HOME
ZOEKTIPS
LINKS en LITERATUUR
ORGELS
LAATSTE WIJZIGINGEN
OVER ONS
DONATIES


LAATST BIJGEWERKT OP 19-04-2024

Catharina

Ga naar de site van de patroonheilige
 
Parochie/kerkgemeente: H. Catharina
Dekenaat/kerkverband: Gennep: opgeheven, nu Venray
Soort gebouw: Parochiekerk
Plaats: Wellerlooi
Gemeente: Bergen
 
Adres: Cataharinastraat 28
Postcode: 5856 AT
 
Kadastrale gegevens: Bergen S 1904
Bouwpastoor/bouwpredikant: Chr. G.G. Jonkers
 
Architect(en):
 
Kunstenaar(s):
 
Huidig gebruik: R.K. Kerk

Foto: augustus 2015

Ruimtelijke context

De kerk staat op een kerkberg aan een ruim plein en is toegankelijk via brede trappen. De bebouwing eromheen is laag, zodat de kerk en de toren goed te zien zijn. Rondom de kerk ligt een tuin, die de ruimte rondom de kerk vrijlaat. Ten zuiden van de kerk ligt het kerkhof, dat eveneens een vrij uitzicht op de kerk geeft. De pastorie is niet meer als zodanig in gebruik. Deze ligt naast de kerk op het plein. De kerk ligt aan één van de doorgaande wegen in het dorp.

Type

De niet-georiënteerde bakstenen kruiskerk heeft een centrale opstelling van de banken. De aangebouwde toren heeft galmgaten in een zwaar aangezette betonnen tracering.

Bouwgeschiedenis

Voorgangsters

De eerste vermelding van de kerkelijke bediening ter plaatse stamt uit 1669, toen werd geschreven, dat in de kapel van de H. Catharina als beneficie elke zondag en verplichte feestdag een Mis gelezen diende te worden. Deze bediening geschiedde door de kapelaan van het naburige Well. In deze plaats werd tevens de kinderen geacht naar school te gaan en les te krijgen in de cathechismus. Onder pastoor Joseph van Wis (1833-1846) werd de kapel van Wellerlooi een annex van Well en in 1877 werd het kapelbestuur heropgericht. De stichting van het rectoraat Wellerlooi vond plaats in 1881, waarna de verheffing tot parochie in 1894 volgde. Architect Johan Kayser ontwierp in 1888 een neogotische zaalkerk die grote gelijkenis vertoonde met het kerkje dat hij voor de Smakt ontwierp. De kerk had een verlaagd priesterkoor en het schip had een zadeldak, met aan de gevelzijde trapgevels, die gedekt waren met ezelsruggen. Volgens Van Rijswijck een weinig zeggende architectuur. Op 5 december werd de kerk door Engels artillerievuur verwoest.

Uit het dagboek van de heer Verdijk (1909-1994)

26 november 1944

 

Zondag tijdens de kerkdienst granaatvuur der Engelsen op Wellerlooi. De mensen vluchten in paniek uit de kerk, overal een goed heenkomen zoekend.

4 december 1944

Er wordt geen kerkdienst (Wellerlooi) meer gehouden, het is te gevaarlijk. Wel wordt er 's morgens een dienst gehouden in een kelder vlak naast de kerk. 

6 december 1944

Vandaag St. Nicolaasdag. Tegen elf uur vallen zware granaten vlakbij. We vluchten de kelder in en tellen een veertig inslagen, waarvan enkele blindgangers. Als het weer rustig is en we buiten kijken, zien we de kerk totaal in puin liggen. De Engelsen hebben met 15,5 c.m.-granaten deze uitkijkpost ook opgeruimd. Er liggen nog enkele blindgangers en er is maar een huis getroffen. Verder geen ongelukken, dus mooi geschoten.  

   Oude Catharinakerk (met dank aan Jan Verdijk)

Noodkerk

Noodkerk. Foto: Paul Tiellemans, september 2008

In 1946 werd de lagere school als noodkerk ingericht. Hierna werd een zaal voor dit doel bestemd en in 1947 werd de noodkerk, die uit de restanten van de verwoeste kerk was gebouwd, in gebruik genomen.

Huidige kerk

Pastoor Jonkers nam architect Weegels in de arm om een nieuwe kerk te bouwen. Op 19 december 1953 kon de kerk ingezegend worden. De kerk kreeg 284 zitplaatsen voor volwassenen en 96 voor kinderen. De consecratie vond plaats op 29 juni 1957. De plannen voor een toren, uit kostenoverwegingen niet uitgevoerd, bleven bestaan en  in 1961 kwam deze alsnog gereed. Opvallend aspect aan deze kerk is, dat de banken in een centrale opstelling rondom de viering staan opgesteld en dat het zijaltaar daardoor wat wordt weggedrukt. Hierdoor is de kerk in zijn inrichting modern te noemen in de tijd.

Veranderingen

De kinderkapel, die zich in het zuidertransept bevond, is na werkzaamheden aan de verwarming ontruimd en de banken zijn vervangen door stoelen. De ambones ontbreken, hoewel ze wel op de tekening staan. Mogelijk zijn ze verwijderd, maar hiervan zijn geen sporen te zien. In de viering is inmiddels een houten vieringaltaar geplaatst, zodat het hoogaltaar nog in de oude opstelling kon blijven staan.

Exterieur

 

Foto: Thomas Joosten, september 2007

Absis, koor, transept en sacristie

De kruiskerk is gedekt met een zadeldak, met tuitgevels op de armuiteinden. De muren zijn in noords verband en platvol gevoegd. Aan de zuidzijde van de kerk staat een toren en op de viering staat een dakruiter. Het zadeldak is gedekt met verbeterde hollandse pannen, de zij-ingang en de absis met leien. De ingang wordt bereikt via trappen. De dubbele toegangsdeuren staan in een voorportaal aan de westzijde van de kerk en heeft een topgevel met een overstekend zadeldak en bakgoten op een betonnen fries. Boven de rechte deur bevindt zich een segmentboog. Achter het voorportaal staat de westgevel. Deze heeft een tuitgevel met betonen inzetstukken en centraal een roosvenster met een klaverbladtracering en een afzaat rondom. Aan de zuidzijde van de ingangspartij staan tegen de zijbeuk een toren. Kerk en toren zijn met elkaar verbonden door een tussenstuk, dat bestaat uit een dubbele deur met rechte bovenzijde. Hierboven bevindt zich een met rechte gevel bestaande uit glasbouwstenen. De rechthoekige toren is ongeleed en is voorzien van rechthoekige vensters voor de trapverlichting. Bovenaan heeft de toren een groot galmgat aan elke zijde, dat bestaat uit een betonnen rondboog met verticale tracering. Hierop is een wijzerplaat gemonteerd. De toren is gedekt met een overstekend koperen tentdak met bakgoten op een betonnen fries. Het dak is gekroond met een bol en een kruis. De zijgevels zijn identiek: de rechtopgaande muren hebben zes naast elkaar staande rondboogvensters. Hierboven een betonnen fries en een overstekend dak met bakgoten. De ramen zijn voorzien van een afzaat rondom, de onderzijde in beton, de rest in baksteen. De gevels van de transeptarmen bestaan uit een topgevel met een rondboogvenster. De ramen zijn voorzien van een afzaat rondom, de onderzijde in beton, de rest in baksteen. Aan de noordzijde staat in de hoek tussen schip en transept en zij-ingang. Het is rond, met een panelen deur voorzien en heeft een betonnen fries met een kegeldak met bakgoot. Aan weerszijden van de deur is een klein rechthoekig venster. Voor de deur is een rolstoelopgang aangebracht. De achterzijde van de kerk hebben de transeptarmen blinde muren. De muur van het priesterkoor heeft een topgevel. Hier tegenaan staat een halfronde absis met een halfrond tentdak. In de absis staan twee rondboogvensters met een afzaat. Aan de zuidzijde staat de sacristie tegen de oostzijde van het zuidertransept aangebouwd. Het is een rechthoekig gebouw onder een overstekend zadeldak met bakgoten op een betonnen fries. De sacristie heeft rechthoekige ramen in een betonnen lijst. De dakruiter staat op de viering en bestaat uit een octagonaal onderstuk, dat is bekleed met leien. Daarboven staat opengewerkte klokkenstoel met rondbogen in koper. Dit wordt afgedekt met een ui, die wordt gekroond met een bol en kruis, eveneens in koper.

Interieur

Zicht op het koor

Zicht op de zangerstribune

De kerk wordt aan de westzijde betreden door een dubbele panelen deur. Hierdoor komt men in een rechthoekig portaal met aan weerszijden zijdeuren, in het midden wederom een dubbele panelen deur. Hier bevindt zich de zangtribune. Deze heeft een halfronde balustrade, dat aan de voorzijde is afgetimmerd met verticaal geplaatste halfrond houtwerk. Boven in de muur bevindt zich een roosvenster met vierpastracering. Aan de noordzijde van het portaal staat de doopkapel, met een verlaagde vloer. De kapel wordt van de kerk afgescheiden door een laag ijzeren hekwerk. Aan de zuidzijde is een rechthoekige ruimte in spiegelbeeld, waar de trap naar de zangtribune staat. Deze ruime is ingericht als gedachteniskapel. Het schip heeft een natuurstenen tegelvloer. Het plafond in het schip bestaat uit een gestuct tongewelf met steekgewelven ter hoogte van de rondboogvensters. De gewelven lopen door naar de vloer, zodat pseudo-schalken ontstaan. Onder de rondboogramen is siermetselwerk aangebracht .In de viering bevindt zich een gestuukt kruisgewelf, dat van de rest van de kerk is afgescheiden door gordelbogen en een triomfboog in schoon metselwerk. In de transepten bevindt zich een tongeweld, met in het noordertransept een steekgewelf boven het zijaltaar. Het altaar staat op een verhoging in de vloer van één trede en is in schoon metselwerk. Achter het altaar bevindt zich een nis. De muren zijn in schoon metselwerk. Aan de uiteinden van de transeptarmen bevindt zich een rondboogvenster. In de noorder transeptarm aan de westzijde bevindt zich een deur, die verbinding geeft tot een klein portalen de zij-ingang. De banken staan in hun oorspronkelijke opstelling en zijn, ook in de transepten, op de viering gericht. In de viering bevindt zich reeds een verhoging in de vloer voor het priesterkoor, met één trede. Hiervoor staan twee communiebanken op drie ronde zuilen, die een geprofileerde mensa dragen. De communiebanken en het altaar zijn van dezelfde zwarte natuursteen gemaakt en in dezelfde vormen gemaakt. Achter de communiebanken gaat de verhoging nogmaals een trede omhoog. Het altaar staat op een supedaneum, waarop de achterkant kan niet worden gestaan. Op het altaar staat de tabernakel. Op de vloer van de verhoging bij het zij-altaar en het priesterkoor liggen tegels van een gladdere kwaliteit natuursteen, afgezet met zwarte natuurstenen randen en treden.

(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart – Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 –Roermond – Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003).

Orgel

Huidige orgel werd in 1955 gebouwd door Verschueren Orgelbouw (Heythuyzen).

hoofdwerk                            zwelwerk                                pedaal

 

Prestant 8’                            Roerfluit 8’                            Subbas 16’

Bourdon 8’                            Zing.prestant 4’                   Gedektbas 8’

Baarpijp 4’                            Nachthoorn 2’

Bron: G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht).

Afbeeldingen

Glas-in-lood, J. Eggen, 1954. In het schip zijn in zes afbeeldingen de sacramenten afgebeeld, waarbij de eucharistie ontbreekt, omdat deze tijdens de mis aanwezig is. In de transeptramen staat aan de noordzijde een lerende Jezus in een kring van mensen en/of discipelen afgebeeld (Bergrede), aan de zuidzijde wordt Mozes met de stenen wetstafelen afgebeeld. Dit zijn de oude en de nieuwe wet. In de absis zijn Maria en Johannes onder het kruis afgebeeld. De namen van de schenkers (L.W.) en de maker staan hierop vermeld. Het kruis in de absis maakt het tafereel compleet. In het roosvenster staan de vier evangelistensymbolen afgebeeld in de klavertracering.

Reliëf, natuursteen, Sje (=Janssen), 1976. Voorstelling van de doop van Christus in de Jordaan. Naast het reliëf staat de tekst: HERBOREN UIT WATER EN DE H. GEEST.
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina
Catharina