouwen van de transeptarmen bevinden zich biechtstoelen. Middenschip wordt van zijschepen gescheiden door een rondboogarcade met ronde pijlers en geprofileerde kapitelen. Boven de arcade lopen gemetselde boogfriezen. Boven het ingangsportaal bevindt zich een schijnbaar in de wand opgenomen oksaal dat met een brede segmentboog naar het schip opent. Het oksaal is van een houten balustrade voorzien. Het ingangsportaal opent met drie grote rondbogen naar het middenschip. Het schip en de kruisarmen worden afgesloten door een houten tongewelf met bakstenen gordelbogen, de zijschepen door baksteen gewelven. De biechtkapellen openen met rondbogen naar het dwarsschip, voorzien van een binnenboog op consoles.  Het interieur is voorzien van een zeer rijk - in een combinatie van decoratief metselwerk en schilderingen uitgevoerd interieur met onder meer decoratieve wand- en plafondschilderingen met natuursteenimmitaties, waaronder mergelsteenblok, en figuratieve schilderingen in apiskalot, triomfboog en zijkapellen. Houten plafond ook beschilderd. De plafondschilderingen dateren van omstreeks 1893. De wandschilderingen dateren van omstreeks 1935. De vloer van de kerk is belegd met zwarte natuurstenen tegels, het koor heeft plavuizen met bloemmotieven. Glas-in-lood van atelier Heijnen uit Someren. Neogotisch hoofdaltaar en biechtstoelen,; zijaltaren van imitatiemarmer (beschilderde steen). Doopkapel is nu ingericht als Mariakapel. 

Waardering

De PAROCHIEKERK van America is van architectuurhistorische waarde als goed voorbeeld van een neogotische kerk uit het einde van de 19de eeuw. De kerk kenmerkt zich door een heldere en rijke detaillering van de gevels. De kerk valt daarnaast op vanwege de esthetische kwaliteit met in de gevels boogfriezen, spaarvelden en steunberen. De kerk vormt een herkenbaar en representatief voorbeeld in het oeuvre van architect J.H.H. van Groenendael. Het interieur onderstreept de monumentale waarde door opbouw, elementen en wand- en plafondschilderingen. De kerk heeft belangrijke situeringswaarde als markant onderdeel van de kern van het dorp America en cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een religieuze ontwikkeling, verbonden met het ontginningsdorp America. De kerk vertegenwoordigt algemeen belang. (Datum: 02-04-2002).

Orgel

In deze kerk plaatsten Gebr.Vermeulen (Weert) in 1963 een unit-orgel.

Bron: G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht).

Jozef
Jozef
Jozef
Jozef
Jozef