Oda
Ga naar de site van de patroonheiligeGa naar site van het gebouw c.q. de parochie
Parochie/kerkgemeente: | H. Oda |
Dekenaat/kerkverband: | Venray |
Soort gebouw: | Parochiekerk |
Plaats: | Ysselsteyn |
Gemeente: | Venray |
Adres: | Lovinckplein 8 |
Postcode: | 5813 CC |
Kadastrale gegevens: | Ysselstein-Venray M 907 |
Bouwpastoor/bouwpredikant: | E.H. Steneker O.F.M. |
Architect(en): | |
Kunstenaar(s): | |
Huidig gebruik: | R.K. Kerk |
Foto: juli 2007
Ruimtelijke contextDe Odakerk staat in de vork van een splitsing van doorgaande wegen, centraal in een klein dorp. Voor de kerk ligt een parkje met een muziektent en een pétanguebaan. Rondom dit plein staan horecagelegenheden en winkels. Tegenover de kerk aan de andere zijde van het plein ligt de lagere school. Achter de kerk ligt een kerkhof. De pastorie behoort tot het complex. De kerk ligt op een wat hoger punt in het landschap.
Type
De georiënteerde zaalkerk heeft een bakstenen koor uit 1927 met een nieuw vierkant schip van baksteen met stalen dakconstructie. Het axiale bankenplan wordt doorsneden dor een middenpad.
Bouwgeschiedenis
Voorgangsters
Het dorp werd gesticht als veenkolonie na de Eerste Wereldoorlog. In eerste instantie groeide de nederzetting flink, maar na enige jaren liepen de winsten terug en werden de gronden aan particulieren verpacht. Tweede Kamerlid Jan Poels, broer van mgr. H. Poels, wist de Minister van Landbouw, H.A. van IJsselsteijn, te bewegen in het gebied te investeren. Als herinnering aan deze bewindsman werd het inmiddels ontstane dorp naar hem vernoemd, met omzetting van de ij in y om verwarring met het veel oudere Utrechtse dorp te voorkomen. Door de grote groei en de grote afstand tot andere parochies werd al in het begin van de twintiger jaren besloten tot het bouwen van een school en een kerk. In 1922 was de school gereed en werd deze tevens in gebruik genomen als noodkerk. Er waren nog niet voldoende kinderen om alle vier de klaslokalen te vullen, zodat twee klaslokalen als noodkerk konden worden ingericht. In 1927 werd het rectoraat Ysselsteyn opgericht, onder leiding van J. van Montfort. Zijn voorganger, pater Elzearius Tulp OFM, was de facto de bouwrector van de kerk geweest, maar werd teruggeroepen eer de kerk af was. De school, kerk en pastorie werden gebouwd naar ontwerp van L. Martens uit Venray, die het werk tevens als aannemer uitvoerde. In 1927 of 1928 werd de kerk in gebruik genomen. Het was een eenvoudig kruiskerkje met neoromaanse trekken. Eveneens in 1928 werd grond gekocht voor een begraafplaats, die achter de kerk kwam te liggen. In 1936 werd het rectoraat verheven tot parochie. Op 16 oktober 1944 werd de dakruiter door de terugtrekkende Duitsers met behulp van een klein kaliber kanon van de kerk afgeschoten. Hierbij werd een groot gedeelte van de kerk beschadigd. De zaal van de bakkersfamilie Janssen werd opgeknapt en als noodkerk in gebruik genomen. Pas in 1946 werd toestemming gegeven om de zwaar beschadigde kerk te herstellen. Het architectbureau Margry en Lerou vervingen het verwoeste gedeelte door een nieuwe, verhoogde viering. Het groeiende dorp kreeg te maken met een te klein wordende kerk. De oorspronkelijke kerk was gebouwd voor 50 gezinnen; in 1950 waren er al 340 gezinnen. In 1954 werden plannen tot vergroting van de kerk wereldkundig gemaakt, maar tot directe resultaten kwam het niet. Vrij kort daarna kwam een vertegenwoordiger van de ‘Deutsche Kriegsgräber Fürsorge’, met welke organisatie pastoor Jansen zeer goede betrekkingen had, met het voorstel een gedachteniskerk bij het Duitse grafveld te plaatsen. Uiteindelijk kwam door toedoen van deze organisatie de Vredeskerk in Venray tot stand. Pas in 1959 werd door het kerkbestuur besloten, de oude kerk niet meer te onderhouden. Uiteindelijk werd in 1965 besloten P. Lerou als archtect aan te stellen. Lerou ontwierp een moderne kerk met 600 zitplaatsen die door geldgebrek toch niet gebouwd zou worden. In 1968 werd afgezien van een nieuwe kerk en besloot het kerkbestuur om de bestaande kerk grondig te renoveren. Het ondertussen bijeen gespaarde geld werd besteed aan die opknapbeurt. De buitenmuren werden wit gespoten, er kwamen een nieuwe vloer (vloerbedekking), mitsgaders een altaar, ambon en tabernakelopstand van travertijn. Tegelijkertijd werden de communiebanken weggehaald, de knielbanken verwijderd en de banken naar voren geplaatst. Hiermee was de kerk geschikt gemaakt voor de nieuwe liturgie. In 1975 werd een carillon aangeboden, dat naast de kerk werd geplaatst. Het idee van een klokkentoren werd in 1979 afgeblazen. In plaats daarvan werd een klokgeluidsinstallatie aangeschaft, waarbij vanuit luidsprekers imitatieklokkengelui is te horen. In 1982 werd de vloer op het priesterkoor voorzien van nieuwe tegels.
Huidige kerk
Foto: juli 2007
In 1988 werd een reeks ernstige gebreken geconstateerd. Het muurwerk had ernstig te lijden van inwatering, er was vochtdoorslag en een deel van het dak was erg slecht. Het advies kwam om de kerk met uitzondering van het koor en de annexen te slopen en ter plaatse van het schip nieuwbouw te realiseren. Het kerkbestuur ging met dit plan in 1991 accoord. Het ontwerp was van de hand van architect J. Coppen uit Roermond. De kerk werd op 12 december 1992 aanbesteed. Het werk werd gegund aan Verhoeven Venray BV. Sedert februari 1992 was een noodkerk in gebruik en werd het oude kerkschip afgebroken. Er werd gestreefd naar een kerkgebouw, dat volledig voldeed aan de eisen van de liturgie en waarbij er meer contact was tussen de priester en het volk. De kerk moest tevens een onderhoudsvriendelijke constructie krijgen. Coppen bouwde een nagenoeg vierkante kerk met 300 zitplaatsen. De vernieuwde Odakerk werd op 8 november 1992 door mgr. Gijsen geconsacreerd. Het was tot dusverre de laatste consecratie van een nieuwe parochiekerk.
Veranderingen
De doopkapel werd opgeofferd aan een multifunctionele ruimte, die met geluiddichte panelen kan worden afgesloten van de kerk. De verplaatsbare koperen doopvont staat meestal op het presbyterium. Bij grote drukte kan dit gedeelte bij de kerk worden betrokken. Aangezien deze ruimte in de kersttijd is afgesloten door de stal, en ook sommige andere gelegenheden, zoals bij begrafenissen, de kerk te klein bleek, kan ook de zangtribune door bezoekers in gebruik genomen. Derhalve werd in 2000 een deel van de balustrade met transparante platen bekleed om zo meer zicht te krijgen op het altaar.
Exterieur
Foto: juli 2007
De kerk bestaat uit een ronde absis, waaraan een schip is aangebouwd, waar overheen een grotere vierkante viering staat. De absis is gedekt met een half kegeldak en is gekroond met een kruis. Het schip heeft aan de absiszijde een zadeldak met boven aan vensters, aan de ingangszijde een schilddak, dat overloopt in een tentdak met vensters. De viering staat onder een tentdak, dat boven in vensters heeft. De viering is gekroond met een vierkant dakruiter met opengewerkte lantaarn en een tentdak. Dit is gekroond met een bol, kruis en weerhaan. De kerk opgetrokken in witte baksteen in halfsteensverband met platvolle voegen. Onder de dakrand bevindt zich een daklijst van trespa die de bakgoot aan het zicht onttrekt. Alle daken zijn met leien bedekt. Aan de ingangszijde heeft de kerk een voorportaal onder een zadeldak, dat rust op twee bakstenen zuilen. In de puntgevel is een rondboogopening aangebracht. Drie treden leiden naar een dubbele houten toegangsdeur met segmentboog. De zijgevels hebben in de vieringgevel een lage, rechthoekige uitbouwsels met een lezenaarsdak van vensters. In de oksels tussen schip en viering zijn hoge, langwerpige ramen geplaatst. Op de hoeken van de viering staan eveneens hoge, langwerpige ramen. De koorpartij en de zijkoortjes, indertijd door Martens ontworpen en gebouwd, zijn behouden gebleven. Het koor heeft een rond absis met vijf rondboogramen. De rechthoekige zijkoortjes hebben eveneens rondboogramen. De koorpartij is opgetrokken uit baksteen in halfsteensverband en is wit geschilderd. Boven een fries ligt de bakgoot. Tevens staat in de oksel tussen oud en nieuwbouw een toegangsportaal van de zij-ingang. Dit staat onder een plat dak met fries en heeft een hoge gemetselde trap naar de houten deur. Rechts hiervan staat een rondboogvenster. Rechts naast de kerk werd een uitbouw geplaatst. Hierin staan de multifunctionele ruimte en de verbinding met de pastorie. De uitbouw bestaat uit vensters onder een plat dak. Onder de dakrand bevindt zich een daklijst van trespa die de bakgoot aan het zicht onttrekt. Achter de uitbouw staat de oude sacristie, die bereikbaar is vanuit de multifunctionele ruimte. De sacristie heeft rechte vensters en is gedekt met een overstekend schilddak boven een fries.
Interieur
Zicht op het priesterkoor
Zicht op de zangtribune
In het portaal van de kerk bevindt zich links de trap die naar de zangtribune leidt. Rechts zijn een toilet en een werkkast aangebracht. Door een dubbele glazen tochtdeur betreedt men het schip. Aan de rechterzijde staat een ingebouwde biechtstoel. Men staat onder de zangtribune. De zangtribune bestaat uit een segmentvormige uitbouw met een hekwerk bestaande uit een houten onderzijde en doorzichtige platen daarboven. Een middenpad leidt rechtstreeks naar het altaar. De banken zijn in twee blokken ter weerszijden van dit pad opgesteld. De ruimte is helder door de toepassing van de lichtstraten in de daken. De kerk heeft in het nieuwe gedeelte een open dakstoel, die tussen de draagspanten is afgetimmerd met gipsplaten. De muren zijn opgetrokken in witte baksteen in halfsteensverband met platvolle voegen. De vloeren zijn bedekt met bruine plavuizen. In de zijgevels van het schip annex viering staat een uitbouw, met aan de zijkant hiervan vensters, evenals in het lezenaarsdak. Ter weerszijden van het priesterkoor staan devotie-altaren. Het priesterkoor is van de rest van de kerk gescheiden door een triomfboog. De vloer is over de gehele breedte van de kerk verhoogd met vier treden en bedekt met natuursteen. Links staat een hal met de zij-ingang, rechts staat de toegang tot de multifunctionele ruimte. Vervolgens komt de absis, die met een rondboog is gescheiden van de rest van de kerk. In de halfronde absis staan vijf vensters met non-figuratief gekleurd glas-in-lood. Rechts bevindt zich de toegang tot de sacristie. In de absis staat het supedaneum met de tabernakel.
(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart – Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 –Roermond – Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003).
Zie ook: http://www.dekenaatvenray.nl/
Orgel
Het in 1940 door Verschueren Orgelbouw (Heythuyzen) in deze kerk geplaatste tweemanuaals orgel ging in 1944 verloren; nog bruikbare resten van dit orgel werden in 1947 door genoemde firma gebruikt bij de bouw van een nieuw tweemanuaals orgel.Hoofdwerk Positief Pedaal
Prestant
Fluit
Dwarsfluit
Mixtuur II-III Blokfluit
Zwits.pijp
Hobo
Bron : G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht)
Glas-in-lood.
Afbeeldingen en beschrijvingen
Staande man in toog met een banier, waarop staat: AVA MARIA. Rondom staat los in de ruimte de tekst: H. LOUIS MARIA RIGNION DE MONTFORT. Signatuur rechtsonder: P. Wiegersma.
Staat in het rondboogvenster naast de zij-ingang op het priesterkoor. De bouwrector in 1947, Hillebrand, was een Montfortaan. Louis Rignion, de stichter van de congregatie der Montfortanen, werd in 1947 heilig verklaard en bij die gelegenheid werd dit raam geplaatst. Naar mondelinge mededeling van de huidige pastoor werd het in de sacristie geplaatst. Het werd later, mogelijk in 1992, verplaatst naar de huidige locatie.
In een rond venster met klapraam staat een afbeelding van Oda met achter zich een bisschop met op zijn albe : H. LAMBERTUS. Rechts staat een tekst: H. ODA BESCHERM ONZE PAROCHIE / 1979 Rechts boven het priesterkoor.
In een rond venster met klapraam zit een biddende man voor een engel met een eg en een runderkop. Het gaat om H. Isidorus, beschermheilige van de boeren. Tekst: SCHENKING FAM. HOUBEN / (monogram: gestyleerde M?) / ’80. Links boven het priesterkoor.
Het altaar staat centraal op het priesterkoor en bestaat uit een zich naar boven verjongende tombe met een mensa. Op de voorzijde van de tombe staat een gestyleerde kelk met pateen en hostie (?) in gepatineerd koper. Het ambon staat links op het priesterkoor en bestaat uit een zich naar boven verjongende voet met een blad. Op de voorzijde staat een gestyleerd schip in gepatineerd koper. De tabernakelsokkel staat tegen de absismuur en bestaat uit een prismatische tombe met een mensa. Hierop staat de tabernakel.