HOME
ZOEKTIPS
LINKS en LITERATUUR
ORGELS
LAATSTE WIJZIGINGEN
OVER ONS
DONATIES


LAATST BIJGEWERKT OP 16-04-2024

Petrus en Paulus

Ga naar de site van de patroonheilige
Ga naar site van het gebouw c.q. de parochie
 
Parochie/kerkgemeente: Federatie Velden-Arcen-Lomm (H.H. Petrus en Paulus)
Dekenaat/kerkverband: Venlo
Soort gebouw: Parochiekerk
Plaats: Arcen
Gemeente: Venlo
 
Adres: Burgemeester Gubbelsplein 1
Postcode: 5944 AK
Coördinaten: x: 210148,68, y: 387667,7
 
Rijksmonumentennummer: 8263 Code: 5944AK-00001-01
Kadastrale gegevens: Arcen en Velden D 1092
Bouwpastoor/bouwpredikant: P.W.J. van der Sterren
 
Architect(en):
 
Kunstenaar(s):
 
Huidig gebruik: R.K. Kerk

 Foto: Sander van Daal, juli 2007

Redengevende omschrijving Rijksdienst voor de Monumentenzorg

De kerk vanwege een klok uit 1681, een klok uit 1684, gegoten door Petrus van Trier. Priesterzerk van 1723. Ingemetseld in de toren - houten kruisbeeldje (datum: 19-02-1969).

De heer Johan va Klokke uit Utrecht meldde naar aanleiding van bovenstaande beschrijving het volgende:

De klok uit 1681 bevindt zich sinds 1987 in het Mariamonument dat buiten de kerk staat opgesteld. 

Verder heeft de kerk geen klok gehad uit 1684 van Van Trier, in registraties komen er in de kerk van Arcen klokken voor van Van Trier uit 1681 (twee stuks) en 1682 (het Antoniusklokje, thans nabij de sacristie). Een verdwenen klok uit 1750 van Petit laten we hier buiten beschouwing.

Locatie

Ruimtelijke context

De H.H. Petrus en Pauluskerk ligt op een natuurlijke heuvel in de kern van Arcen. Rondom de kerk lopen straten met daaraan bebouwing. Aan de voorzijde van de kerk ligt een parkeerplaats. Plantsoenen en bomen omgeven de kerk. In het plantsoen ten westen van de kerk is een betonnen constructie geplaatst met daarin de antieke Mariaklok.

Type

De Petrus- en Pauluskerk is een niet-georiënteerde bakstenen kruisbasiliek met tweetorenfront. De banken staan centraal opgesteld rond het priesterkoor. Door de geringe hoogte in combinatie met haar breedte en de toepassing van gedrukte spitsbogen maakt de kerk een zware indruk. Door haar massa overheerst zij haar omgeving. De Petrus- en Pauluskerk is een Rijksmonument vanwege de klok, een priesterzerk en een houten beeld.

Bouwgeschiedenis

Voorgangsters

 Oude kerk. Bron: De verwoeste kerken in Limburg

De oudste resten van de op een tweeëneenhalve meter hoge heuvel gelegen kerk te Arcen werden na de oorlog teruggevonden bij archeologisch onderzoek. Er bleek een rechthoekig zaalkerkje met later aangebouwd rechtgesloten priesterkoor en een westtoren gestaan te hebben. Eind 15de eeuw werd een nieuw, polygonaal gesloten priesterkoor gebouwd tegen de zaalkerk. In het eerste kwart van de 16de eeuw verving een driebeukige kruiskerk het zaalkerkje. De Romaanse, tufstenen toren bleef overeind en werd ingebouwd. Waarschijnlijk werd hij bij die gelegenheid in baksteen verhoogd. In 1893 restaureerde de Brusselse architect Franciscus Lijbaert (of architect Caspar Franssen?) de kerk. De oude toren werd gesloopt en de vrijgekomen ruimte in de eerste travee ingericht als de tweede travee. Tegen de westgevel van het schip verrees een neogotische klokkentoren. Tussen eind november 1944 en begin maart 1945 lag Arcen onder hevig Engels artillerievuur. Dorp en kerk hadden zwaar te lijden onder de beschietingen. Op 9 december 1944 stortte de torenspits in en enige  tijd later een deel van het schip. Een oud schoolgebouw deed dienst als noodkerk. De sacristie was gehuisvest in een houten keet.

Huidige kerk.

Al snel na de oorlog wilde men in Arcen een nieuwe kerk bouwen, maar het duurde tot 1954 voor de plannen rond waren. De kerkberg werd anderhalve meter afgegraven om de kosten van de fundering te verminderen.  De kerk kwam met het koor op het noorden te liggen. Valk maakte de ontwerpen. Stoks droeg veel bij in de uitwerking van diverse details. Evenals in Sevenum en Herten had de kerk een centraal bankenplan en was zij opgetrokken in baksteen en poriso. De porisostenen waren niet egaal van kleur – zoals ze besteld waren – maar van zeer gevarieerde kleurstelling. De gewelfbouwers wisten hier echter goed mee om te springen, zodat fraaie kleureffecten ontstonden. Op 28 september 1958 werd de eerste steen gelegd. De nieuwe Petrus- en Pauluskerk werd op 20 december 1959 ingezegend.

Veranderingen

In 1966 werd het priesterkoor heringericht volgens de ontwerpen van Jac Maris. Er kwam een nieuw sacramentsaltaar met tabernakel en een nieuwe offertafel, die evenals de oude, centraal onder de viering kwamen te staan. Tevens is het bankenplan aan de voorzijde van het koor enigszins gereduceerd. Communiebanken zijn niet meer aanwezig.

Exterieur

 

Foto: Sander van Daal, juli 2007

Een trappartij en een hellingbaan leiden vanaf de parkeerplaats voor de kerk naar de hoofdingang. Het voorfront van de kerk wordt gedomineerd door het uitspringende middenschip en de twee klokkentorens. De oostelijke toren is een verdieping hoger dan de westelijke. De hoofdingang, een houten dubbele deur, die geflankeerd wordt door twee enkele deuren, ligt onder een arcade van vijf rondbogen, waarvan de middelste iets hoger en breder is dan de vier andere. De arcade is overkluisd, reden waarom er twee overhoekse steunberen staan. Onder de arcade is ook de hoeksteen ingemetseld. Tussen de arcade en de topgevel is een vierpasvenster met eenvoudig hardstenen maaswerk aangebracht. De topgevel heeft een bakstenen sierlijst. Het middenschip heeft, evenals het priesterkoor, de transeptarmen en de sacristie een met blauwe dakpannen gedekt zadeldak. De torens zijn ongeleed. In de benedenverdieping zijn gedrukte, gekoppelde spitsboogvensters uitgespaard. Op de tweede en derde verdieping zijn enkele vensters gebouwd. De klokkenetage heeft op elke zijde galmgaten in de vorm van spitsboogbiforen, die door hardstenen zuiltjes, voorzien van basement en kapiteel, worden gedeeld. Onder de dakrand bevindt zich een profiel van baksteen en natuursteen. De torenspitsen zijn met leien gedekte en aan de onderzijde geknikte tentdaken. Deze worden bekroond door een smeedijzeren kruis. Tegen de west- en oostgevel van de torens vlijen zich met lessenaardaken twee kapellen. Het muurwerk van de westelijke kapel heeft een enkelvoudig en een breed, samengesteld spitsboogvenster. De oostelijke kapel daarentegen heeft alleen drie enkelvoudige vensters. Het gehele buitenmuurwerk van de kerk is opgetrokken in bruinrode baksteen die in wild verband is verwerkt. De zijbeuken hebben drie traveeën die door steunberen van elkaar gescheiden zijn. In elke travee staat een samengesteld spitsboogvenster. De zijbeuken hebben met pannen belegde lessenaardaken. In de hoeken van de zijbeuken en de zijbeuken van het transept staan kleine, vensterloze torentjes met tentdaken. Aan de andere zijde van het transept bij het priesterkoor staan eveneens twee torentjes. Deze hebben echter elk een vierpasvenster. De lichtbeuk van het middenschip telt vier traveeën met dito vier dubbele raampjes per travee. Op de kruising staat een vieringtoren met tentdak. De noord, oost- en westgevel hebben elk twee gekoppelde vensters.

De transeptarmen zijn eveneens voorzien van zijbeuken met ramen en twee zijportalen. Ofschoon de zijbeuken lessenaardaken hebben, heeft het transept zelf geen vensters in de lichtbeuk. Dit hangt samen met het feit dat het transept lager is dan het middenschip. De eindgevels van het transept daarentegen hebben grote, samengestelde raampartijen analoog aan [*]Herten en [*]Sevenum. Het polygonaal gesloten priesterkoor is qua hoogte gelijk aan het transept en wordt door een omgang omgeven. In deze omgang doorbreken vijf vensters het wandvlak. In de lichtbeuk erboven zijn vijf samengestelde vensters aangebracht. De sacristie is een semi-onafhankelijk bakstenen gebouwtje, dat met één zijde tegen de oostelijke transeptarm is gebouwd. De sacristie heeft een zadeldak.

Interieur

De kerk betreedt men via de hoofdingang in de voorgevel die toegang geeft tot een rechthoekig portaal, waarin drie deuren vervolgens leiden tot een overwelfde galerij, waarop de zangtribune rust. Deze heeft boven een rondboogfries een gemetselde balustrade. De tribune is middels een grote gordelboog verbonden met het schip. De arcade achter in de kerk heeft ‘Stützenwechsel’: zuilen uit gefrijnde Kunraderblok worden afgewisseld met pijlers. De zuilen hebben hoge trommelvormige basementen en geprofileerde kapitelen. De arcade onder de zangtribune leidt links naar de devotiekapel, die met haar glas-in-lood een intieme sfeer oproept. Rechts is de doopkapel, waarvan de vloer twee treden lager ligt dan het schip en die door het grote venster baadt in het licht. Beide kapellen hebben een koepelgewelf. Vanaf de hoofdingang loopt een breed middenpad naar het priesterkoor. Terzijde staan twee rijen banken. Alle vloeren zijn belegd met gele, gebakken vloertegels. Het opgaand muurwerk van het middenschip is uit gele baksteen opgemetseld in wild verband. Vanuit de vierkante pijlers komen de gordelbogen en scheibogen voort. Kapitelen ontbreken, wel zijn er aan de voet van de bogen geprofileerde bakstenen verwerkt om de overgang tussen muur en boog te accentueren. Alle boogconstructies bestaan uit gedrukte spitsbogen. De overkluizing heeft de vorm van langgerekte koepelgewelven. De gewelven zijn opgemetseld uit porisoblokken en afgebiesd met helrode baksteentjes. In de gewelfkruinen zijn evenals in [*]Herten en [*]Sevenum ‘ogen’ gemaakt. De zijbeuken zijn uitgevoerd als overwelfde processiegangen. Het priesterkoor loopt door tot in de viering en verheft zich vier treden boven de vloer van het schip en het transept. Centraal onder de vieringtoren staat het hoofdaltaar. Het tabernakel staat op een supedaneum achter in het koor. Rond het koor is een omgang gemaakt die door zes rondbogen met het koor verbonden is. De bogen rusten op zuilen van Kunraderblok. Het koor is eveneens overwelfd. De gebrandschilderde vensters verhogen de sacrale sfeer van het priesterkoor. De transeptarmen hebben grotendeels dezelfde uitvoering als het middenschip. De zijbeuken die van buiten breed zijn, zijn binnen opgedeeld in smalle processiegangen en daar achterliggende bergingen. Aan weerskanten van het koor zijn zijkapellen gesitueerd.

(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart – Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 –Roermond – Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003).

Het atelier J. W. Ramakers & Zonen maakte voor deze kerk:
In 1902 2 altaren (namen onbekend)
In 1904 H. Appoloniabeeld.

Zie voor Apolloniaverering in deze kerk: https://www.meertens.knaw.nl/bedevaart/bol/plaats/1388

Orgel

Blijkens de verzameling “Orgelbeschrijvingen” van Broekhuyzen sr. (medio 19e eeuw) bevond zich toentertijd in deze kerk een zeer oud orgel; huidige orgel werd in 1962 gebouwd door Gebr.Vermeulen (Weert).

hoofdwerk                            positief                                 pedaal

 

Prestant 8’                           Dulciaan 8’                           Subbas 16’

Gemshoorn 8’                       Salicionaal 8’                        Octaafbas 8’

Bourdon 8’                           Celeste 8’                             Gedektbas 8’

Octaaf 4’                              Roerfluit 8’                          Koraalbas 4’

Fluit 4’                                  Prestant 4’

Quint 2 2/3’                          Gemshoorn 4’

Octaaf 2’                              Nachthoorn 2’

Mixtuur II-III                          Sesquialter II

Trompet 8’                            Larigot 1 1/3’

                                             Basson-hobo 8’

Bron: G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht).

F. Rievers, atelier Flos, 1979.

Voorstellingen: Barmhartige Samaritaan; de doop in de Jordaan; St. Sebastiaan met aan zijn voeten de wapenschilden van de gemeente Arcen en de provincie Limburg en de tekst St. SEBASTIANUSGILDE OPGERICHT 1527; St. Petrus en St. Paulus.

Ad Maas, 1961. Voorstellingen: onder Mozes slaat water uit de rots, het Laatste Avondmaal, het offer van Abraham. Boven vijf dubbele ramen met Bijbelse voorstellingen o.a. de zondvloed en de verloren zoon.

Frans Timmermans, XXc. Voorstellend: uitdrijving uit het paradijs, Johannes de Doper, Kruisiginggroep.

Ad Maas, 1961. Voorstellingen: verheerlijking van Christus op de berg Thabor en Maria ten hemelopneming.

Glas-in-lood, Frans Cox, ca. 1962. Non-figuratief.

Hardsteen, 1958. Inscriptie: popULo eXULtante me posUIt petrUs Van Der sterren arCanIs ChrIstI fontIbUs pIUs nova ConsIgnans spatIa (1958). (geen foto beschikbaar)

Hardsteen XV. Vierzijdig nieuw voetstuk, achtzijdige stam en kuip met geprofileerde rand en vier maskers. (geen foto beschikbaar)

Hardsteen en keramiek, Jac Maris, 1966. In het keramiek is o.a. een vis weergegeven. (geen foto beschikbaar)

Brons met glasstenen bezet, Jac Maris, 1966. (geen foto beschikbaar)

Hardsteen, Jac. Maris, 1966. Voorstellingen: in de ruw gekapte voor en achterzijde van stipes en mensa zijn diverse op de eucharistie betrekking hebbende symbolen aangebracht, zoals vissen en stromend water, een korf met broden en het chiroteken. (geen foto beschikbaar)

Gefrijnd en gepolijste hardsteen, XXB.(geen foto beschikbaar)

 
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus
Petrus en Paulus