Mariakapel Mheer
Soort gebouw: | Kapel |
Plaats: | Mheer |
Gemeente: | Eijsden-Margraten |
Adres: | Stallestraat to 2 |
Postcode: | 6261 ND |
Coördinaten: | x: 183677, y: 309800 |
Kunstenaar(s): | |
Huidig gebruik: | Kapel |
Foto: oktober 2009
Ruimtelijke context
De kapel ligt op een verhoging op de splitsing Dorpsstraat-Stallestraat in Mheer.
Type
Bakstenen kapel met dakruiter.
Bouwgeschiedenis
De Mariakapel in Onder-Mheer is gebouwd in 1950, niet ver van de plek waar een jaar eerder de oude kapel werd afgebroken. Ook de voorganger van de huidige kapel was gewijd aan de Heilige Maria. Toen de Dorpsstraat in 1949 voor het eerst werd geasfalteerd, stond het kapelletje letterlijk in de weg.
De oude kapel was vierkant. De ingang lag aan de straatzijde en had een hardstenen deuromlijsting. Daarop stond de inscriptie: 1843 A. Pullinx. Het jaartal 1843 verwijst naar het bouwjaar van de oude kapel. Die kapel was privé-bezit van de familie Pullinx. Die woonde in de grote vakwerkboerderij achter de kapel. Hoewel de kapel privé was, was deze voor een ieder toegankelijk.
Al meteen na de oorlog bestonden er plannen voor een nieuwe Mariakapel. Pastoor Frans Schleiden nam het initiatief hiertoe. Toen op 10 mei 1940 de Duitsers Mheer binnenvielen, had deze pastoor zijn parochie onder de bescherming van Maria gesteld. Gelukkig bleef Mheer tijdens de oorlog gespaard. Daarom liet Schleiden uit dankbaarheid een nieuwe kapel bouwen. Hij had een grote devotie voor de Heilige Moeder.
Om de bouw van een nieuwe Mariakapel te realiseren, riep de pastoor een comité in het leven. In een brief aan Jacques Huijnen schreef pastoor Schleiden:
"...we beginnen met de eerste maatregelen te treffen: het bijeenbrengen van materiaal en financiën. We laten het dan aan O.L. Vr. over wanneer zij het graag klaar zou hebben. Het beeld wordt een Piëta: Maria die Christus verzorgt, doet hetzelfde werk nu na den oorlog met het mystieke lichaam van Christus. Dit is de grondgedachte."
Het was die pastoor niet gegund het karwei af te maken. Op 9 oktober 1945 verliet Schleiden de parochie van Mheer. Zijn opvolger, pastoor Terpoorten, lijkt het project niet te hebben opgepakt. Met de komst van pastoor Mathieu Gilissen in maart 1948, komt er, mede met het oog op de wegverharding, schot in de zaak. De kapel werd op de hoek van de Stallestraat en de Dorpsstraat gebouwd. Jacques Huijnen, de erfgenaam van Pullinx, schonk daartoe grond aan de k8erk van Mheer.
In de uivormige toren van het Mariakapelletje hangt een eeuwen oud Maria klokje, dat oorspronkelijk het kasteel van Mheer toebehoorde.
De gegoten klok draagt het opschrift: Jezus Maria Jozef Orate Pronobis Imstenraedt x Loe 1653.
De namen Imstenraedt x Loë duiden op het huwelijk tussen de machtige Jan Adolfs van Imstenreadt met Christina Sophia de Loë. Dit huwelijk bleef kinderloos. Na de dood van Jan kwam de heerlijkheid Mheer in handen van de familie de Loë.
Nadat in 1943 de Duitsers de kerkklokken vorderden, en de klokken uit de toren van de parochiekerk werden gehaald, zocht pastoor Schleiden naar een alternatief om zijn parochianen naar de kerk te roepen. Hij wist dat ergens in het kasteel nog een klokje aanwezig was. Het kasteel bood toen onderdak aan Duitse officieren. Schleiden vroeg aan Piet van Gerven een inwoner van Mheer die op het kasteel werkte, het klokje ongemerkt het kasteel uit te smokkelen. Het klokje stond toen in de grote eetzaal waar Piet de officieren bediende. Telkens als Piet langs het klokje liep, verplaatste hij het ongemerkt een aantal meters, totdat hij het gered had uit de handen van de Duitsers. Het 'ontvreemde' klokje werd overdragen aan meneer pastoor. Die het na de oorlog in het kapelletje hing.
Pastoor Schleiden vroeg de bekende architect Alphons Boosten uit Maastricht een ontwerp voor de Mariakapel te maken. Het ontwerp van de kapel in Mheer maakte hij rond 1945. In 1947 kwam de kapel gereed. Pastoor Gilissen raamde de bouwkosten op 8000 gulden (ongeveer € 3.960). Door de inzet van vrijwilligers bleven de uitgaven echter beperkt tot 5000 gulden (ongeveer € 2.270). De beeltenis van Maria is, ondanks de wens van pastoor Schleiden, geen pièta geworden. Het beeld van Maria met het kindeke Jezus is van de hand van de bekende Maastrichtse kunstenaar Charles Vos. Op 14 mei 1950 zegende deken Schneiders van Gulpen de nieuwe Mariakapel in. Ter ere van de inwijding werden links en rechts van het altaar in de kapel twee marmeren schilden geplaatst met de tekst: AVE MARIA (links) en 1950 (rechts). Aan weerszijden naast het Mariabeeld staan twee gipsen knielende aartsengelen. Deze engelen zijn ouder dan het Mariabeeld. Zij zijn destijds door de familie Willems, die in het inmiddels opgeheven café tegenover het kapelletje woonde, gerestaureerd en aan de parochie geschonken. De kapel is sinds 1950 nauwelijks gewijzigd. Alleen is ten behoeve van de verbreding van de Mergellandroute medio jaren '70 de opgang naar het kapelletje verplaatst van de hoek Dorpsstraat- Stallestraat naar de Stallestraat. [1] Maria (met nimbus) is staande ten voeten uit afgebeeld. Zij heeft haar hoofd ietwat schuin naar links. Zij draagt een lang wit kleed waarvan de zoom onderaan versierd is. Over haar kleed heeft zij een driekwart blauwe mantel over de schouders. Op haar linkerarm draagt zij het zittende, met gekruiste beentjes, kindje Jezus. In haar rechterhand houdt zij een pot met bloemen. Het kindje Jezus (met nimbus) draagt een wit kleed. Zijn linkerarmpje rust op zijn moeders linkerarm en zijn rechterhand houdt de bloem in de pot vast.
Zie verder: Kapellen en Kruisen nummer 40 september 2008 pag 16
In 2011 is de kapel gerestaureerd.
Exterieur
Foto: februari 2007
De kapel is gebouwd in 'wederopbouwstijl' met gelige baksteen. Voor- en achtergevel zijn enigszins trapeziumvormig. Het met leien gedekt zadeldak heeft een grote dakruiter met klok. In de zijgevel is een klein rond venster aangebracht. De rondbogige, grote toegang wordt gesloten door een smeedijzeren hek in wit en roestrood. Omdat de kapel op een verhoging ligt is aan de rechterzijde een bakstenen trap aangelegd.
Interieur
Foto: oktober 2009
Het interieur is uitgevoerd in schoon metselwerk. Het plafond is gedekt met een blauw geschilderde schrootjes. De vloer is belegd met zwarte en witte tegels. Op een altaar met bakstenen steunen staan een fraai, keramisch Mariabeeld met Kind van Charles Vos en twee grote engelenbeelden.