HOME
ZOEKTIPS
LINKS en LITERATUUR
ORGELS
LAATSTE WIJZIGINGEN
OVER ONS
DONATIES


LAATST BIJGEWERKT OP 02-12-2024

O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen

Ga naar de site van de patroonheilige
Ga naar site van het gebouw c.q. de parochie
 
Parochie/kerkgemeente: RK Parochie Christus Salvator
Dekenaat/kerkverband: Susteren
Soort gebouw: Parochiekerk
Plaats: Mariaveld
Gemeente: Echt-Susteren
 
Adres: Marialaan 2
Postcode: 6114 CP
Coördinaten: x: 188306, y: 341875
 
Rijksmonumentennummer: 521385 Code: 6114CR-00002-01
Kadastrale gegevens: Susteren D 4315
 
Architect(en):
 
Kunstenaar(s):
 
Huidig gebruik: R.K. Kerk

 Foto: september 2005

Redengevende omschrijving Rijksdienst voor de Monumentenzorg

In NEO-ROMAANS in 1917 naar een ontwerp van de architect C.J.H. Franssen uit Roermond gebouwde ROOMS-KATHOLIEKE KERK met SACRISTIE ter ere van O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen. Het bijbehorende Klooster van de Congregatie van de Heren Lazaristen is in hetzelfde jaar in de stijl van het traditionalisme gebouwd, eveneens naar ontwerp van architect C. Franssen. Er is een duidelijk onderscheid tussen het gewijde en profane deel van het complex. De aanleiding voor de bouw van de kerk en het klooster is gelegen in een besluit van de Nederlandse Spoorwegen uit 1914 te Susteren, bij het gehucht "Heide" een groot rangeerterrein (28 ha., 16 sporen) aan te leggen, om een goede afvoer van de gedolven kolen uit de Mijnstreek mogelijk te maken. Voor de kleine gemeenschap Susteren waren de komst van de spoorwegen en de vele nieuwe inwoners een hele gebeurtenis. De toenmalige pastoor van Susteren, Louis Thijssen, sloeg de gebeurtenissen eveneens met nieuwsgierigheid, maar ook met zorg gade. Vele van de nieuwe inwoners, hoofdzakelijk spoorwegpersoneel, waren immers protestants of hielden er geen religie op na. Na overleg met bisschop Schrijnen kreeg de pastoor de toestemming met de Orde der Lazaristen de plannen verder uit te werken tot vestiging van de Lazaristen in zijn parochie te Susteren, vooral ook met het oog op de zielzorg van het personeel van de Maatschappij der Staatsspoorwegen. Gekozen werd voor een perceel dicht bij de tunnel welke het gebied "Heide" met de kern van Susteren verbond, op 6 à 7 minuten van het station. Mei 1917 startte de bouw; 5 augustus 1918 volgde de inzegening door bisschop Schrijnen.

Omschrijving

Foto: september 2005

De KERK heeft een BASILICA-VORM met drie beuken onder zadel- en lessenaardaken, afgedekt met Hollandse pannen en ondersteund door schouderstukken aan de achtergevel en houten consoles onder de daken. De kerk kent twee bouwlagen en wordt omzoomd door een risalerende plint van donkere baksteen. Het toegepaste bouwmateriaal is baksteen in kruisverband met natuursteen. De vensters en deuren zijn rondboogvormig, de vensters bevatten glas-in-lood ramen, de dorpels zijn van natuursteen. De decoratieve elementen zijn uitgevoerd middels siermetselwerk - zoals muizetand en bloktand - onder de nok en de dakgoten. Op de achterste nok van het middenschip staat een angelustorentje. De KLOKKENTOREN is vooraan naast het middenschip geplaatst. De spits is ingesnoerd, heeft een overstek en is afgedekt met leien. De toren heeft vijf geledingen, van elkaar gescheiden door hardstenen regenlijsten. Onder deze lijsten bevindt zich siermetselwerk. In de eerste geleding zit een dubbele houten toegangsdeur en een lancetvormig venster in de zijgevel. Boven de ingang bevindt zich een rondboogvormig vulvlak, omzoomd met siermetselwerk. In het vulvlak zijn met gekleurde siertegels een kruis en de letters Alfa en Omega weergeven. In de tweede tot en met vijfde geleding bevinden zich lisenen aan, die in de tweede en derde geleding zijn verbonden door blinde bogen waaronder zich per gevelvlak drie lancetvormige vensters bevinden. De vierde geleding bevat het uurwerk. De vier wijzerplaten, ingelegd in een ruitvorm, worden door vier gemetselde ringen omgeven. De vijfde geleding, waarin de klokken hangen, bevat lisenen verbonden door rondboogfriesjes. Eronder bevinden zich per gevelvlak drie galmgaten, gescheiden door zuiltjes, ieder met een teerlingkapiteel.  Rechts van de narthex bevindt zich haaks op de zijbeuk de MARIAKAPEL, afgedekt met een zadeldak met schouderstukken, Hollandse pannen en omzoomd door een regenlijst. De kapel is ook van buiten toegankelijk middels een deur in de eerste bouwlaag in de voorgevel. In de tweede bouwlaag bevindt zich een venster omzoomd door siermetselwerk en een bakstenen versiering in ruitvorm. De kapel sluit af met een absis, afgedekt met een half kegeldak en Hollandse pannen. De vijf gevelvlakjes bevatten ieder een lancetvormig venster, waarvan vier met glas-in-lood en een blind. Boven de absis bevindt zich eveneens een lancetvormig venster. Voor het MIDDENSCHIP is een uitspringende NARTHEX geplaatst met drie rondbogen, die rusten op twee zuilen. Onder het lessenaarsdak met Hollandse pannen zit siermetselwerk, evenals rond de bogen. De drie bogen geven toegang tot het voorportaal. De hoofdingang van de kerk vormt een dubbele houten toegangsdeur met authentiek beslag en rondboogvormig vulvlak, omzoomd met siermetselwerk. In het vulvlak zijn met gekleurde siertegels een kruis en de letters Alfa en Omega weergeven. Naast de deur bevindt zich aan iedere kant een lancetvormig venster met bakstenen dorpel. Op de plaats waar het lessenaardak aan de voorgevel van het middenschip grenst bevindt zich de regenlijst. In de tweede bouwlaag van de voorgevel van het schip bevinden zich vervolgens drie smalle langwerpige vensters, die geaccentueerd worden door siermetselwerk. Boven de vensters bevindt zich de spreuk: "Door Maria tot Jezus". In de topgevel van het schip bevindt zich een nis met een Mariabeeld op bakstenen sokkel. De voorgevel van het schip wordt begrensd door twee lisenen, die uitlopen in een klimmende boogfries naar de nok van het dak.  De OPBOUW VAN DE WANDEN van het middenschip en de zijbeuken is vrijwel identiek: ze worden opgedeeld door lisenen, en verticaal verbonden door een regenlijst. Boven de lijst bevindt zich per travee een venster, geaccentueerd door siermetselwerk. De wanden van het middenschip en de zijbeuk aan de linkergevel bevatten ieder zes vensters, in de rechtergevel vinden we in de wand van het middenschip zeven en de wand van de zijbeuk zes vensters als gevolg van de aanwezigheid van de toren en de Mariakapel. Het dak van het middenschip bevat vijf dakkapellen.  De ACHTERGEVEL wordt gevormd door een KOOR en een ABSIS.  Het koor wordt afgedekt door een zadeldak met een natuurstenen kruis op de nok en twee dakkapellen. Aan de linkergevel is een aanbouw onder lessenaarsdak, die dienst doet als hulpsacristie.  In de tweede bouwlaag bevinden zich twee vensters. De rechtergevel wordt aan het oog onttrokken door een aangrenzende sacristie, dwars op het koor. Het koor wordt afgesloten met een vijfdelige absis met een half kegeldak en vijf vensters in de tweede bouwlaag.

Zicht op het priesterkoor. Foto: september 2005

Zicht op de zangtribune. Foto: september 2005

Van het INTERIEUR van de kerk zijn onder meer de volgende zaken van belang. Achter de ingang van de klokkentoren bevindt zich een halletje met authentieke tegels, een ijzeren draaitrap naar het oksaal en een cassetteplafond. De hoofdingang komt uit in een portaal onder het oksaal. Het OKSAAL rust op drie bogen, gesteund door twee kolommen. Deze bogen hebben parallellen die de toegangsdeur en twee vensters (met glas-in-lood van Max Weiss, 1958) onder narthex accentueren. Het oksaal heeft een houten balustrade met ruitmotief (zie decoraties van exterieur en tegelvloer van interieur). De gehele kerk wordt omzoomd door een siersteenband op de hoogte van de plint en onder de vensters in de zijbeuken alsmede onder de vensters van het middenschip.  Het SCHIP is breed van opzet, terwijl de ZIJBEUKEN relatief smal uitvallen. Zowel in het middenschip als in de zijbeuken liggen houten cassetteplafonds. Gewelven zijn aanwezig in het koor en de Mariakapel. Middenschip en zijbeuken worden door een arcade van zes rondbogen gescheiden. De bogen steunen op bakstenen zuilen en teerlingkapitelen. Waar twee scheibogen bij elkaar komen zijn nissen aangebracht voor het plaatsen van heiligenbeelden. Boven de nissen loopt een brede strook, die begrensd is door lijsten van baksteen. De zijbeuken hebben aan het einde een heiligenbeeld tegen een muur.  Het KOOR is verhoogd, ten opzichte van het middenschip ingesnoerd en belegd met marmer. Het koor is overkluisd met een kruisgewelf. Aan de rechterkant geeft een AUDITORIUM in de tweede bouwlaag van de sacristie uitzicht op koor en hoofdaltaar. Dit auditorium bestaat uit drie rondboogjes die steunen op twee zuiltjes met teerlingkapitelen. De absis in halfronde vorm is ingesnoerd ten opzichte van het koor en heeft een kalot. Vermeldenswaard zijn bovendien: de tegelvloer met terugkerend ruitmotief (zie ook decoraties in exterieur), de kerkbanken met florale decoraties), glas-in-lood vensters in het priesterkoor van dr. H. Oidtmann uit 1924, kruiswegstaties van A. Windhausen uit 1938 in de zijbeuken en tien beelden in het middenschip uit het atelier van dr. P.J.H. Cuypers te Roermond. 

De SACRISTIE heeft een rechthoekige plattegrond, wordt afgedekt door een schilddak met Hollandse pannen, gesteund door houten consoles en is in twee bouwlagen opgetrokken met baksteen in kruisverband. De rondboogvormige ramen bevatten glas-in-lood. De sacristie vormt de verbinding tussen de kerk en het klooster en doet dienst als dagkapel en sacristie (eerste bouwlaag) en als auditorium voor de kloosterbevolking (tweede bouwlaag).  In de VOORGEVEL bevinden zich drie gevelvlakken, gescheiden door lisenen. Iedere bouwlaag heeft de volgende opbouw: liseen - venster - liseen - twee vensters - liseen - twee vensters - liseen. In de gevelvlakken met de dubbele vensters bevinden zich tussen de twee bouwlagen bakstenen ruitmotieven. De dorpels zijn van natuursteen en iedere bouwlaag kent een regenlijst. De vensters worden geaccentueerd door siermetselwerk, dat zich eveneens onder de dakgoot bevindt. In de ACHTERGEVEL een lage aanbouw met zes vierkante vensters en twee deuren in de eerste bouwlaag, en vervolgens vier traveeën met ieder twee vensters, gescheiden door lisenen en ruitvormige motieven in de eerste en tweede bouwlaag. In de tweede bouwlaag loopt een regenlijst onder de vensters.

Van het INTERIEUR van de sacristie zijn onder meer de volgende zaken van belang. De sacristie doet tevens dienst als dagkapel.  De entree van de sacristie is een zware dubbele houten deur met zwarte natuurstenen dorpel. De banken zijn niet-authentiek. Links in de sacristie\kapel bevinden zich authentieke opbergkasten met rijke decoraties. De zes vensters van de achtergevel en de vijf vensters van de voorgevel bevatten glas-in-lood met geometrische figuren. In de tweede bouwlaag bevindt zich het oratorium. De openingen in de rondbogen zijn gedicht met glasramen van omstreeks 1980.

Het KLOOSTER heeft een plattegrond in T-vorm. Het klooster kent een risalerende plint, rechthoekige vensters met een strek en dorpels van baksteen, kunststofkozijnen met roedeverdeling. Het toegepaste bouwmateriaal is baksteen in kruisverband.  De ACHTERGEVEL vanaf de sacristie gezien bevat allereerst een LAGERE BOUW van twee bouwlagen onder een plat dak. De tweede bouwlaag betreft een nieuwbouw met betonnen latei boven de twee rechthoekige vensters. In de eerste bouwlaag treffen we twee keldergaten, twee vensters en een deur aan.  De erop volgende HOGERE BOUW kent drie bouwlagen onder een mansardedak, afgedekt met Hollandse pannen en achttien dakkapellen. De achtergevel van deze hogere bouw kent een bordes dat dateert van omstreeks 1990, drie vensters, een blind venster en een dubbele houten deur in de eerste bouwlaag,  vijf vensters en een blind venster in de tweede bouwlaag en twee dakkapellen onder het mansarde dak in de derde bouwlaag. De achtergevel van de eropvolgende LAAGBOUW kent één bouwlaag onder een plat dak met zes vensters waarvan vier vensters met roedeverdeling.  De VOORGEVEL van het klooster vanaf de sacristie gezien bevat twee vensters en deur met bovenlichten in de eerste bouwlaag en drie vensters zonder roedeverdeling in de tweede bouwlaag. De ZIJGEVEL van de naar voren springende HOOGBOUW kent zes vensters met roedeverdeling in de eerste bouwlaag, zes vensters met roedeverdeling in de tweede bouwlaag en zeven dakkapellen onder het mansardedak. De VOORGEVEL kent risalerende baksteendecoraties op de hoekpunten, vier vensters en een centrale deur met baksteendecoratie in rondboogvorm in de eerste bouwlaag, vier vensters met en twee vensters zonder roedeverdeling in de tweede bouwlaag.  In de topgevel treffen we twee vensters met bovenlichten, twee ruitvormige decoraties en een decoratief kruis van gekleurde baksteen aan. Het dak bevat twee dakkapellen. De RECHTER ZIJGEVEL heeft zes vensters en zes lucht- en ventilatiegaten in de eerste bouwlaag, zeven vensters in de tweede bouwlaag en zeven dakkapellen. De voorgevel van de lage aanbouw heeft zes vensters zonder roedeverdeling, waarvan de bovenlichten met hout zijn gedicht en zes lucht- en ventilatiegaten. De aanbouw, die aan deze laagbouw vastzit is uitgesloten van bescherming.

Het INTERIEUR van het klooster is niet wezenlijk aangetast. De grootste verandering betreft de toevoeging van een tweede bouwlaag bovenop de keuken in het gedeelte dat grenst aan de sacristie. In de tweede bouwlaag van de middenbouw zijn de plafonds verlaagd. Enkele kamers in het klooster zijn vergroot of hebben een andere bestemming gekregen. In de derde bouwlaag is de vloer ongeveer een halve meter verhoogd om diverse leidingen weg te werken. De meeste kozijnen en deurposten van het interieur zijn authentiek evenals de tegelvloer, en de terrazzo-vloer en smeedijzeren balustrade van het trappenhuis.  In diverse kamers zijn nog authentieke schoorsteenmantels aanwezig.

Waardering

De R.K. Kerk O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen en Klooster van de Congregatie van de Lazaristen zijn van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een geestelijke en typologische ontwikkeling. De bouw van kerk en klooster is een reactie op een maatschappelijke ontwikkeling: de komst van de spoorwegen en de vele nieuwe inwoners. De kerk bezit architectuurhistorische waarde vanwege haar belang voor het oeuvre van de architect C.J.H. Franssen te Roermond, vanwege de hoogwaardige kwaliteiten van het ontwerp en delen van het interieur zoals de kolomstelling met beelden. Kerk met klooster bezitten ensemblewaarde wegens de bijzondere betekenis van de objecten voor Mariaheide-Susteren. De kerk is tenslotte van algemeen belang op grond van de architectuurhistorische gaafheid van ex- en interieur en de architectuurhistorische, bouwtechnische en typologische zeldzaamheid. (Datum: 06-11-2002).

Orgel

Foto: september 2005

In 1920 plaatsten Gebr.Franssen (Roermond) een orgel, dat in 1956 vervangen werd door een nieuw orgel van Verschueren Orgelbouw (Heythuyzen).

               Hoofdwerk                            Rugwerk                                Pedaal

                Prestant 8’                            Holpijp 8’                             Subbas 16’

                Roerfluit 8’                            Prestant 4’                           Gemshoorn 8’

                Octaaf 4’                               Roerfluit 4’                            Prestant 4’

                Speelfluit 4’                          Octaaf 2’

                Mixtuur III-IV                        Scherp IV

                Trompet 8’                            Kromhoorn 8’

Bron: G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht).

O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen