O.L. Vrouw van het H. Hart
Parochie/kerkgemeente: | O.L. Vrouw van het H. Hart |
Dekenaat/kerkverband: | Thorn |
Soort gebouw: | Kerkgebouw (hulpkerk) |
Plaats: | Panheel |
Gemeente: | Maasgouw |
Adres: | Thornerweg 2 |
Postcode: | 6097 NC Heel |
Coördinaten: | x: 188885,3526, y: 354207,8901 |
Kadastrale gegevens: | Heel 01 D 1625, D 2218 |
Bouwpastoor/bouwpredikant: | Kapelbestuur |
Architect(en): | |
Kunstenaar(s): | |
Huidig gebruik: | R.K. Hulpkerk |
Foto: augustus 2008
Ruimtelijke context
De O.L. Vrouwe-kapel ligt centraal op een lichte, natuurlijke verhoging in de buurtschap Panheel. Ten oosten van de kapel ligt een parkeerplaats. Ten noorden een weiland. De kapel is door haar geringe hoogte geen landmark.
Type
Bakstenen zaalkerkje met polygonaal gesloten koor en clocher-arcade.
Bouwgeschiedenis
Voorgangsters
In 1875 werd door D. Theelen te Panheel een kapel gebouwd ter ere van O.L. Vrouw van het H. Hart. De inwoners van Panheel konden hier in de winter de mis horen. De kapel was een eenbeukig, bakstenen gebouw van drie traveeën met polygonaal gesloten koor. Op de topgevel aan de voorzijde stond een dakruiter. De muren werden geleed door steunberen. De vensters waren spitsbogig. De kapel lag vanaf 1944 vijf maanden in de frontlinie en werd door kanonvuur vrijwel volledig verwoest.
Huidige kapel
In de maanden juni tot en met december 1945 werden er geldinzamelingen in het dorp gehouden ten bate van de wederopbouw van de kapel. In juni 1945 werd een bevrijdingsfeest georganiseerd en in 1947 nog een fancyfair. Inmiddels was architect Pierre Weegels uit Weert benaderd om een nieuwe kapel te ontwerpen. De nog bruikbare stenen van de verwoeste kapel aangevuld met stenen van verwoeste huizen werden hergebruikt. In 1947 was de kapel gereed. De herbouw kostte 2900,81 gulden. Het streven van de Panheelder bevolking in de jaren na de Tweede Wereldoorlog om gedurende het gehele jaar ’s zondags in de kapel de H. Mis te mogen vieren werd aanvankelijk door het bisdom afgehouden. Men vreesde dat Panheel zich kerkelijk zou afscheiden van de moederparochie Heel. Toen in 1964 bleek, dat een zondagsmis in de kapel de kerk van Heel ontlastte, zodat een dure uitbreiding aldaar onnodig was, ging het bisdom overstag. Vanaf die tijd fungeerde O.L. Vrouwekapel van Panheel als hulpkerk van Heel.
Veranderingen
Na het Tweede Vaticaanse Concilie is een vieringaltaar voor het sacramentsaltaar geplaatst.
Exterieur
Foto: augustus 2008
De kapel is bereikbaar via enige treden. De voorgevel wordt gedomineerd door een risaliet die in een klokgevel eindigt. Tussen twee steunberen hangt onder een afdak de dubbele houten ingangsdeur. Boven de deur is een van maaswerk voorzien rondvenster aangebracht met daarboven een reliëf. De topgevel, die bekroond wordt door een gietijzeren kruis, is uitgevoerd als clocher-arcade. De kapel opgetrokken in rode handvorm baksteen die in wild verband is gelegd. De afdekplaten van de steunberen en de aanzetstukken zijn van mergel. Ter weerszijden van de middenrisaliet zijn in de voorgevel twee rondvensters aangebracht. Op de hoeken van voor- en zijgevels staan hoekse steunberen. De zijgevels zijn identiek uitgevoerd. Zij tellen vier traveeën, die door steunberen worden gescheiden. Onder de dakrand verbindt een rondboogfries de traveeën. Het muurvlak van de eerste travee wordt doorbroken door een rondvenster, de overigen zijn elk voorzien van een rondboogvenster. Het zadeldak is gedekt met leien. Boven het koor staat eveneens een gietijzeren kruis.
Interieur
Zicht op het priesterkoor
Zicht op de zangtribune
Via een dubbele houten deur betreedt men een portaaltje, van waaruit een dubbele tochtdeur toegang geeft tot het kerkje. Over de gehele breedte strekt zich een betonnen zangtribune uit. Deze rust op twee betonnen zuilen, die van cannelures voorzien zijn. De tribune heeft een houten balustrade. Langs de in schoon metselwerk uitgevoerde binnenwanden lopen twee paden naar de koorruimte. De vloeren zijn belegd met marmertegels. De altaren staan op een tweetredig supedaneum. De kapel is overkluisd met een gestuukt, tamelijk vlak steekgewelf. Het straalgewelf boven het koor is eveneens van steekkappen voorzien. Het gewelf rust op mergelstenen kraagsteentjes. Vanuit het schip kan de sacristie betreden worden. Naast de sacristiedeur is een ondiepe nis aangebracht.
(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart – Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 –Roermond – Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003).
8 Grisailles, Max Weiss (?), 1947 In twee ramen de jaartallen 1875 en 1947. In een raam een driehoek met daarin in Hebreeuwse letters het woord Jaweh. Vijf ramen met voorstellingen van: evangelieboek met stola en kelk met hostie; een zich lavend hert; een korf broden met een vis; brandoffer van een rund; de pelikaan die zijn jongen voedt.
Sacramentsaltaar, mergel, baksteen en hardsteen, 1948. wee geprofileerde mergelstenen stipes, waartussen baksteen is verwerkt met daarop een hardstenen mensa.
Tabernakel, staal en brons, XXB. Op de deur is een corpus gemonteerd. Afkomstig van de Montfortaanse Zusters uit Nijmegen.
Vieringaltaar, graniet, XXB. Twee rechthoekige stipes met daarop een mensa.
Wijwaterbekkens, keramiek, XXB. Voorstelling: aartsengel Michaël met vlammend zwaard en een schild met daarop de letters IHS. Op het bekken een gevleugelde draak.