HOME
ZOEKTIPS
LINKS en LITERATUUR
ORGELS
LAATSTE WIJZIGINGEN
OVER ONS
DONATIES


LAATST BIJGEWERKT OP 16-04-2024

Jacobus de Meerdere

Ga naar de site van de patroonheilige
Ga naar site van het gebouw c.q. de parochie
 
Parochie/kerkgemeente: Vincentiusparochies
Dekenaat/kerkverband: Horst
Soort gebouw: Parochiekerk
Plaats: Egchel
Gemeente: Peel en Maas
 
Adres: Jacobusstraat 37
Postcode: 5987 AK
Coördinaten: x: 195679,3737, y: 369437,0642
 
Kadastrale gegevens: Helden H 5056
Bouwpastoor/bouwpredikant: A.R.J. Thomassen
 
Architect(en):
 
Kunstenaar(s):
 
Huidig gebruik: R.K. Kerk

Eerste steen, hardsteen, 1948. Tekst: TER GEDACHTENIS / JAC NAUS PR. / 1913 – 1945 / EPISC. RUREM. 18 JAN 1948 / DR. J.A.G. LEMMENS. Deze staat aan de binnenzijde van de triomfboog in het koor. Achter de steen werd een granaathuls ingemetseld met een oorkonde, waarin de naam van Jac. Naus werd genoemd als naamgever aan de kerk.

Meer foto's ››

Foto: juni 2009

Ruimtelijke context

De Jacobuskerk staat aan de rand van het dorp aan één van de doorgaande wegen. Het dorp heeft geen oude kern. Mede door het ontbreken van een toren fungeert de kerk niet als landmark.

Type

De niet-georiënteerde bakstenen zaalkerk heeft een axiaal bankenplan, doorsneden door een middenpad. Bij de ramen zijn rondbogen toegepast.

Bouwgeschiedenis

In de jaren twintig van de 20ste eeuw bestond in Egchel de behoefte aan een eigen parochiekerk, die vooral werd gevoeld, omdat de school naar de mening van een aantal inwoners te ver weg lag. De bisschop was echter van mening, dat een parochie niet levensvatbaar was en gaf geen toestemming voor de stichting. Na de oorlog waren de kerken in de omgeving echter te klein aan het worden. In 1946 werd het rectoraat gesticht en kreeg als naam Jacobus de Meerdere, als eerbetoon aan kapelaan Jac Naus. Deze kapelaan was in Egchel geboren en getogen en speelde een belangrijke rol in het verzet, maar werd in 1944 gearresteerd en overleed in Bergen-Belsen. Direct werd een architect aangezocht en J. Franssen werd benoemd. In 1947 werd met de bouw begonnen. In 1948 werd de eerste steen van de kerk door mgr. Lemmens gelegd en in hetzelfde jaar werd de kerk in gebruik genomen. De school was toen al klaar en in gebruik. In 1951 had het rectoraat reeds het recht van dopen en begraven, nu kreeg Egchel tevens het recht van trouwen, zonder echter tot parochie te worden verheven. De kerk werd aan de rand van het dorp gebouwd. Er werd rekening gehouden met een uitbreiding in deze richting. Maar toen men tot uitbreiding wilde overgaan, werd door de Rijksoverheid besloten de kleine kernen niet te laten groeien, zodat de verwachte uitbreiding niet werd gerealiseerd. Hierdoor ziet de kerk nog steeds met de ingangszijde uit over weiden en akkers.

Veranderingen

In 1976 werd met de kerk gerestaureerd onder leiding van architect Niessen. Het bleek, dat de deugdelijkheid van de oorspronkelijke bouwmaterialen te wensen overliet. Niet alleen werd de bouwkundige staat van het gebouw aangepakt, ook het interieur kreeg enige grote wijzigingen. De voormalige zangtribune werd dichtgemetseld en in de vrijkomende ruimte werd een dagkapel ingericht. Het gehele priesterkoor werd ontruimd. Op het koor kwam een orgel en een tribune voor het  zangkoor. Op de trappen werden zitplaatsen en een afscheiding gecreëerd, daaronder een nieuwe verhoging voor het vieringaltaar. In 1978 werd het altaarmeubilair vervangen door smeedijzeren exemplaren van de hand van Pelle. Dit gold ook voor het Maria-altaar en de doopvont. De tabernakel kreeg een nieuwe plaats terzijde van het priesterkoor, waar voorheen de zangtribune geopend was. Als sokkel werden delen van de voormalige communiebanken herbruikt. In de kerk werden de kinderbanken verwijderd en de overige banken opnieuw geplaatst met meer beenruimte. De vloer kreeg een nieuwe bedekking. De doopkapel werd tot Mariakapel ingericht met het oude Maria-altaar. In 1977 werd tegelijkertijd met de afronding van de restauratie het rectoraat verheven tot parochie.

Exterieur

Foto: juni 2009

Het schip staat onder een zadeldak met verbeterde Hollandse pannen. De mastgoten liggen boven een mergelstenen geprofileerde fries. De zaalkerk is gemetseld in rode baksteen in Vlaams verband en platvol gevoegd. Aan de ingangszijde heeft de kerk een tuitgevel met natuurstenen schouderstukken. In de tuit staat een clocher-arcade voor één klok met een afzaat aan de bovenzijde. Centraal in de gevel bevindt zich een getraceerd roosvenster. Hieronder bevindt zich een narthex onder een lezenaarsdak, met in het midden een ingangspartij met een puntgevel onder een zadeldak en natuurstenen schouderstukken. De segmentboog van de ingang is uitgevoerd met geprofileerde zijkanten in baksteen en mergelstenen aanzetstukken. Ter weerszijden van de toegangsdeur staan de deuren naar de zij-ingangen. De toegang wordt geflankeerd door drie rechthoekige vensters. De zijgevel wordt doorbroken door negen aaneengesloten rondboogvensters met mergelstenen aanzetstukken. Boven de natuurstenen fries bevindt zich de bakgoot. Het koor is gedekt met een zadeldak en heeft een blinde topgevel. In de zijgevels van het ingesnoerde koor staan rechthoekige vensters. Hier tegenaan staan als pseudo-transepten de sacristie en de voormalige koorruimte. Deze zijn gedekt met een zadeldak en afgesloten met een topgevel. Beide ruimten zijn via een trap aan de buitenzijde te betreden. Aan de achterzijde van de sacristie is een stuk aangebouwd met daarin staat de toegang tot de kelder.

Interieur

Zicht op het priesterkoor met schilderingen van H. Schoonbrood

Interieur met tongewelf

In de ingangsgevel staan vijf deuren onder een segmentboog. Centraal een dubbele deur, die toegang geeft tot het voorplein buiten. Ter weerszijden hiervan staan twee deuren, die als zij-ingang fungeren en toegang geven tot een tochtportaal. De buitenste deuren geven respectievelijk toegang aan tot een berghok en de voormalige doopkapel. Deze wordt van de kerk afgescheiden door een hek. De vloer is op dezelfde hoogte als in het schip. In het berghok, de doopkapel en de tochtportalen komt licht binnen via een rechthoekig raam met glas-in-lood met geometrische motieven. Boven de deuren staat een met mergel getraceerd roosvenster, waarin glas-in-lood met geometrische motieven. Het schip is voorzien van natuurstenen tegels op de vloer. De muren zijn in schoon metselwerk in Vlaams verband met aan de zijkanten naast elkaar gelegen rondboogvensters. In het schip zijn tegen de muren de Zweedse spanten zichtbaar, waarmee de dakconstructie is gemaakt. De spanten staan op een gemetselde voet. Het schip en het koor hebben een wit gestuukt tongewelf in een segmentboog. Ter weerszijden van het priesterkoor heeft de muur spaarvelden, waarvoor aan de linkerzijde de tabernakel is geplaatst, aan de rechterzijde een Maria-altaar. Het koor wordt afgescheiden door een segmentbogige triomfboog, die doorloopt in het tongewelf van het koor. De vloer van het priesterkoor is reeds in het schip verhoogd en loopt door naar de trappen op de scheiding tussen koor en schip. Hier wordt de vloer nogmaals verhoogd. Aan weerszijden van de trappen zijn bankjes getimmerd. Hierboven staat een hekje van hout met gesneden panelen. Op de vloer ligt parket. In de zijmuren staan drie spaarvelden tussen lisenen, die bovenaan doorbroken worden door vensters. Onderin bevinden zich de deuren naar de voormalige zangtribune en de sacristie.

(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart – Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 –Roermond – Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003).

Orgel

In 1978 plaatste Verschueren Orgelbouw (Heythuyzen) in deze kerk een tweemanuaals orgel; een geschenk van de parochie aan de pastoor b.g.v. zijn 40-jarig priesterjubileum.

-dispositie (nog) niet voor handen-

Bron: G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht).

Eerste steen, hardsteen, 1948. Tekst: TER GEDACHTENIS / JAC NAUS PR. / 1913 – 1945 / EPISC. RUREM. 18 JAN 1948 / DR. J.A.G. LEMMENS. Deze staat aan de binnenzijde van de triomfboog in het koor. Achter de steen werd een granaathuls ingemetseld met een oorkonde, waarin de naam van Jac. Naus werd genoemd als naamgever aan de kerk.

 
Jacobus de Meerdere
Jacobus de Meerdere
Jacobus de Meerdere
Jacobus de Meerdere
Jacobus de Meerdere
Jacobus de Meerdere
Jacobus de Meerdere
Jacobus de Meerdere
Jacobus de Meerdere
Jacobus de Meerdere
Jacobus de Meerdere