Theresia van het Kind Jezus en Don Bosco
Ga naar de site van de patroonheiligeGa naar site van het gebouw c.q. de parochie
Parochie/kerkgemeente: | H.Theresia van het Kind Jezus en H. Don Bosco |
Dekenaat/kerkverband: | Kerkrade |
Soort gebouw: | Parochiekerk |
Plaats: | Lauradorp |
Gemeente: | Landgraaf |
Adres: | Salesianenstraat 118 |
Postcode: | 6374 TZ |
Coördinaten: | x: 201333,58, y: 324958,69 |
Rijksmonumentennummer: | 521666 Code: 6374TZ-00056-01 |
Kadastrale gegevens: | Ubach over Worms C 6563 |
Architect(en): | |
Kunstenaar(s): | |
Huidig gebruik: | Slapende R.K. kerk, sinds 26 september 2020 aan de eredienst onttrokken |
Foto: Sander van Daal
Redengevende omschrijving Rijksdienst voor de Monumentenzorg
Inleiding
R.K. KERK van de H. Theresia, 1933. Het betreft een ontwerp in traditionele stijl van architect ir. J. Beersma te Eygelshoven, gerealiseerd in opdracht van het R.K. Kerkbestuur van de Theresiaparochie te Ubach over Worms. Het kerkgebouw neemt een centrale plaats in in de grotendeels door architect J. Drummen te Brunssum ontworpen aanleg van de mijnwerkerswijk Lauradorp. Deze wijk is genoemd naar de voormalige, destijds op korte afstand gesitueerde particuliere mijnonderneming Laura & Vereeniging te Eygelshoven (thans gemeente Kerkrade). De naam van ir. J. Beersma kan bovendien in verband worden gebracht met het bouwbureau van deze particuliere mijn. De meest westelijk geplaatste biechtstoel in de zuidelijke zijbeuk, de bakstenen muur tegen de zuidelijke zijbeuk die de toegang tot het perceel aan de westzijde afsluit en de hellingbaan voor het entreeportaal aan de westzijde zijn latere bouwkundige toevoegingen en zijn UITGESLOTEN van bescherming.
Omschrijving
Foto: Sander van Daal
De R.K. Kerk van de H. Theresia heeft een op het oosten gerichte, in hoofdvorm kruisvormige PLATTEGROND, welke aan de noordzijde is voorzien van een klokkentoren. Sacristie en priesterkoor zijn onderkelderd. Het hoge schip en het ten opzichte daarvan verlaagde koor aan de oostzijde worden gedekt door ZADELDAKEN; de zijbeuken aan de noord- en zuidzijde, het entreeportaal en de kapellen van het westwerk en de sacristie aan de oostzijde achter het koor worden gedekt met LESSENAARSDAKEN. Het entreeportaal is onder een zadeldakje op het lessenaarsdak van het westwerk ingestoken. De klokkentoren beschikt over een TENTDAK, de verbinding tussen schip en toren heeft wederom een ZADELDAK. Het torendak is voorzien van een betonnen bolornament met kruis. De kerk wordt gedekt door in een vast patroon gelegde HOLLE PANNEN: twee rechts- én linksdekkende holle pannen, waartussen een niet-dekkende holle pan. Op de uitgebouwde bergplaats aan de zuidelijke zijbeuk zijn de holle pannen vervangen door rechtsdekkende Hollandse betonpannen. Vernieuwde zinken goten. Diverse gevels hebben een bovenafdekking van GRESPANNEN. Spitsboogvormige, ronde en rechthoekige stalen VENSTERS met glas-in-lood. Vensterrollagen. Houten DEUREN, zowel rechthoekig als segmentboogvormig. Deurstrekken. Het exterieur van de kerk is geheel opgetrokken in rode BAKSTEEN, gemetseld in kettingverband en voorzien van open voegen. Bakstenen dorpels in de zijbeuken, de lichtbeuken in het schip hebben keramische vensterdorpels. Het aanzien van de WESTGEVEL wordt bepaald door het vooruitspringende entreeportaal en de vensters van het zangkoor. Dit entreeportaal heeft een zadeldak, verzonken achter een kopgevel met uitkragende schouderstukken en een bovenafdekking met grespannen. Spitsboogvormige portaalopening met een zwaar gedimensioneerde betonnen sluitsteen. In de portaalopening een niet-authentiek hekwerk. Verdiept in het portaal een segmentboogvormige dubbele houten toegangsdeur, waarboven in reliëf een afbeelding van de H.Theresia. Aan weerszijden van de hoofdtoegang twee segmentboogvormige houten toegangsdeuren. Aan de noord- en zuidzijde van het entreeportaal respectievelijk een devotiekapel en de voormalige doopkapel, aan de zuidzijde een bergplaats, het trappenhuis naar het zangkoor en een devotiekapel. Deze uitbouwen worden gedekt door lessenaarsdaken, die in verbinding staan met de zijbeuken. Het achter portaal en zijkapellen gelegen schip wordt aan de westzijde afgesloten door een tuitvormige gevel met uitkragende schouderstukken en een bovenafdekking van grèspannen. Drie spitsboogvormige stalen glas-in-loodvensters, waarboven één rond stalen venster met glas-in-lood. Voorzetramen. De NOORD- en ZUIDGEVELS van het schip zijn, behoudens de klokkentoren aan de noordzijde, nagenoeg identiek. Het schip telt zeven traveeën, in de lichtbeuk elk voorzien van drie spitsboogvormige stalen vensters met glas-in-lood. De vensterassen aan de westzijde hebben twee spitsboogvormige stalen vensters. De onder lessenaarsdaken uitgebouwde zijbeuken hebben ter hoogte van de eerste en vierde travee (vanaf het oosten geteld) een uitgebouwde biechtstoelnis. Deze zijbeuken hebben twee kleine spitsboogvormige stalen glas-in-lood vensters per travee. De uitgebouwde BERGPLAATS aan de zuidzijde is in de zuidelijke gevelzijde blind, in het korte vrijgebleven westelijke zijgeveldeel bevindt zich een spitsboogvormig stalen venster met glas-in-lood. In de oostgevel van de bergplaats een rechthoekige houten buitendeur. De bergplaats heeft uitkragende gevelhoeken met een afdekking van grespannen. De KLOKKENTOREN aan de noordzijde is met het hoofdvolume verbonden middels een loopbrug met rechthoekige stalen vensters en een lessenaarsdak, die boven de lichtbeuk op de dakconstructie van het schip is ingestoken. De toren heeft in de westelijke gevelzijde een rechthoekige houten toegangsdeur, ter hoogte van de trapbordessen een rechthoekig stalen venstertje en daarboven in elke gevelzijde twee spitsboogvormige stalen venster plus een rechthoekig galmgat met galmborden. Het achter het schip gelegen KOORVOLUME versmalt ten opzichte van het schip en heeft in beide gevelzijden twee spitsboogvormige stalen vensters met glas-in-lood. Koor en schip worden beëindigd door tuitgevel met uitkragende schouderstukken en een bovenafdekking met grèspannen. De achter het schip en koor geplaatste ABSIS versmalt wederom ten opzichte van het koor en heeft twee spitsboogvormige vensters met glas-in-lood in beide zijden van de lichtbeuk. De absis wordt aan de oostzijde beëindigd door een blinde tuitgevel met uitkragende schouderstukken en een bovenafdekking met grèspannen. De absis wordt aan de oost-, zuid- en noordzijde omgeven door zijbeuken c.q uitbouwen onder lessenaarsdak. Aan de zuidelijke gevelzijde heeft deze uitbouw tweemaal tweegewijs gekoppelde stalen spitsboogvensters met glas-in-lood en twee souterrainvensters; aan de noordelijke gevelzijde tweemaal driegewijs gekoppelde stalen spitsboogvensters met glas-in-lood. Twee verticaal ingedeelde stalen souterrainvensters. In de oostelijke gevelzijde een reeks van zeven spitsboogvormige stalen glas-in-loodvensters, waaronder een tweetal verticaal ingedeelde souterrainvensters. Aan weerszijden een rechthoekige houten buitendeur. De deur aan de noordzijde wordt voorafgegaan door een trapbordes, geplaatst achter een schutmuur. De kapCONSTRUCTIE van het schip wordt gedragen door zeven stalen spanten.
Torenspits. Foto: februari 2006
Zicht op het priesterkoor. Foto: september 2011
Zicht op de zangtribune. Foto: september 2011
Priesterkoor. Foto: Martin Frankort, januari 2007
Zangtribune met glas-in-loodramen van Louis van den Essen. Foto: Martin Frankort, januari 2007
Bijzonderheid: het grote raam met de afbeelding van Maria Hulp der Christenen is geschonken door de parochianen van Losser in Twente (familieleden en vrienden van rector Bernard Fischer sdb hebben destijds in diens geboorteplaats Losser geld verzameld voor dit raam) . Dit staat vermeld in het betreffende raam (zie verderop bij de foto's met de tekst: 1941 GESCHONKEN door de PAROCHIANEN v. Losser).
Het INTERIEUR van de kerk wordt gekenmerkt door een driebeukig schip. Tussen schip en zijbeuken bevinden zich segmentboogvormige scheibogen. Drie spitsboogvensters per travee in de lichtbeuk. De zijbeuken worden traveegewijs onderling gescheiden door spitsbogen. In de zijbeuken per travee twee kleine spitsboogvormige vensters met glas-in-lood, waartussen kruiswegstaties. Tussen schip en koor, alsmede tussen koor en absis zijn scheimuren met spitsboogvormige openingen geplaatst. Met hout betimmerde stalen spanten, waartussen de lichte houten zolderingen zijn geplaatst. Het interieur van de kerk kenmerkt zich door decoratief geel schoon metselwerk in kettingverband met kleine open voegen. Het priesterkoor en vloer belegd met Solnhofer kalksteen. De oorspronkelijke doopkapel in het westwerk is niet meer in gebruik. De doopvont is verplaatst naar een plaats vooraan in het schip, waartoe de opstelling van de banken is aangepast. In dit interieur zijn onder meer van belang het marmeren hoofdaltaar; het oorspronkelijke priesterkoor met witmarmeren communiebanken, welke zijn ingelegd met groen en roze marmer; de oorspronkelijke kerkbanken op vlonders; het tabernakel met kruisbeeld in geslagen groen en geel koper, H. v.d. Heyden te Bodegraven, XXb; een hoogreliëf van O.L.Vrouw Koningin (Maria Hulp der Christenen) in gekleurd geglazuurd terra-cotta boven het zij-altaar, ca. 1945, atelier St.Joris te Beesel ; een hoogreliëf van Don Bosco in gekleurd geglazuurd terra-cotta boven het zij-altaar, ca. 1945, atelier St.Joris te Beesel (dit is niet juist, het gaat hier om twee wandplastieken die Jules Rummens heeft vervaardigd in mei 1952.); de kruiswegstaties van grijze gebakken klei in hoog reliëf, ca. 1960, Sjef Drummen; de muurschilderingen op de scheiboog tussen schip en priesterkoor alsmede op de achterwand van het koor, Verheyen, ca. 1942. De gebrandschilderde ramen in de westwand en in het priesterkoor, 1941, vervaardigd door Louis van den Essen te Roermond en geschonken door de parochianen van Losser. In de westwand betreft het drie ramen, te weten een gekroonde Madonna met Kind (Maria Hulp der Christenen) geflankeerd door een raam van Don Bosco met mijnwerkersgezin en een raam van Theresia van Lisieux. Boven deze drie ramen een rond raam met kniestuk van de H.Barbara, patrones der mijnwerkers, afgebeeld tegen de achtergrond van enkele mijngebouwen. In het priesterkoor een serie van zestien emblemata in glas-in-lood; veertien gebrandschilderde ramen met voorstellingen van de Apostelen en Evangelisten in het schip, 1953-1954, vervaardigd door Jacques Verheyen.
Waardering
De R.K. Kerk van de mijnwerkerswijk Lauradorp is van cultuurhistorische waarde en vertegenwoordigt algemeen belang als bijzondere uitdrukking van de economische, sociaal-maatschappelijke en geestelijke ontwikkeling van de mijnstreek vanaf het derde decennium van de twintigste eeuw. De architectuurhistorische waarden van de kerk worden bepaald door de traditionele bouwstijl, de betrokkenheid van architectect Beersma, door de esthetische kwaliteiten van diens ontwerp en de kwaliteit van het interieur. De kerk is een essentieel onderdeel van het stedenbouwkundige plan dat aan de mijnwerkerswijk Lauradorp ten grondslag ligt, is vanwege deze situering ten zeerste verbonden met de ontwikkeling van de mijnstreek en van betekenis voor het aanzien van deze streek. De kerk beschikt over een in hoge mate gaaf bewaard gebleven ex- en interieur en is van groot belang voor de structurele en visuele gaafheid van de mijnwerkerswijk Lauradorp.
De kerk is lange tijd een zogenaamde slapende kerk geweest maar inmiddels is de kerk verkocht en op 26 september 2020 werd de laatste mis opgedragen door bisschop Smeets. De kerk zal een herbestemming krijgen, wellicht deels een urnenkerk.
Orgel
Foto: september 2011
In 1942 plaatste Pels (Alkmaar) in deze kerk een tweemanuaals orgel.
Hoofdwerk Zwelwerk Pedaal
Bourdon 16’ Fluitprestant 8’ Subbas 16’
Prestant 8’ Roerfluit 8’ Zachtgedekt 16’
Bourdon 8’ Viola da Gamba 8’ Octaaf 8’
Octaaf 4’ Voix celeste 8’ Gedekt 8’
Openfluit 4’ Fluit 4’ Fluit 4’
Mixtuur III-V Spitsquint 2 2/3’ Bazuin 16’
Trompet 8’ Baarfluit 2’
Scherp III
Dulciaan 8’
Bron : G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht)
Voor informatie over het Dekenaat Heerlen zie ook http://www.dekenaatheerlen.net/